200 jaar Multatuli: ‘Zijn cultus is ons aller heilige plicht’
200 jaar na de geboorte van Eduard Douwes Dekker laat hoofdredacteur Luc Devoldere zijn licht schijnen over de auteur van Max Havelaar.
www.de-lage-landen.com
Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland
200 jaar na de geboorte van Eduard Douwes Dekker laat hoofdredacteur Luc Devoldere zijn licht schijnen over de auteur van Max Havelaar.
Door te graven in haar familieverleden onderzoekt Heleen Debruyne in De huisvriend haar eigen evolutie van meisje naar vrouw en moeder.
Bervoets is ongemeen sterk in de weergave van de observatiedrang van haar hoofdpersoon.
Het schrijversduo Elvis Peeters zet de moraal weer op losse schroeven.
In de essays van Oek de Jong krijgt de inspiratie voor zijn andere werk zichtbaar gestalte.
Bart Van der Straeten kijkt volgende week opnieuw naar het boekenprogramma Brommer op zee. Maar mag het iets minder fragmentarisch?
Dat Hendrik Conscience ‘zijn volk leerde lezen’, is bekend. Maar dankzij biograaf Johan Vanhecke kunnen we nu ook het bochtige levenspad volgen van deze oerverteller.
Niña Weijers en Nina Polak vertegenwoordigen een nieuwe generatie auteurs.
De echte held in deze geschiedenis is een prototypische antiheld.
De redactie selecteerde de mooiste verhalen van dit jaar over literatuur van 2021: van Paul van Ostaijen tot Marieke Lucas Rijneveld.
In het boek Dat was Watou geeft Gwy Mandelinck inkijk in zijn hoogstpersoonlijke notities over de jaren dat hij samen met zijn vrouw, Agnes Hondekyn, de Poëziezomers in Watou organiseerde.
Schermer doet een direct appel op de lezer om zelf na te denken.
Barber van de Pol volgt het denkspoor van schrijfster Carry van Bruggen in haar boek ‘Er is geen ander zijn dan anders zijn’.
Astrid Roemer levert met dit boek een belangrijke bijdrage aan de postkoloniale Nederlandstalige literatuur.
Deze gebundelde briefwisseling bevat vrijmoedige ontboezemingen en grappige anekdotes die een nieuw licht werpen op beide auteurs.
De #MeToo-kwestie is nu ook in de Nederlandstalige literatuur geland, dat is duidelijk bij de romans van Yolanda Entius, Henk van Straten en Roelof Smit.
De opzet van Anne Eekhouts vierde roman is goed: Mary Wollstonecraft Shelley, auteur van Frankenstein, uit de schaduw van haar roemruchte context schrijven.
Peeters’ zelfonderzoek krijgt extra diepgang door het contrast tussen Oostende en Brussel.
Niet de natiestaat maar de taal bepaalt het literatuuronderwijs aan Belgische universiteiten. Gevolg: de literatuur van het andere landsgedeelte komt nauwelijks of niet aan bod. Yves T'Sjoen pleit voor een breder perspectief.
Dorrestijn behoort tot de top van de cabaretschrijvers, met een gouden gevoel voor absurde situaties. Hij gaat door het leven als een tevreden treurwilg die de kunst van het lijden beheerst.
Hoe strijdbaar deze poëzie ook is, plezier en lichtheid ontbreken geenszins.
Het romandebuut van Lex ter Braak is een van de moeilijkst te categoriseren boeken in jaren. Levensvormen lijkt vooral een dekmantel te zijn om vrijuit te essayeren.
Laten we Luceberts werk blijven lezen, zónder zijn keuzes in de oorlog te vergoelijken.
In ‘Zwarte schuur’, waarmee hij de Boekenbon Literatuurprijs 2020 wint, verkent De Jong de schemerzone tussen seks en geweld.
Het Vlaamse literaire tijdschrift Deus Ex Machina vraagt zich af welke plaats literatuur nog mag ambiëren binnen het onderwijs.