Uit onmacht ontstaan ideeën. De voorstelling £¥€$ als culminatie van 15 jaar Ontroerend Goed

In 2009 schreef Wouter Hillaert in Ons Erfdeel over wat het Gentse theatergezelschap Ontroerend Goed van de rest onderscheidt: “de wil om de theaterervaring op de spits te drijven tot een hier-en-nu-belevenis die onder de huid kruipt” en “de zoektocht naar hoe het medium zelf vernieuwd kan worden”. Het bracht hem tot een voorzichtige voorspelling: “Underground is dat al lang niet meer, maar misschien wordt dit collectief er dan toch ooit groot mee in eigen land.”

Acht jaar later is Ontroerend Goed een vaste waarde van het (inter)nationale podiumlandschap. Bij de recentste subsidieronde kreeg het gezelschap 23 procent meer structurele middelen toebedeeld en in 2017 scheert het hoge toppen met £¥€$.

De wilde hemelbestormers waarover Hillaert schreef, zijn geëvolueerd tot geduldige oeuvrebouwers. Dat werd ook duidelijk in het vijftienjarige jubileum dat ze begin 2017 vierden. Eén week lang bezette Ontroerend Goed de Minardschouwburg in Gent om vroeger werk opnieuw op te voeren. Het gezelschap vormt niet langer een vergaarbak van theaterexperimenten, maar is een zorgvuldig uitgebouwd instituut met een duidelijk afgelijnde poëtica.