Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

‘Ik hoopte dat we níét zouden winnen’
0 Reacties
© Karolina Grabowska / Pexels
© Karolina Grabowska / Pexels © Karolina Grabowska / Pexels
column Thomas Heerma van Voss
literatuur

‘Ik hoopte dat we níét zouden winnen’

Wie straks de Hebban Debuutprijs wil winnen, zal met flink wat geld over de brug moeten komen. Thomas Heerma van Voss ziet in het initiatief een slinkse manier om centen af te troggelen aan de al kwakkelende uitgevers.

Wellicht heeft u het gemist, maar iets na Wereldparkinsondag en voor Koningsdag vond Longlist Day plaats. Dat was een initiatief van de website Hebban, die de veertien titels bekendmaakte die voor de Hebban Debuutprijs waren genomineerd. De lijst verscheen niet zomaar online, ieder halfuur werd een nieuwe titel onthuld. Dat was de essentie van Longlist Day: elk halfuur een nieuwe, met tromgeroffel ingeluide Instagram-post.

Het was een erg ongemakkelijke poging om iets droogs als een lijst debuutromans een televisieachtige grandeur mee te geven. Nu kun je op zich volhouden dat elke poging om boeken enigszins zichtbaar te krijgen bijval verdient. Bovendien: schrijvers wringen zich al jaren in gênante bochten voor aandacht – ikzelf heb recent voorgelezen op een camping waar iedereen kwam voor een Duitse schlagerzanger, deze zomer ging ik naar Zwarte Cross om mee te doen aan een podcast die niemand ter plaatse kon verstaan. Uitgevers plaatsen tegenwoordig glunderende selfies en infantiele rebussen online om hun fonds mee onder de aandacht te brengen.

Maar er is iets vreemds aan de hand met de Hebban Debuutprijs. Naar buiten toe wordt die gepresenteerd als een nobele onderneming, op de site vallen woorden als lezersjury en Hebban benoemt ook graag dat het zo’n levendige lezerscommunity is, onder meer door allerlei reading challenges te organiseren. (Zeker voor een site die literatuur in Nederland propageert, worden merkwaardig veel Engelse termen gebruikt.) In werkelijkheid wordt er gewoon geld verdiend met de prijs; uitgeverijen moeten per boek betalen om überhaupt in aanmerking te komen.

De prijs voor het insturen van een boek voor de Hebban Debuutprijs: 200 euro. Exclusief btw.

Er verschijnen tientallen debuten per jaar. De groslijst van de Hebban Debuutprijs wordt niet online gezet, dus het is onduidelijk hoeveel titels er exact zijn aangemeld, en hoeveel geld Hebban daar dit jaar mee binnenhengelt. Wat wel vaststaat: tijdens Longlist Day werden er zeven uur ingelast om die longlist te onthullen, daarvan belanden er straks vijf titels op de shortlist; die shortlist kost de uitgevers van die genomineerde titels per boek nog eens 500 euro. (Tip om de inkomsten nog wat te vergroten: volgend jaar die shortlist uitbreiden naar tien titels, of nee, waarom geen twintig?) De winnaar van de Hebban Debuutprijs betaalt nog eens 2.000 euro extra aan de site. Dus beste uitgever, wilt u kans maken op de Hebban Debuutprijs? Maak alstublieft 2.700 euro over.

Natuurlijk vallen nuances aan te brengen. Er zijn wel meer prijsorganisaties die geld vragen, al is dat bij mijn weten nooit enkel voor het insturen van een boek, hooguit voor een nominatie. Maar oké: de Hebban-website moet worden bijgehouden, uitgevers die lid zijn van de GAU (Groep Algemene Uitgevers) krijgen 100 euro korting voor het insturen, bij de uitreiking vindt straks een evenementje plaats, de boeken worden gelezen door (nergens gespecifieerde) juryleden die allen deel uitmaken van de Hebban-redactie, die daarbij volgens het eigen reglement let op “de algemene ontvangst van een titel en gebruikersdata op Hebban.nl”. Ofwel: even nagaan hoeveel ballen een boek in NRC kreeg, en kijk eens aan, ook een prima score op Hebban zelf, wij van Hebban nomineren dit debuut voor de Hebban Debuutprijs.

Beste uitgever, wilt u kans maken op de Hebban Debuutprijs? Maak alstublieft 2.700 euro over

Voor het bepalen van de shortlist is vervolgens sprake van “een lezersjury bestaande uit meer dan honderd lezers” (wie, wat, welke criteria: ook nergens te vinden), erna gaat de “professionele vakjury” aan het werk (“bij voorkeur samengesteld uit” – daar zijn ze weer – “Hebbanrecensenten, boekverkopers en bibliothecarissen”). Een deel van die zaken kost uiteraard geld. Bovendien wordt er reclame voor de genomineerden gemaakt waarvan Hebban, als taxateur en begunstigde ineen, zelf stelt dat die honderden euro’s waard is. En het winnen van een prijs levert vast ook iets op: het betreffende debuut wordt her en der genoemd, misschien beleeft het winnende boek een kleine verkoop-opleving.

Maar toch, de kosten-batenanalyse pakt niet uit in het voordeel van dit initiatief. Weet u nog wie de Hebban Debuutprijs de afgelopen jaren won? Inderdaad, ik ook niet. Ik vroeg twee eerdere winnaars of zij na de winst iets aan de verkoop van hun boek hebben gemerkt. Welnee, luidde het antwoord. Wonderlijk is ook dat de Hebban Debuutprijs wordt gesteund door de CPNB, die deels wordt gefinancierd door de overheid (en verder door boekhandels en, jawel, uitgeverijen). Onder het mom van leesbevordering en met grootmoedige woorden als aanmoedigingsprijs lijkt hier een kleine winstonderneming opgetuigd.

(En er komt nog meer geld binnen, want er is ook nog een hoofdsponsor genaamd Looplabb, een brillenmerk. “Looplabb en Hebban delen een gezamenlijke missie: lezers meer én met meer plezier laten lezen. En met een passende leesbril is een mooi boek nog fijner om te lezen.” Had dit op de satirische website De Speld gestaan, had ik het ook geloofd.)

Onder het mom van leesbevordering en met grootmoedige woorden als ‘aanmoedigingsprijs’ lijkt hier een kleine winstonderneming opgetuigd

De afgelopen weken sprak ik enkele redacteuren die hadden besloten géén boeken naar de Hebban Debuutprijs in te zenden. Diverse debutanten waren boos geworden: die wilden natuurlijk dat hun uitgeverij alles deed voor hun werk, het was al zo dringen in boekhandels, waarom dan niet dit tenminste proberen? De redacteuren zeiden hetzelfde: “Het kost ons duizenden euro’s om alleen maar mee te doen. En zelfs in het gunstigste scenario zouden we dat nooit, maar dan ook nooit terugverdienen.”

Een uitgever zei me dat een van zijn boeken vorig jaar genomineerd was voor de Hebban Debuutprijs. Hij was bij de uitreiking en vertelde me nu: “Ik zweette, ik was zo nerveus. Dat ben ik altijd bij prijsuitreikingen, maar dit keer was het omdat ik hoopte dat we niet zouden winnen. Ik had net ontdekt hoeveel geld ze vragen.”

Wat dit mij aangaat? In directe zin niets. Juist daarom schrijf ik dit op. Toen ik debuteerde, was Longlist Day nog een dag als alle andere en bestond Hebban niet. In de tussentijd heb ik één keer met de site te maken gehad, toen ik jaren geleden werd gepolst voor een online leesclub. Het was een vreemde uitnodiging: ik moest betalen voor die leesclub en zelf de boeken leveren. Hebban zelf kon vervolgens goede sier maken door leden van haar community een boek op te sturen. Er schijnen daadwerkelijk uitgevers te zijn die dit doen, wat mij vooral doet concluderen dat ze nog wanhopiger zijn dan ze al overkomen. Ik bedankte voor Hebbans aanbod, en de relatie die sindsdien tussen mij en de als literatuurkritiek vermomde fanclub ontstond is heel overzichtelijk: Hebban vermijdt mij, ik vermijd Hebban.

Een uitgever was bij de uitreiking vorig jaar en vertelde me nu: ‘Ik was zo nerveus. Dat ben ik altijd bij prijsuitreikingen, maar dit keer was het omdat ik hoopte dat we níét zouden winnen’

En nu schrijf ik dit op. Voor de goede orde: het kan me niets schelen wie de Hebban Debuutprijs wint. Het kan me wel schelen dat zulke aanmoedigende en zogenaamd sympathieke initiatieven worden gebruikt om nog wat laatste centen aan de al kwakkelende uitgevers af te troggelen.

In september is het zover, de climax van Longlist Day, de climax van Shortlist Day. Dan wordt de winnaar bekendgemaakt. Wat er eigenlijk gewonnen wordt? Eerdere winnaars vertelden me wat zij wonnen: een beeldje en erkenning. Meer niet. Sinds 2022 is er wel iets van een financiële prijs. Dit jaar krijgt de laureaat een “displaycampagne op Hebban en in de Hebban Boekenapp” die ze gemakshalve zelf alvast hebben getaxeerd op 2.500 euro, en ook nog een geldbedrag van 2.500 euro, uitgereikt door Hebban, betaald door de uitgeverij van de schrijver. En de rest van dat geld dan? Dat blijft bij Hebban.

Thomas Heerma van Voss

Terreinverlies

Een dikke pot inkt

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.