Lezen zonder verlichting: de dode hoek van de canon
Er gaapt een gat van bijna twee eeuwen in de literaire canon van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren: niet één titel die tussen 1658
en 1838 uitkwam, haalde de lijst. Dat wijst volgens de kenners van de achttiende eeuw op een fundamenteel probleem: een literaire canon verruimt het beeld van de (Nederlandse) letterkunde niet, maar verengt het. De dixhuitièmisten willen niet alleen meer aandacht voor de literatuur van hun eeuw, maar vragen in het algemeen ook meer oog voor pluriformiteit.