Een vergeten voorzetsel in een vergeten straat
Jaarlijks verschijnen en verdwijnen een heleboel woorden uit ons taalgebruik. Maar een verdwenen voorzetsel, lidwoord of voegwoord: daarvan kijkt taalcolumnist Marten van der Meulen wel even op.
www.de-lage-landen.com
Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland
Taalwetenschapper Marten van der Meulen beschrijft elke maand wat hem opvalt in zijn en ons taalgebruik.
Jaarlijks verschijnen en verdwijnen een heleboel woorden uit ons taalgebruik. Maar een verdwenen voorzetsel, lidwoord of voegwoord: daarvan kijkt taalcolumnist Marten van der Meulen wel even op.
Taalregels doen columnist Marten van der Meulen denken aan landsgrenzen: beide zijn historisch gegroeide, willekeurige afspraken. Een beetje compassie met wie die regels niet meteen paraat heeft, is dan ook op zijn plaats.
Voorzetsels als ‘op’ en tussenwerpsels als ‘o-o’ zijn niet de meest prototypische woorden. Waarom spelen ze dan zo’n grote rol bij taalverwerving, vraagt columnist Marten van der Meulen zich af.
Hoe praat je over geur als je er de woorden niet voor hebt? Taalcolumnist Marten van der Meulen ziet mogelijkheden in het dialect en niet-Europese talen. En: wat je nog niet kan, kun je leren.
Een door een chatbot gegenereerd gedicht kan ons het een en ander leren over onze taal, merkt taalcolumnist Marten van der Meulen.
Succesvolle communicatie berust op gigantische hoeveelheden impliciete kennis van hoe de wereld werkt. Daarvan zijn we ons te weinig bewust, vindt taalcolumnist Marten van der Meulen.
Aan uitdrukkingen die we aan andere talen ontlenen, kleeft dikwijls een stereotype. Daar staan we niet genoeg bij stil, vindt taalcolumnist Marten van der Meulen.
Een verkeerd voorzetsel in ‘Berend Botje’ of een verwijsfout in ‘Slaap kindje slaap’: taalcolumnist Marten van der Meulen ligt er niet van wakker.
Op vastgoedsites staat het bol van de derhalves, thansen en alwaren. Wanneer durft een moedige makelaar het juk der archaïsmen van zich af te werpen, vraagt Marten van der Meulen zich af.
Sinds kort kan taalcolumnist Marten van der Meulen niet meer zonder luisterboeken. Hij ziet er een symbool in voor de veranderende plek die lezen inneemt in de samenleving. ‘We moeten niet denken dat de manier waarop we lezen altijd hetzelfde hoeft te blijven.’
Over de invulling van ‘lokaal’ heerst nogal wat onduidelijkheid, zeker als we het over voedsel hebben. Daar zijn consequenties aan verbonden, ziet taalcolumnist Marten van der Meulen.
Hoe klein een gebied ook is, er is altijd wel taalvariatie in te vinden, schrijft taalcolumnist Marten van der Meulen. ‘We wíllen namelijk dat er een verschil is tussen friet en patat.’
Iedereen kent het “n-woord”. Maar in het Nederlands gebruiken we ook andere losse letterwoorden ter vervanging van ongewenste woorden. Heel veel zelfs, stelt taalcolumnist Marten van der Meulen vast.
Bij het herlezen valt columnist Marten van der Meulen op hoezeer Louis Couperus zich bewust was van hoe spraak werkt.
Er zijn een aantal bijzondere dingen aan de hand met het woord dinges. Het verwijst wel naar iets specifieks, maar je weet niet per se naar wat. Hoe komt het dan dat het toch werkt, vraagt taalcolumnist Marten van der Meulen zich af.
Taalcolumnist Marten van der Meulen mocht een van de zeldzaamste en meest bijzondere taalhandelingen verrichten: de huwelijksvoltrekking.
Waarom moeten de Woorden van het Jaar altijd zo slimmig zijn, vraagt taalcolumnist Marten van der Meulen zich af.
Hoe gedraag je je sociaal wenselijk maar benut je toch de talrijke voordelen van de gespierde taal? Daar is een oplossing voor bedacht: de vloekvermijder.