Dit zijn de belangrijkste lessen uit de regionale en departementale verkiezingen in Hauts-de-France
Frankrijk heeft gestemd voor de regio’s en de departementen. Journalist Nicolas Montard trekt de zes belangrijkste lessen voor Hauts-de-France.
Nauwelijks belangstelling
Op zondag 20 en 27 juni waren er meer mensen in de straten en op het platteland van de Hauts-de-France dan in de stembureaus. Deze visuele waarneming werd bevestigd in de stembus. Twee van de drie kiezers kwamen niet opdagen! Dit falen van de democratie kan op verschillende manieren worden verklaard : de regionale en departementale instellingen zijn nauwelijks bekend. De campagne was door de ambities van sommige voorzitters van regio zeer op de nationale politiek gericht (zie hieronder). Daarnaast werd het grote absenteïsme ook beïnvloed door de gezondheidscrisis, het goede weer en uiteraard een zekere desinteresse in de politiek.
Een voorzitter van de regio op weg naar het Élysée
Xavier Bertrand werd herkozen. En hoe! De peilingen voorspelden hem zeker een overwinning, maar relatief nipt. Zij dachten dat hij in de tweede ronde een beroep zou moeten doen op de kiezers die in de eerste ronde voor Laurent Pietraszewski, de kandidaat van LREM (de partij van president Emmanuel Macron) hadden gestemd. Alleen zo zou hij het in de tweede ronde kunnen halen van Sebastien Chenu, de kandidaat van de Rassemblement National (het vroegere Front National). In feite was voor de zittende voorzitter de match al in de eerste ronde gespeeld: 41,4% tegen 24,4% voor de kandidaat van RN. In de tweede ronde bevestigde hij: 53%.
© Thomas Bresson
Genoeg om hem een goede positie te bezorgen voor zijn volgende doel, de Franse presidentsverkiezingen tegen Emmanuel Macron. De voorzitter van de regio, die al maandenlang twee campagnes tegelijk leidt, zou dus officieus de sleutels van de regio Hauts-de-France kunnen overlaten aan een van zijn getrouwen (Christophe Coulon en Jean-François Rapin worden regelmatig genoemd) om zich te wijden aan zijn campagne voor het presidentschap. De weg is echter nog lang. Voortaan moet hij zich onderscheiden van de andere rechtse kandidaten, die zondag ook werden herkozen als voorzitter van de regio’s: Valérie Pécresse, de voorzitter van de regio Ile-de-France en Laurent Wauquiez voor Auvergne-Rhône-Alpes.
Het Rassemblement National verliest
Zes jaar geleden klopte het Front National aan de deur van de regio met 40% in de eerste ronde. In 2021 kent het Rassemblement National een zware terugval met 24% van de stemmen in de eerste ronde en 25% in de tweede. In de eerste ronde heeft de RN 584.000 stemmen verloren in vergelijking met 2015. Bij de departementsverkiezingen, waar ze in 2015 in de vijf departementen van Hauts-de-France boven de 30% uitkwam, kent de extreem-rechtse partij ook een groot verval. Ze verloor de meerderheid in zes kantons die ze zes jaar geleden had veroverd.
Hoe kan deze mislukking worden verklaard? Het absenteïsme, vooral bij jongeren, een deel van haar electoraat, heeft haar zeker parten gespeeld. Verschillende politieke analisten hebben ook de “de-demonisering” van de RN ter sprake gebracht. De partij komt niet langer over als een anti-systeempartij, zodat haar kiezers die op haar stemden uit een soort afkeer voor het systeem, zich nu van haar afkeren. Er is ook de naam van de lijsttrekker van RN, Sébastien Chenu. Hij is zeker bekend, want als woordvoerder van de partij was hij permanent aanwezig op de nieuwszenders, maar hij is zeker niet zo populair als Marine Le Pen (die er de voorkeur aan gaf zich voor de departementsverkiezingen kandidaat te stellen in het kanton Hénin-Beaumont en verkozen is.) De verantwoordelijkheid van Sébastien Chenu is ook duidelijk. Hij voerde campagne rond het thema veiligheid maar ging daarbij niet in op regionale bevoegdheden. Hij bewees zijn partij daarbij geen dienst. De kandidaat van RN verliest zo een tweede grote verkiezing nadat hij er vorig jaar bij de gemeenteraadsverkiezingen niet was in geslaagd Denain te veroveren. Het zou wel eens kunnen dat de rekeningen binnen het Rassemblement National nu worden gepresenteerd.
© Europees Parlement
De terugkeer van links in de regionale raad
Na zes jaar afwezigheid keert links terug in het regionale halfrond. Maar deze keer zal het in de oppositie zijn. De linkse eenheidslijst, onder de leiding van de ecologe en Europees parlementslid Karima Delli, bestond uit een politieke formatie die naast de Socialistische Partij en de ecologen, ook leden van de Communistische Partij en France Insoumise bevatte. Een nogal heterogene combinatie die uniek is in Frankrijk. Zo slaagt ze erin opnieuw zitting te nemen in de regionale raad. Een opluchting, ook al ligt de score van de eenheidslijst in 2021 ver onder de percentages van 2015, toen de linkse krachten in verspreide gelederen waren vertrokken: 18% tegen 28%. Deze terugkeer in de regionale raad is voor Karima Delli en haar medecampagnevoerders vooral de gelegenheid om de volgende verkiezingen over zes jaar voor te bereiden. Maar dit mandaat zal geen rustig baantje zijn. De spanningen tussen de verschillende politieke krachten die in deze eenheidslijst aanwezig zijn, kwamen al tijdens de campagne tot uiting.
Een mislukt presidentieel feestje
De president van de republiek Emmanuel Macron had kosten noch moeite gespaard om vijf ministers van de LREM-lijst naar de regio Hauts-de-France te sturen, waaronder Gérald Darmanin, minister van Binnenlandse Zaken, en Éric Dupond-Moretti, minister van Justitie. Het idee was niet zozeer om de verkiezingen te winnen, maar om de score van een potentiële concurrent voor de presidentsverkiezingen van 2022 te dwarsbomen… Helaas is de LREM-lijst op 9% gestrand en bevestigt de presidentiële partij, na de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar, hoe moeilijk het is om zich lokaal te verankeren. De République en Marche moet zich tevreden stellen met slechts enkele verkozenen in de departementen, waaronder Gérald Darmanin voor het Noorden of Brigitte Bourguignon in Pas-de-Calais.
De departementen kiezen voor continuïteit
De verkiezingen in juni brachten maar heel weinig verschuivingen. Met de ineenstorting van het Rassemblement National werd het voor de regerende partijen nog makkelijker. De vijf departementen van de Hauts-de-France bevestigen de tendens. Nord, Oise, Aisne en Somme blijven in rechtse handen. Pas-de-Calais blijft, zoals dat al lang het geval is, een links bastion.