Deel artikel

kunst

Yaïr Callender brengt het alledaagse binnen in ceremoniële kunst

14 november 2022 5 min. leestijd

De sculpturen en installaties van Yaïr Callender staan in een traditie die deels religieus is. Al kun je de Surinaams-Nederlandse kunstenaar moeilijk vastpinnen op één houding: zowel zijn kunst als hijzelf is even filosofisch als praktisch.

Wat is kunst? Het meest pragmatische antwoord is: wat je aantreft tussen de neutrale, witte muren van een museum. Van zaken als archeologische vondsten en objecten uit de middeleeuwen ligt dat wat genuanceerder: je weet dat die stukken ooit een functie hebben vervuld in een dagelijks of spiritueel leven; al is het maar omdat de zaalteksten je erop wijzen. Maar dan nog kijk je er waarschijnlijk óók vanuit esthetische criteria naar. Het is dan verleidelijk om vormelijke eigenschappen te zien als het gevolg van een bewuste artistieke keuze.

Toch is de museale blik slechts één benadering, merkt beeldend kunstenaar Yaïr Callender (1987) op. Hij heeft een voorliefde voor ceremoniële en religieuze kunst, uit verschillende achtergronden en tradities. Daarin is vaak sprake van strikte regels. Voor ritueel object x
mag je bijvoorbeeld alleen materiaal y gebruiken. En voorwerp z kan je enkel tijdens de volle maan laten zien.

In religieuze kunst gelden vaak strikte regels: je mag maar één bepaald materiaal gebruiken, of je mag de kunst enkel tijdens de volle maan laten zien

Ook de klassieke binnententoonstelling is maar één manier om kunst te presenteren, benadrukt Callender. Zijn eigen werk vind je regelmatig binnen de white cube, zoals de neutrale ruimte van expositieruimtes heet. Hij nam onder meer deel aan groepstentoonstellingen en had in 2018 een solo in kunstruimte 1646 (Den Haag). Hij vindt het interessant om te ontdekken hoe een kunstwerk in contrast staat met zijn omgeving en hoe het daar een plaats krijgt binnen het dagelijks leven van anderen.

Twee- en driedimensionaal

Callenders sculpturen en installaties zijn daarom ook buiten de muren van expositieruimtes te zien, in de openbare ruimte. Het was ook buiten dat hij wellicht zijn eerste belangrijke aanraking had met kunst: als hangjongere had hij toch wel een voorkeur voor plekken met bijzondere beelden of architectonische elementen. Inmiddels staat er een permanente sculptuur van zijn hand in Suriname (Monument VI – Monument voor Moengo, 2017). Callender droomt ervan om ook blijvende kunstwerken te maken voor de openbare ruimte in Nederland.

Callender beschrijft zijn kunst als een combinatie van twee- en driedimensionaal. Daarmee staat hij in een traditie die deels religieus is: denk aan houtsnijwerk, gevelbeelden en reliëfs die in verschillende godsdiensten te vinden zijn. Ook als daarin sprake is van ‘plat’ werk, zoals schilderijen of mozaïek, functioneert dat meestal binnen de indeling en bestemming van de ruimte.

Die samenhang roept een ervaring op die sacraal kan zijn, maar daarom niet minder oprecht is. Callender – die gelovig is, maar geen specifieke godsdienst aanhangt – benadrukt de rol van het spirituele in zijn kunst. De twee zijn voor hem nauw verbonden.

Timmerman met een kunstenaars-cv

Er is een heel alledaagse kant aan spiritualiteit. Mensen hebben soms altaren in hun eigen woonomgeving staan, en een gebedshuis is uiteindelijk ook ‘gewoon’ een gebouw. Callender is dan ook niet alleen filosofisch ingesteld. Hij is ook heel aards en praktisch: in ons gesprek, in zijn werk en in zijn eigen leven. Om financieel onafhankelijk te zijn van het kunstenaarschap, werkt hij als timmerman bij een bedrijf dat gespecialiseerd is in de restauratie van monumenten, ornamenten en klassiek houtsnijwerk. Lachend vertelt hij dat hij zich daar destijds gewoon meldde met zijn kunstenaars-cv.

Er zit ook iets heel alledaags in zijn materiaalkeuze. Hij gebruikt beton, ijzer en hout, maar ook golfplaten en bloemen. Altijd is er wel iets dat herinnert aan zaken buiten de tentoonstellingsruimte: aan architectuur of meubels, de kerk waar je misschien heen gaat, je eigen woonkamer. Op sommige sculpturen – zoals een titelloos werk uit 2014, dat te zien was tijdens kunstbeurs Unfair – kun je zelfs zitten.

Misschien is dat spirituele versus praktische wel een vals onderscheid, bedenk ik me wanneer Callender enthousiast vertelt over een eeuwenlange traditie van het ceremonieel ‘tot leven’ brengen van sculpturen door ze rond te dragen. Dat gebeurde al bij de oude Egyptenaren en Grieken en het komt nog steeds voor in onder meer de Caribische en Surinaamse culturen.

Regels breken

Callenders interesse in ceremoniële objecten uit zich ook in een fascinatie voor monumenten, die hij zelf ook vervaardigt. Monumenten vormden de materie voor zijn afstudeerproject aan de kunstacademie. De leidende vragen: waardoor wordt een bepaald object eigenlijk een monument? Moet je zo’n object gewoon zo aanmerken, of zijn er ook bepaalde formele eigenschappen?

Zijn onderzoek liep parallel aan zijn belangstelling voor spiritualiteit. Hij ontdekte dat er een lange traditie is van beeldend werk als poging om iets te vangen dat niet in woorden valt uit te drukken. Dat bracht hem tot protocollen rondom vormelijke eigenschappen: een bepaalde kleur of vorm bijvoorbeeld staat voor een abstract idee. Wat Callender vervolgens interesseert is of hij die regels in zijn kunst kan ombuigen of zelfs breken.

Als voorbeeld noemt hij het tweedelige You need the words to see the spaces between them (2018). Eén deel hangt aan de muur, ietsje boven ooghoogte, het andere is aan een dakraam bevestigd. Op het eerste tekende hij met wasco een getrouw sterrenstelsel. Hij koos bewust voor die krijtjes vanwege de wat kinderlijke indruk die ze maken.

Op het bovenste stuk tekende hij een geometrische vorm uit de islamitische cultuur. Tegen de gebruiken in liet hij daarbij de lijnen weg. Alleen de knooppunten zijn nog over, als een tweede sterrenhemel. Dat geeft het werk iets gelaagds: eerst de werkelijkheid en iets daarboven de geometrie, en vervolgens kijk je dáár weer door naar de lucht.

Het gaat er Callender helemaal niet om te bewijzen dat er een soort wiskunde achter de dagelijkse realiteit zit; daar zou hij ook een stevige argumentatie voor nodig hebben, geeft hij toe. Maar juist in kunst kun je zo’n idee verkennen zonder dat het per se goed of fout is.

Kantelbare sculpturen

Veel van Callenders installaties zijn opgebouwd uit verschillende fragmenten of modules. Die geven je het gevoel dat ze gewoon weer herschikt kunnen worden. Hij maakt een onderscheid tussen twee creatieve fases: enerzijds het maakproces in de studio, waar hij objecten daadwerkelijk afrondt, en anderzijds het installeren van diezelfde werken.

Op locatie ziet hij ze binnen de fysieke expositieruimte en de context van de tentoonstelling waarvoor hij gevraagd is. Wat hij al heeft gemaakt, zegt hem dan opeens iets nieuws. Dat gevoel is leidend tijdens het installeren.

Soms blijkt er dan een ingreep nodig. Als voorbeeld noemt hij de kunstinstelling Omstand (Arnhem), waar hij in een soort glazen huisje exposeerde. Dat was een onrustige ruimte, met dat glas en vanwege verschillende balken. Daarom besloot hij de vloer te bedekken met grind, à la een Japanse zentuin, waarin hij zijn sculpturen liet zien: direct op de grond, zonder sokkels.

Altijd is er wel iets dat herinnert aan wat leeft buiten de tentoonstellingsruimte: aan architectuur of meubels, de kerk waar je misschien heen gaat, je eigen woonkamer

Dat grind was ook een manier om de afzonderlijk vervaardigde objecten bij elkaar te brengen, ondanks hun verschillende karakters. Door die nieuwe context kregen ze een nieuwe lading. Callender beschrijft het als een nieuwe fase in hun leven.

Op zijn telefoon laat hij een ‘losgemaakt’ wandsculptuurachtig werk zien dat hij op verschillende manieren heeft geëxposeerd: op zijn ‘rug’ op de grond in Omstand; in Kadmium (Delft) daarentegen op ooghoogte, gedragen door een soort karretje. Het betonnen object kan daardoor zelfs binnen de tentoonstelling op verschillende manieren getoond worden.

De constructie is niet alleen kantelbaar, maar ook verplaatsbaar. De neutrale tentoonstellingsruimte enerzijds en het meedragen van sculpturen anderzijds: ze blijken zo veel dichterbij elkaar te liggen dan je aanvankelijk zou denken.

Website Yaïr Callender

Maarten Buser-1- -Aad Hoogendoorn

Maarten Buser

kunst- en poëziecriticus, dichter

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [00000000000029210000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)