Deel artikel

kunst

Wouter Paijmans’ kunstenaarshand vind je in de foutjes

10 oktober 2019 5 min. leestijd

Wouter Paijmans (1991) schilderde altijd graag, maar gaandeweg stapte hij over op andere media. Toch is er ook wanneer hij met aluminium of textiel werkt nog een schilderkunstige benadering te zien. Dat leidde onder meer tot een hybride kunstvorm die hij confectieschilderijen noemt. Een reeks van die werken is nog tot en met 24 november te zien in museum De Pont in Tilburg.

Een van de eerste tentoonstellingen die ik besprak was een soort best of van de eindexamenexposities van 2015, met de meest beloftevolle afstudeerders aan de Nederlandse kunstacademies van dat jaar. Tot de opvallendste en overtuigendste bijdrages behoorden twee grote metalen objecten van Wouter Paijmans, toen net afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld Academie. Ze leken bewerkte readymades te zijn, ooit industrieel geproduceerd, maar er was iets niet mee in de haak, al wist ik niet precies wat. Een van de objecten was een verwrongen ogende stellage, Aluminium Scaffolding geheten. Het leek alsof er een poging was gedaan om met grote kracht een gevonden object in elkaar te drukken. Daarna was het geen gebruiksvoorwerp meer, maar een kunstwerk.

Een jaar of vier later vertelt Paijmans me dat de objecten toch echt geen readymades waren. Hij had ze zelf gebouwd, door aluminium over latjes te vouwen. Als je goed keek viel op dat ze niet helemaal goed in elkaar zaten of dat er de vingerafdrukken op zaten van hun maker. Bovendien is aluminium helemaal niet stevig genoeg voor stellages.

Van aluminium naar textiel

Paijmans kwam met een omweg op de Gerrit Rietveld Academie terecht. Na een tijdje landbouwschool schreef hij zich in voor een opleiding in vormgeving en communicatie, waar hij ook teken- en schilderlessen kreeg. Daarnaast bleek maquettes bouwen hem goed te liggen. Eenmaal op de kunstacademie moest Paijmans met alle media kennismaken.

Hoewel hij zichzelf aanvankelijk als een schilder zag, merkte hij dat sculpturen maken hem goed af ging. Hij ging op zoek naar manieren om het schilderen uit te breiden, bijvoorbeeld met een ruimtelijke component. Die interesse, en het gewoon met zijn handen bezig willen zijn, leidde onder meer tot de aluminium objecten waarmee hij afstudeerde. Soms beschilderde hij hun oppervlak.

Wanneer je een techniek tot in de puntjes beheerst minimaliseer je toevalligheden, vindt Paijmans

In 2016 werd Paijmans toegelaten tot de gerenommeerde postacademische kunstopleiding De Ateliers, voor een werk- en begeleidingsperiode van twee jaar. Aluminium verraste hem toen nauwelijks nog, en hij begon weer andere media te ontdekken.

De voornaamste was en is nog steeds textiel. Hij kocht een goedkope naaimachine en ging truien maken, gewoon omdat hij het te heftig vond om elke dag te schilderen en hij toch bezig wilde blijven.

Een opmerkelijke overeenkomst met de aluminium objecten, die niet bruikbaar zijn, is dat je de truien niet aan kunt trekken. Aanvankelijk was dat omdat Paijmans nog met de machine en het materiaal moest leren omgaan, maar inmiddels moet hij de truien bewust saboteren. Naar eigen zeggen is hij geen superster met de naaimachine, maar dat wil hij ook niet. Wanneer dat gebeurt gaat hij op zoek naar nieuwe media en materialen; hij wil zichzelf immers blijven verrassen. Wanneer je de techniek tot in de puntjes beheerst minimaliseer je toevalligheden, en dat zijn volgens Paijmans juist de cadeautjes van het maakproces.

Multimediaal schilderen

In de afgelopen vier jaar viel Paijmans bovendien ook op bij de jury’s van gerenommeerde aanmoedigingsprijzen. In 2018 was hij een van de winnaars van de Buning Bongers Prijs, die bedoeld is om jonge kunstenaars te stimuleren. Ook werd hij in hetzelfde jaar genomineerd voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst, een Nederlandse staatsprijs die ooit werd ingesteld om jonge schilders te stimuleren. Inmiddels is het terrein van die prijs behoorlijk verbreed: onder de winnaars en genomineerden vind je ook mensen die (deels) in andere media werken – tekeningen, installaties of collages bijvoorbeeld –, maar wel op een manier die je schilderkunstig zou kunnen noemen. De nominatie van Paijmans is ook toepasselijk, omdat zijn kunst iets schilderachtigs is blijven behouden, ook zonder verf en kwast. Hij maakt bijvoorbeeld een compositie door een huishoudtrap tegen een lappendeken van metalen platen te plaatsen, of met behulp van een aantal stapels kleurige truien.

In 2019 exposeerde Paijmans een aantal kunstwerken waarvoor hij eerder gemaakte aluminium objecten combineerde met recent vervaardigde kledingstukken. Achteraf noemt hij die werken een manier om vanuit zijn vroegere kunst de nieuwe te laten zien. Wat vooral opviel, waren de weerbaarheid en eigenwijsheid van het textiel. Het contrast met het hard en kil ogende aluminium was groot.

De jassen die bijvoorbeeld over een grote koelkast hingen of over een soort abstracte, scheermesachtige kapstok, leken veel minder robuust. Maar bij nadere beschouwing viel op dat ze misschien nog veel moeilijker naar de hand te zetten zijn dan het aluminium. Tenzij je bijvoorbeeld je toevlucht neemt tot ijzerdraad, valt textiel zoals het valt.

Confectieschilderijen

Die eigenwijsheid blijkt ook uit Paijmans’ serie textielwerken die sinds 14 september te zien zijn in De Pont, onder de titel Stripes & Stars (Confection Painting). De term ‘confectieschilderijen’ viel eens tijdens een gesprek met een vriend en is sindsdien blijven hangen. Het is niet alleen zijn eerste museale solo, maar ook de eerste keer dat hij in zijn eentje een ruimte tot zijn beschikking krijgt: de Podiumzaal van het Tilburge museum.

Daar draait het allemaal om: goed, aandachtig en scherp waarnemen

Hij exposeert daarin zo’n achttien grootschalige, grotendeels witte textielwerken die ogen als schilderijen. Ze zijn gebaseerd op een eerder werk dat hij maakte, Stars & Stripes uit 2018. Telkens zie je een capuchontrui tegen de achtergrond van een Amerikaanse vlag. Mede daarom doen ze denken aan popart. Daar voelt Paijmans zich zelf nauwelijks mee verwant, hoewel hij Andy Warhol hoog heeft zitten. Hij heeft het evenwel niet zo op de (kunsthistorische) neiging om nieuwe kunst vanuit de oudere te benaderen. Dat zit volgens hem het kijken in de weg en daar draait het allemaal om: goed, aandachtig en scherp waarnemen.

Evenmin gaat het hem om kritiek op de consumptiemaatschappij, hoewel winkels en massaproductie een belangrijke rol spelen in de serie. Hij wilde geen kledingwinkel namaken, benadrukt hij. Hij ging juist aan de slag met een beperkt aantal elementen uit die winkels: de reclameborden, de aantrekkingskracht waar hard over nagedacht is, het gegeven dat 60 procent van de muuroppervlak bedekt wordt door handelswaar. Hij heeft dat laatste omgerekend naar de Podiumzaal en komt dan uit op zo’n achttien kunstwerken. Telkens weer is er de Amerikaanse vlag te zien met een trui erop: armen uitgespreid, capuchon omhoog, alsof je naar een rennende persoon kijkt.

In Stripes & Stars (Confection Painting) – let ook op de omgekeerde woorden uit de titel – komen verschillende van Paijmans’ interesses en uitgangspunten samen. Op het eerste gezicht lijkt het te gaan om nagemaakte en ‘nutteloze’ objecten, maar het gaat misschien nog meer om toeval en vooral het scherpe kijken. Wanneer je seriematig werkt, ontstaat er veel meer ruimte voor grotere en kleinere verschillen. Herhaling kan veel onthullen, maar ook veel aan het zicht onttrekken. Als je achttien keer ongeveer hetzelfde ziet, vallen afwijkingen op een gegeven moment niet meer op. Dan slaat de gewenning toe en moet je je blik opnieuw scherpstellen.

Als je achttien keer ongeveer hetzelfde ziet, moet je je blik opnieuw scherpstellen.

Confectiekleding wordt weliswaar massaal geproduceerd, merkt Paijmans op, maar door mensenhanden: twee schijnbaar identieke kledingstukken hebben vaak toch kleine, soms bijna onzichtbare verschillen. Met zijn confectieschilderijen is het niet anders. Omdat het eerdere kunstwerk Stars & Stripes hem zo goed beviel, probeert hij dat zo getrouw mogelijk te doen. Omdat hij nu eenmaal geen professionele naaier is, ontstaat er nog wat meer ruimte voor toeval. De hand van de kunstenaar laat zich zo niet langer zien in een bewust ontwikkeld schilderkunstig handschrift, maar juist in de foutjes.

www.wouterpaijmans.nl/
depont.nl/tentoonstelling/detail/wouter-paijmans/
Maarten Buser-1- -Aad Hoogendoorn

Maarten Buser

kunst- en poëziecriticus, dichter

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000002ad70000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)