Deel artikel

taal column

Wis en waarachtig

27 oktober 2020 3 min. leestijd

Simon Stevin begreep vier eeuwen geleden al dat een hele maatschappij ervan profiteert als iedereen toegang krijgt tot kennis via duidelijke taal.

Mijn vaders hart veerde op toen ik hem als vijftienjarige een wiskundige vraag aankondigde. Zou zijn dochter dan tóch enige interesse in zijn stiel, de landmeetkunde, tonen? “Hoe komt het dat wij wiskunde wiskunde noemen, en geen mathematica? Het Engels heeft mathematics, het Frans heeft mathématiques en het Spaans matemáticas. Hoe komen wij dan in godsnaam aan wiskunde?” Vaders hoop ging liggen: “Dat is een táálvraag, daarvoor moet je bij je moeder zijn. En kan ik dan nu verder werken? Ik heb belangrijke berekeningen te maken.” Mijn moeder vond het voorwaar geen slechte vraag, maar ze had het antwoord niet, en dr. Google moest nog worden uitgevonden.

Het antwoord zou ik pas jaren later te weten komen, tijdens mijn studie Germaanse talen. Tot mijn vaders grote vreugde had een wís- en geen taalkundige de sleutel tot het mysterie in handen: Simon Stevin – op zijn Nederlands, niet op zijn Frans uitgesproken.

Het jaar 2020, vier eeuwen na zijn overlijden – Stevin werd geboren in 1548 in Brugge en overleed in 1620 in Den Haag – leek me het geknipte jaar om het antwoord met u te delen. Vijf eeuwen later zou nog mooier zijn, maar wachten tot 2120, dat red ik, vermoed ik, niet.

In elk geval was Simon Stevin van vele wetenschappelijke markten thuis. De Brugse militair ingenieur hield zich onder meer bezig met techniek, met boekhoudkunde, natuurkunde en wiskunde dus. Hij was bovendien een kind van zijn tijd.

In de geest van de renaissance vond Stevin dat volkstalen de allure van het Latijn moesten krijgen. In De Beghinselen der Weeghconst uit 1586 houdt hij onder het hoofdstuk ‘Uytspraeck van de weerdicheyt der Duytsche tael’ een vurig pleidooi voor het Nederlands, toen (Neder)duytsch genoemd, als voertaal voor de wetenschap.

Voor in oorsprong Griekse en Latijnse wetenschappelijke termen promootte hij daarom een Nederlands puristisch alternatief. Terwijl de ons omringende talen een variant van het Griekse mathematica gebruiken, spreken Nederlandstaligen van wiskunde door Simon Stevin.

Het woord wisconst, een samenstelling van wis– (‘zeker’, als in wis en waarachtig) en –const (‘kunde’, ‘wetenschap’), betekende zoveel als ‘de wetenschap van het zeker weten’: in wiskunde koop je die zekerheid door alles te bewijzen. Wisconst, in de achttiende eeuw vervangen door wiskunde, bestond al langer, maar door Stevin heeft het woord uit de moedertaal een blijvende plaats in onze woordenschat gekregen.

Dat Stevin louter uit renaissancistisch principe voor Nederlands koos, klopt slechts ten dele, leerde ik recent. Guido Vanden Berghe, emeritus gewoon hoogleraar wis- en natuurkunde, voegde daar in Interne keuken (Radio1, 19 september 2020) een extra verklaring aan toe.

Stevin zou, net als zijn tijdsgenoten geloofd hebben in het bestaan van een wijzentijd: een lang vervlogen tijd waarin álle nodige kennis om de wereld te begrijpen voor iedereen beschikbaar was. Om opnieuw toegang te krijgen tot die tijd van alomvattende kennis, de tijd van het ‘zeker weten’, had je Wisconstighe gedachtenissen nodig – inzichten in de wiskunde.

Nu was Stevin ervan overtuigd dat het paradijs van de wijzentijd zich niet zou openbaren na een intense speurtocht van Latijn-neuzelende academici alleen. Daar was méér mankracht voor nodig: de hele bevolking bij voorkeur. En die kon pas mee helpen zoeken als ze toegang kreeg tot de nodige wetenschappelijke voorkennis in de volkstaal die zij machtig was: het Nederlands.

Dat nam me nog meer voor duizendpoot Stevin in: nog lang voor de Heerlijk Helder-campagne had hij begrepen dat een hele maatschappij ervan profiteert als iedereen toegang krijgt tot kennis via duidelijke taal. Echt intelligent ben je pas als je in staat bent complexe zaken eenvoudig uit te leggen. Dat zei Albert Einstein later, maar eigenlijk was ‘onze’ Simon Stevin uit de Lage Landen hem voor.

Meer weten over de wonderlijke nalatenschap van Simon Stevin? Lees dan Simon Stevin van Brugghe: hij veranderde de wereld (Sterck & de Vreese, 2020). Guido Vanden Berghe, emeritus gewoon hoogleraar wis- en natuurkunde aan de Universiteit Gent, schreef het samen met Dieter Viaene en Ludo Vandamme. En in Brugge kun je nog tot 29 november naar de bijbehorende expositie gaan kijken.
Fieke-van-der-Gucht-c-Delphine-Lebon

Fieke Van der Gucht

coördinator academisch schrijfcentrum Taalonthaal aan de Universiteit Gent; corrigeert, redigeert of schrijft teksten als De Kommaneuker
(foto © Delphine Lebon)

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [00000000000029130000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)