Wie was de naamgever van het Mauritshuis en welke rol speelde hij in de slavenhandel?
Wie was Johan Maurits van Nassau-Siegen (1604-1679)? Dat onderzoekt het Mauritshuis in Den Haag met Bewogen Beeld, een expositie over zijn naamgever. Die toont diverse perspectieven op deze ‘vaderlandse held’, van zijn reputatie als gouverneur van Nederlands-Brazilië in de Gouden Eeuw tot en met hedendaagse visies. Welke rol speelde hij bijvoorbeeld in de slavenhandel? Ook in Ons Erfdeel 1/2019 vraagt Jos Joosten zich af hoe ‘heldhaftig’ en ‘vaderlands’ Johan Maurits eigenlijk was.
Het gebouw van het Mauritshuis dankt zijn naam aan de stichter van het gebouw, Johan Maurits van Nassau-Siegen. In 2017 werd zijn buste (een replica uit 1986) verplaatst uit de foyer van het Mauritshuis naar het depot. Er kwamen steeds meer vragen over Johan Maurits rol in de slavenhandel. Het museum opende in de plaats daarvan een vaste presentatie over de man in één van de kabinetten van het museum.
Begin 2018 vond een groot publiek debat plaats met veel media-aandacht. Met de tentoonstelling Bewogen Beeld – Op zoek naar Johan Maurits wil het Mauritshuis de discussie nu in een breder perspectief zetten. Het museum houdt zijn collectie die betrekking heeft op Johan Maurits op verschillende manieren tegen het licht om zo inzicht te geven in de verschuiving van ons beeld van en onze mening over de naamgever van het museum.
Mauritshuis, Den Haag
Eenzijdige visie
Johan Maurits was acht jaar lang (1636-1644) gouverneur van de plantagekolonie Nederlands-Brazilië, een kustgebied in het Noordoosten van Brazilië dat was veroverd op de Portugezen vanwege de lucratieve suikerplantages. Johan Maurits is daar tegenwoordig vooral bekend als de ‘verlichte’ bestuurder die, samen met kunstenaars, architecten en wetenschappers, een deel van Brazilië letterlijk en figuurlijk in kaart bracht.
Deze visie op Johan Maurits kun je eenzijdig noemen: zijn rol in en bijdrage aan de trans-Atlantische slavenhandel van de West-Indische Compagnie bleven onderbelicht.
Het Mauritshuis heeft wetenschappelijk onderzoek in gang gezet om beter inzicht te krijgen in de minder bekende kanten van de geschiedenis van Nederlands-Brazilië en Johan Maurits. Dat moet resulteren in verschillende publicaties.
Het onderzoek richt zich onder andere op Johan Maurits’ aandeel in en invloed op de handel in slaafgemaakte Afrikanen en op de bekostiging van de bouw van het Mauritshuis (dat in de zeventiende eeuw ook wel het ‘Maison du Sucre’ werd genoemd).
Rondom Bewogen Beeld organiseert het Mauritshuis een uitgebreide programmering.
Mauritshuis, Den Haag
Johan Maurits in Ons Erfdeel
In het recentste nummer van Ons Erfdeel plaatst ook Jos Joosten, hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, vraagtekens bij Johan Maurits: hoe ‘vaderlands’ is deze in Duitsland geboren en gestorven Nassau, die maar een bescheiden deel van zijn leven in Nederland verbleef, in een tijd dat het begrip ‘vaderland’ nog volop in ontwikkeling was?
En hoe ‘heldhaftig’ was hij eigenlijk? Joosten zoekt antwoorden in de gedichten die Vondel over Johan Maurits schreef, en wijst er ook op dat al langer duidelijk is dat Johan Maurits te maken had met de slavernij:
En Johan Maurits’ betrokkenheid bij slavenhandel, de steen des aanstoots waardoor de ophef over het borstbeeld in het Mauritshuis begon? Vondel heeft het er in geen van zijn gedichten over. Wist hij er niets van? Was het zo’n maatschappelijke vanzelfsprekendheid dat hij er niet over dichtte? Vaststaat dat slavernij in Vondels tijd, zij het in bescheiden mate, al punt van discussie was. In de hagiografie die Barlaeus (waarschijnlijk in opdracht van de gebiografeerde zelf gemaakt) in 1647 schreef, werd Johan Maurits’ betrokkenheid bij het fenomeen al kritisch beschouwd. Aan de basis van de kritiek lag het gegeven dat men het houden van slaven in strijd achtte met Bijbelse beginselen. Eind negentiende eeuw plaatste neerlandicus Gerrit Kalff in een artikel in De Gids ook zijn vraagtekens bij Johan Maurits’ betrokkenheid bij slavenhandel. Hij noemde hem “waarschijnlijk (…) te zeer een kind van zijn tijd om van de rechten van den mensch en het doemwaardige van slavernij overtuigd te zijn”. Enigszins curieus is het nu aangekondigde onderzoek naar dit precaire onderwerp. Wie zich maar enigszins oriënteert op Johan Maurits, ziet immers dat dit onderzoek allang gedaan wordt (onder meer door historicus Luis Felipe de Alencastro).
Lees hier
Joostens volledige tekst.