Een krachtige, originele uitdrukking of een handig gekozen woord, ze kunnen een opstap zijn naar succes. De verkiezing van ‘taalpionier van de eeuw tot nu toe’ doet Marten van der Meulen stilstaan bij de rol en de macht van taalinfluencers.
Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een verkiezing voor. Beste film, mooiste boek, insect van het jaar, beste adviesbureau in Nederland voor Fusies & Overnames, consultancydiensten, beste gin, en ga zo maar door. Het is nog net niet zo erg als het aantal themadagen per jaar, maar er valt veel te kiezen. Zo ook op taalgebied, waar we kunnen stemmen op alles, van slechtste slogan tot beste jongerenwoord via het Maastrichtse Woord van het Jaar. Een verkiezing voor meest gênante taalverkiezing van 2024 was er dan weer niet.
Als die er wel was, kon ik mooi de Van Dale Woord van het Jaar Verkiezing nomineren. In hun ophefdrang lieten die lui zich voor een extremistisch-conservatief karretje spannen. Hun reactie was bovendien van alle zelfreflectie gespeend. Maar goed, die verkiezing was er dus niet.
Veel van de taalverkiezingen bestaan al jaren. Er was echter recent ook een nieuwe taalverkiezing: die van ‘taalpionier van de eeuw tot nu toe’, georganiseerd door Onze Taal. De eervolle titel ging uiteindelijk naar schrijfster en cabaretière Paulien Cornelisse, die eindigde voor radiomaker Frits Spits en taalkundige Nicoline van der Sijs. Andere genomineerden waren Jan Hautekiet, Martine Tanghe, Joke van Leeuwen en Ludo Permentier.
Cornelisse won vanwege haar uitgebreide werk op het gebied van taal. Zo schreef ze een aantal boeken, Taal is zeg maar echt mijn ding, En dan nog iets en Taal voor de leuk. Ze bevatten allerlei scherpzinnige observaties over onderbelichte taalfenomenen. Ze gingen ook nog eens honderdduizenden keren over de toonbank.
Vanwege al die nieuwe observaties kunnen we Cornelisse dus, denk ik, wel een pionier noemen. Dat is immers iemand die onbekend gebied betreedt, ontdekt of verkent. Is daarmee de kous af? Nee, totaal niet! In de verkiezing gebruikte Onze Taal namelijk ook een andere term voor de winnaar. Het zou ook gaan om ‘invloedrijkste taalgebruiker’. En dát is een héél interessante maar ook nogal ingewikkelde titel.
Als je erover nadenkt, dan is taalgebruiker best een vreemde term
Want als je erover nadenkt, dan is taalgebruiker best een vreemde term. Aan de oppervlakte is immers iedereen dat, net als we allemaal ademers zijn, of handengebruikers. Zo bezien is het een nietszeggend woord. Je had net zo goed ‘invloedrijkste mens’ kunnen gebruiken. Dat was natuurlijk niet de bedoeling. Meestal wordt er iets anders mee bedoeld, namelijk iemand die voor zijn/haar/hun werk bezig is met taal. Journalisten, schrijvers, tolken, redacteuren, taalwetenschappers, docenten, dat soort volk. Een ander woord voor al deze beroepsgroepen is taalprofessional. Alle genomineerden vallen in deze categorie, dus dat werkt op zich wel.
Toch wringt er nog iets. Dat heeft te maken met een verschil in voorzetsel. Je hebt namelijk mensen die dingen doen met taal, en je hebt mensen die dingen doen over taal. Schrijvers, docenten, journalisten en theatermakers vallen in principe in die eerste categorie. Ze gebruiken taal als middel. Voor taalwetenschappers ligt dat anders. Zij bestuderen het fenomeen zelf en schrijven en spreken over taal. Taal is het doel. Daarvoor gebruiken ze natuurlijk ook weer taal als middel, maar dat is niet het belangrijkste onderdeel. Ook Paulien Cornelisse valt in deze categorie, omdat ze over taal schrijft. Net zoals radiomakers Jan Hautekiet en Frits Spits radioprogramma’s over taal maken.
Zo bezien zijn er eigenlijk bar weinig genomineerden in de lijst voor wie taal het middel is. Nieuwslezeres Martine Tanghe is dan eigenlijk de enige. Maar wacht: Paulien Cornelisse is het toch ook! Want, zegt hoofdredacteur Saskia Aukema van Onze Taal: “De meeste sollicitatiebrieven die binnenkomen bij Onze Taal beginnen met ‘taal is zeg maar echt mijn ding’.”
Inderdaad: dat hoor je veel. Toen ik me laatst op een feestje introduceerde als taalwetenschapper was dat direct de repliek. En die uitdrukking is de titel van het boek van Cornelisse. Dat is dus invloed op ons taalgebruik!
Is één relatief veelgebruikte term een teken dat je invloedrijk bent?
Zo bezien is Cornelisse nóg meer terecht als winnaar, omdat ze zowel met als over taal invloedrijk is. En toch… is één relatief veelgebruikte term een teken dat je invloedrijk bent? Ik vind dat eigenlijk nogal magertjes. Kijk naar rapgroep De Jeugd van Tegenwoordig. Ik durf te stellen dat hun woord watskeburt nog véél vaker gebruikt wordt dan ‘taal is zeg maar echt mijn ding’. Of neem cabaretduo Van Kooten en De Bie. Zij introduceerden een flink aantal woorden die na decennia nog gebruikt worden.
Hoe dan ook is de hoeveelheid nieuwe woorden of uitdrukkingen die iemand heeft bedacht, en/of hoe vaak die gebruikt worden, zeker een mogelijke manier om invloed op taal te meten. Je zou ook allerlei andere manieren kunnen bedenken. Hoe breed een woord in de samenleving gebruikt wordt bijvoorbeeld. Maar je kunt ook kijken naar totaal andere taalelementen. Uitspraak, of zinslengte. Misschien is de meest geïmiteerde spreker wel de meest invloedrijke, al heb ik geen idee wie dat is. Of je kunt kijken naar wie het meest heeft gedaan voor het prestige of de status van het Nederlands. Misschien is dat dan wel Lucas Rijneveld, als eerste Nederlandstalige winnaar van de prestigieuze International Booker Prize.
Als taalinfluencer kun je eigenlijk niet heen om Geert Wilders
Stel dat je toch de twee maatstaven van woorden wilt gebruiken, dan kom je volgens mij in Nederland bij een totaal andere naam uit dan die van de lijst met genomineerden. Je komt volgens mij namelijk uit op de radicaal-rechtse politicus Geert Wilders. Hij heeft in de afgelopen kwarteeuw een heleboel nieuwe termen geplugd, waaronder kopvoddentaks, Henk en Ingrid, en onlangs nog de ruggengraat van een banaan. Zijn uitspraken hebben via (sociale) media een enorm bereik en blijven ook jaren later nog hangen.
Politiek gezien heb ik minder dan niks met Geert Wilders. Maar als taalinfluencer kun je eigenlijk niet om hem heen. Niet alleen vanwege zijn woorden, maar ook vanwege zijn invloed op het politieke discours. Zowel inhoudelijk als stilistisch heeft hij volgens mij grote invloed gehad op de manier waarop politiek in Nederland wordt bedreven. Ik begrijp dat Onze Taal hem niet nomineert, om niet in een politieke val te trappen (zeker niet als je ziet wat er bij Van Dale allemaal misging). Toch ontkom je niet aan het kijken naar politiek en het kijken naar Wilders. Het is zeer teleurstellend, maar er zit ook een les in. Een sterke uitdrukking, een slim woord, het kan je succesvol maken. Als cabaretier, als verkoper, maar ook als politicus.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.