Deel artikel

Lees de hele reeks
literatuur column

‘Weer blijf ik hangen bij die twee woorden: sociaal minimum’

24 februari 2021 4 min. leestijd Thomas Heerma van Voss

Het desastreuze Nederlandse cultuurbeleid dat bij Halbe Zijlstra begon, is nu in ambtelijke regelingen uitgeschreven, merkt Thomas Heerma van Voss wanneer hij noodgedwongen een beroep doet op coronasteun.

Een onbekende vrouwenstem aan de telefoon. Iemand van de gemeente. Ze wil steekproefsgewijs een paar gegevens controleren die ik eerder online heb ingevuld. Nadat ik me maandenlang afzijdig hield van corona-gerelateerde subsidieregelingen – niet zonder trots: blijkbaar verzoop ik niet direct nu alles stilviel – heb ik me recent noodgedwongen alsnog aangemeld voor een maandje Tozo, de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers die de Nederlandse overheid in het leven riep na de corona-uitbraak.

Of ik een deel wil terugstorten, vraagt de onbekende vrouwenstem, al is het natuurlijk geen vraag. “We zien in ons systeem dat je dertig euro te veel hebt ontvangen.”

“Te veel, echt?”

Ik verwacht dat ze gaat vragen of ik alleen woon, misschien zegt haar systeem wel dat er hier tot voor kort ook nog een andere bewoner stond ingeschreven. Maar er valt alleen een stilte.

Getik op een toetsenbord, geschraap van haar keel, ze loopt mijn gegevens nog eens mompelend na. “Volgens mij moet er in totaal dertig euro vanaf.” Dan vraagt de vrouw of mijn inkomsten de afgelopen maand echt zo laag zijn geweest. En kan ik mijn gegevens via mijn DigiD-account nog een keer zorgvuldig nalopen?

Uiteindelijk ben ik een halve dag bezig met de aanvraag. Die dertig euro blijk ik niet terug te hoeven storten. Wel moet ik bevestigen wat ik al online aangegeven heb, bewijzen dat mijn bevestiging klopt, en ten slotte staat zwart op wit dat ik inderdaad recht heb op het bedrag dat ik al kreeg, een krappe duizend euro – het “sociaal minimum” dat nu wettelijk is vastgesteld.

Mensen vergeten weleens dat schrijven voor een niet onbelangrijk deel een praktische aangelegenheid is. Bijna dagelijks ben ik bezig met werkmails beantwoorden, facturen of herinneringsmails sturen, kwijtgeraakte bonnetjes terugzoeken, reageren op inventariserende verzoeken of geïnteresseerde berichtjes, contact onderhouden met opdrachtgevers, nu dit gehannes rondom de Tozo.

Terug naar de website van de gemeente. Al mijn verzamelde gegevens onder elkaar op mijn scherm – en weer blijf ik hangen bij die twee woorden. Sociaal minimum. Een omschrijving die me elke keer opnieuw steekt. Geen stimuleringsbijdrage, geen hulpfonds, geen vervangend inkomen, nee, het minimale, zo is de Tozo gedoopt. Kennelijk kijkt de Nederlandse regering zo naar wat de gemiddelde zelfstandig ondernemer gewoonlijk verdient, of nee, erger nog: naar wat hem of haar toekomt.

Mensen vergeten weleens dat schrijven voor een niet onbelangrijk deel een praktische aangelegenheid is

(En ik heb dan nog de mazzel dat een uiterst vriendelijke dertiger genaamd Tom mij helpt met mijn administratie; als pubers ontmoetten we elkaar online, op een hiphopforum, we studeerden Nederlands in verschillende steden en gaandeweg hielp hij me met steeds meer taakjes. Tussendoor ging Tom werken in een schnitzelfabriek, waar hij de vrouw ontmoette met wie hij naar Polen emigreerde, en ergens in een Pools dorpje houdt hij nu een grote spinnenverzameling en werkt hij af en toe mijn administratie bij – maar goed, dit is een ander verhaal. Wanneer de cafés weer opengaan, vertel ik iedereen die het maar horen wil heel graag over Tom.)

KLM krijgt van de Nederlandse regering vijf miljard, BasicFit twintig miljoen, intussen wordt voor twee samenwonende zzp’ers een sociaal minimum van duizendvijfhonderd euro berekend en ontvangt één zzp’er hoogstens duizend euro – waar achteraf ook nog belasting over betaald moet worden en waarvan elk eurootje nog eens omgedraaid wordt.

Er is vaker gewezen op het pijnlijke contrast tussen het culturele steunbeleid in Nederland enerzijds en dat in, zeg, Duitsland anderzijds. Kanselier Angela Merkel benadrukte meerdere keren dat kunst en cultuur van waarde zijn en dat het brede, diverse culturele landschap in Duitsland daarom ook na het coronavirus moet blijven bestaan. Is het denkbaar dat minister-president Mark Rutte – of iemand van een regerende partij in Nederland – ooit zoiets zal zeggen?

Sociaal minimum: kennelijk kijkt de Nederlandse regering zo naar wat de gemiddelde zelfstandig ondernemer toekomt

Het schrijnendste van dit alles is natuurlijk dat alles er inmiddels op wijst dat de VVD ondanks haar afbraakbeleid straks alleen maar groter is dan hiervoor. Het maakt de meeste mensen blijkbaar niks uit dat boekhandels niet eens een loket mogen openen, dat bibliotheken op het punt staan om failliet te gaan. Uiteindelijk krijgt een land niet alleen de politici die het verdient, maar ook het cultuurbeleid.

Corona heeft veel op scherp gezet – en vanzelfsprekend ook zaken die veelomvattender en gevaarlijker zijn dan de financiële tegemoetkoming voor stilgevallen eenlingen, en je kunt ook blij zijn dat er tenminste iets als Tozo bestaat. Maar het desastreuze cultuurbeleid dat jaren terug bij Halbe Zijlstra begon is nu in ambtelijke regelingen uitgeschreven: kunstenaars – en alles en iedereen dat bij hun werk komt kijken – hoeven op niet meer te rekenen dan op het sociale minimum. En waar mogelijk probeert de staat daar nog iets af te schrapen.

Merkel benadrukte meerdere keren dat kunst en cultuur van waarde zijn. Is het denkbaar dat Rutte ooit zoiets zal zeggen?

Het gevolg? Een gevoel van zowel afwijzing als geldingsdrang, die twee hebben natuurlijk vaak met elkaar te maken. Inmiddels is het exact twaalf maanden geleden dat mijn laatste roman verscheen, vlak voor alles tot stilstand kwam. De lockdowns en alle bijbehorende sluitingen hebben mijn band met het boek niet aangetast, wel ietsje vertroebeld; met eerder schrijfwerk betrad ik weleens een podium, om passages voor te lezen waarvan ik direct kon merken hoe ze landden, passages ook die elke avond ietsje nadrukkelijker in mijn hoofd werden gesleten.

Nu voelt het alsof ik al tijden zit te wachten. Op het moment dat mijn zinnen weer hardop door iemand anders worden gehoord dan ikzelf. En op het moment dat het niet meer officieel een sociaal minimum is wat me wordt toegewezen, wat ik uitvoer, of wat elke andere schrijver dan ook onderneemt – en dat ik niet meer mijn hand hoef op te houden bij een staat die zonder het te zeggen duidelijk maakt: ga maar iets anders doen, dit heeft geen waarde.

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000291f0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)