Nu de Franse vertaling van De Canon van Vlaanderen is verschenen, gaan er weer stemmen op voor een Waalse canon. Dwaasheid, vindt Ricus van der Kwast, een Nederlander die al lang in Wallonië woont. België moet juist haar eigen troeven omarmen als ontmoetingsplaats van talen en culturen in plaats van zich op te sluiten in regionale identiteiten. ‘Komt de individuele identiteit niet in het gedrang door die drammerige etikettenkleverij?’
Precies op de dag dat de Franse vertaling van De Canon van Vlaanderen verscheen, op 12 november, organiseerden Septentrion en les plats pays (zustertijdschrift en -website van de lage landen) aan de Luikse universiteit een debat over wederzijdse vooroordelen tussen Walen en Nederlandstaligen: Au-delà des clichés.
Als ik ervan afzie dat ik hakkelde en stotterde in een taal die niet de mijne is, als ik vergeet dat ik altijd precies weet hoe ik het had moeten zeggen als iedereen al lang naar huis is, dan was Au-delà des clichés een goed debat. Het was hooguit jammer dat het gesprek lang bleef steken in een discussie over identiteit: de identiteit van de Waal en de Vlaming en, met aan de zijlijn, de Brusselaar en de Nederlander.
Het is van een diepe tragiek dat de Belg de sterkste kanten van zijn land nooit onder ogen wil zien. Het is de meertaligheid die van zijn land een vanzelfsprekende partner maakt voor zowel Fransen, Duitsers als Engelsen. Het is het samengaan van culturen in België dat het land sinds zijn geboorte een voortrekkersrol in Europa gaf, ook toen Europa nog niet meer was dan een abstract werelddeel op een landkaart. Het zorgde voor een sfeer van leven en laten leven, waarin vrijdenkers van allerlei pluimage, Nederlandse artiesten voorop, meer dan anderhalve eeuw geleden al hun toevlucht zochten in alle hoeken van het land, als digitale nomaden avant la lettre.
De Belg is al twee eeuwen lang de Europeaan van de toekomst. Daar zou hij zich op kunnen laten voorstaan. Maar wat doet-ie? Hij versnippert zich, de Vlaming voorop
Het heeft ervoor gezorgd dat Brussel de enige natuurlijke hoofdstad van Europa kan zijn, dat Belgische diplomaten en managers begeerde kandidaten voor internationale topfuncties zijn. De Belg is al twee eeuwen lang de Europeaan van de toekomst. Daar zou hij zich op kunnen laten voorstaan. Maar wat doet-ie? Hij versnippert zich. Hij gaat in zijn eigen gewest op zoek naar een identiteit, de Vlaming voorop, gedreven door een minderwaardigheidscomplex waar geen leger aan psychiaters hem nog van kan genezen. Hij gaat canons maken.
Wat stelt de Waal daar tegenover? Hij zou kunnen wapperen met zijn terre d’accueil als uithangbord, kunnen pochen dat hij zich niet hoeft te wringen in een one size fits all collectief keurslijf, of gewoon zijn schouders ophalen. Maar nee, hij wil nu ook zijn eigen canon. Wat is het toch met onze obsessie om vandaag overal hitlijsten van te maken? Zo’n canon zal vast een mooi vormgegeven boek opleveren, en tegelijk het soort boek dat over maximaal tien jaar voor 4,99 euro in de ramsj ligt, naast vereenzaamde encyclopediedelen uit vergeten reeksen.
Kun je niet stilletjes trots zijn op je eigen dorp, stad, gewest of land, het liefst allemaal tegelijk, zonder dat er een canon aan te pas moet komen? Waarom moet je zo naarstig op zoek naar een gemeenschappelijke identiteit van een land of landsdeel? Kan de Waal niet vrij van verplichtingen af en toe stilstaan bij een rijk industrieel verleden, of bij Georges Simenon, of bij bieren, wafels en aardbeien? Daarvoor hoef je toch niet te doen alsof je allemaal afstammelingen in een rechte lijn bent van Ambiorix of de man van Spy? Je hoeft toch geen gezochte verbanden te leggen met gebeurtenissen die ooit bij jou in de buurt hebben plaatsgevonden, of overeenkomsten te zoeken met mensen die toevallig op jouw stukje aardkloot wonen, en dat terwijl je âme sœur intussen nietsvermoedend in Sub-Sahara Afrika rondloopt?
© c Nationaal Archief Jack De Nijs / Archief CD / We El & A. Waroquier - Wiki Commmons
Komt de eigen individuele identiteit, oneindig veel belangrijker, niet in het gedrang door al die drammerige etikettenkleverij? Kunnen we onze honger naar een groepsgevoel niet stillen door mee te zingen in een koor of lid te worden van een sportclub?
Een stap verder: ligt het gevaar niet op de loer dat we ons vereenzelvigen met het succes en falen van onze lap grond, met de economische prestaties, met het bnp per capita, met de werkloosheidsgraad? Elke ondernemer die, zoals ik, internationaal zakendoet, kent het gevaar van stereotypen en vooroordelen. Terwijl je op je qui-vive bent voor de notoir trage Italiaanse betaler, word je genekt door de wanbetaler uit punctueel Duitsland. De hardst werkende Europeanen zitten ondertussen in Griekenland en Portugal. België en Nederland bungelen onderaan die lijst, alleen nog afgetroefd door Duitsland.
Laat de Waal een daad stellen. Laat hij zich profileren als de eerste Noord-Europeaan die geen canon nodig heeft
Laat de Waal een daad stellen. Laat hij zich profileren als de eerste Noord-Europeaan die geen canon nodig heeft. De problemen die hij thuis onmiskenbaar heeft, zal hij daar echt niet mee oplossen. Daarvoor zal hij de bescheidenheid van zich af moeten gooien, net iets meer – ik zou haast zeggen: Nederlands – aplomb moeten tonen. Hij zal het fatalisme moeten laten varen en zich niet langer laten leiden door vroegere mislukkingen die als een selffulfilling prophecy voort etteren. Hij moet ondernemen, de boer op, talen leren en spreken, zonder angst om fouten te maken.
De Waal kan het zo af zonder groepsidentiteit, in het besef dat elke gekunstelde creatie daarvan leidt tot beperkingen, polarisatie en uiteindelijk tot clichés. Identiteitloos gelukkig: daar had dat debat in Luik best nog wat meer over kunnen gaan.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.