Wie grenzen oversteekt, doorbreekt routines en staat weer open voor schoonheid en verwondering. Ditmaal wipt de VL⇄NL-nieuwsbrief de taalgrens over, op zoek naar verbindingen met de buren.
Beste lezer,
Hier wil ik wonen, hier wil ik oud worden. Dat gevoel besprong kunstenaar Koen Broucke, toen hij in 2014 met schrijver Koen Peeters, journalist Pascal Verbeken en dichter Peter Holvoet-Hanssen op weg naar Miavoye – het kuuroord waar Paul van Ostaijen zijn laatste maanden beleefde – in Waulsort passeerde. Hun bedevaart boekstaafde het kwartet in een heerlijk boek. Enkele jaren later vond Broucke in Waulsort een thuis.
Fotograaf en filmer Tijs Posen bracht er de afgelopen drie jaar menig uur door en maakte over Broucke de stemmige documentaire De honden zullen altijd blijven blaffen. In de openingsscène staat de kunstenaar in de avondschemering op de rand van een rots vogelgeluiden op te nemen, naar eigen zeggen “ver weg van de dwaasheid van de wereld, de wereld die doordraait, altijd maar doordraait.”
Wie Broucke even later “’t Is allemaal weg meneer” hoort zuchten bij het aanschouwen van beelden van een recent gesloopt hotel uit de belle époque kan denken van doen te hebben met een weemoedige ziel die zich van de hedendaagse wereld afwendt. Maar de milde ironie en zachtmoedige aard waarmee hij zichzelf en zijn omgeving beziet, ontzenuwen dat beeld.
Ecologische daad
De kijker die zich onderdompelt in de film en in Brouckes werk kan niet anders dan in de ban raken van de aandachtige toewijding waarmee de kunstenaar de wereld benadert en verbeeldt. Met de verwondering van een kind woelt hij in de historische lagen van het landschap. Wat hij vindt en ziet, vereeuwigt hij in betoverende en gelaagde schilderijen waarnaar je kan blijven kijken.
Wat Broucke vindt en ziet, vereeuwigt hij in betoverende en gelaagde schilderijen waarnaar je kan blijven kijken
Landschapsschilderen is, zegt hij in de docu, “een fundamenteel ecologische daad. Je gaat eigenlijk een soort van liefdesrelatie aan met dat landschap en je kan het niet meer vernietigen (…) Je beschermt het al door te schilderen, je legt het vast.”
De vruchten van die arbeid zijn momenteel te aanschouwen in Geel, waar in CC De Werft de expositie Mosa Mystica loopt. Daar zijn de schilderijen en tekeningen te zien die voortvloeiden uit Brouckes verkenningstochten door zijn geliefde dorp aan de Maas en de heuvels in de omgeving. Ça vaut le détour.
© Koen Broucke
Tussen buren
Broucke is een Vlaamse kunstenaar die de taalgrens is overgestoken en nu op Waalse bodem woont. Aan de raakvlakken en wrijvingen tussen Wallonië en de Nederlandstalige wereld is het jongste nummer van ons Franstalige tijdschrift Septentrion gewijd.
Het rijke nummer bevat onder meer een door journalist François Brabant bijzonder elegant opgetekend verhaal over de ontwikkeling van België in de afgelopen decennia, een sfeervolle reportage van Pascal Verbeken over hoe Charleroi dankzij culturele initiatieven herleeft, een verhelderende analyse van historicus Vincent Scheltiens van identiteitsvorming in Vlaanderen en Wallonië en een online ook in het Nederlands verschenen verhaal van mijn hand over hoe literaire initiatieven verschillende taalgemeenschappen samenbrengen in de driehoek Maastricht-Aken-Luik. À lire absolument!
Als dessert bij dit nummer beveel ik u het boek Luik, een liefdesverklaring aan. De Nederlandse sportjournalist Bart Jungmann raakte bij een editie van Luik-Bastenaken-Luik in de ban van de stad aan de Maas en ging er na zijn pensioen enkele maanden wonen. Zijn dwaaltochten door de straten en langs de cafés van Luik leverden een plezierig boek op dat doet verlangen naar de “punkstad” te vertrekken.
Te weinig verbindingen
Hoeveel mooie initiatieven er ook zijn, hoeveel pogingen gedreven kunstenaars en goedwillende beleidsmakers ook ondernemen bruggen te slaan tussen Wallonië en de Nederlandstalige wereld, de contacten blijven aan de magere kant.
Nu ben ik in deze VL⇄NL-nieuwsbrief aan de andere kant van de taalgrens beland, maar tussen Vlaanderen en Nederland die wél een taal delen is het vaak niet zo gek veel beter. “Ik denk dat de culturele grens tussen Nederland en Vlaanderen de laatste decennia een paar stenen hoger is geworden. We kennen elkaars schrijvers en acteurs minder goed, lezen elkaars tijdschriften minder”, zei Bart Moeyaert onlangs in een interview in NRC ter gelegenheid van het verschijnen van Een ander leven.
Een ander leven is mogelijk als we ons losweken uit patronen en conventies, het vertrouwde verlaten en ons laten raken door schoonheid
Een parel, dat boek. In intiem en intens proza verkent Moeyaert het ontkiemen van zijn schrijverschap en de zoektocht “naar evenwicht tussen de twee mensen die ik ben: de schrijver die weet wat hij wil en de man die twijfelt of hij wel voldoet”. Om zijn pad te vinden, moet hij zich losmaken van zijn familie. Met een mengeling van liefde, verwondering en vervreemding portretteert hij zijn moeder. De zoon in hem is licht ontsteld als hij ontdekt dat zij soms droomde van een ander leven, niet onderworpen aan de verplichtingen van het gezin. Het is juist wat hij ook wil: een ander leven waarin hij zich niet voegt naar de gangbare normen en patronen, zijn geaardheid vrij beleeft en zich laat raken door schoonheid. Wanneer euforie hem oog in oog met een Iers landschap overvalt, noteert de schrijver: “Er bestaan plaatsen op de wereld waar je uit de suffe stilstand van je dagelijkse leven wordt geschud.”
Die plekken hoeven niet ver weg te zijn, bij de buren ziet de wereld er vaak al heel anders uit. Alle reden om de grensmuur tussen Nederland en Vlaanderen weer een paar stenen lager te maken. Niet alleen in de overdrachtelijke betekenis, ook in de letterlijke zin. Want er is, lees de spitse opinie van Basil Claeys en Sjereno Cörvers er maar op na, een pijnlijk gebrek aan mogelijkheden de grens per trein over te steken.
Met laaglandse groet,
Tomas Vanheste