Het Nederlands is een pluricentrische taal, zo luidt de consensus die mee wordt uitgedragen door de Taalunie. We spreken allemaal Nederlands, maar sommigen spreken Belgisch-Nederlands, anderen Nederlands-Nederlands en nog weer anderen Surinaams-Nederlands. Marc van Oostendorp ontmaskert die consensus als een politieke constructie. Wat betekent dat voor het Nederlands en het idee van een standaardtaal? Hoe anders kijken de diverse landen en regio’s naar onze taal?