Volgend jaar ligt er vast een coronaroman op je nachtkastje
Het coronavirus neemt wereldwijd ongeziene proporties aan. Terwijl landen op slot gaan en werknemers technisch werkloos worden of van thuis moeten werken, (her)ontdekken we massaal pandemiefictie. Ook schrijvers en dichters in onze contreien wagen zich steeds meer aan het fenomeen. ‘Binnen een jaar kunnen we wellicht spreken van de coronaroman.’
Restaurants en cafés zijn gesloten, stadscentra liggen er verlaten bij en de snelwegen waren nog nooit zo roerloos. Met zo’n postapocalyptische beelden hoeft het niet te verbazen dat we en masse films kijken en literatuur lezen over fictionele pandemieën. Zulke verhalen hangen door het coronavirus weer in de lucht, weet professor Amerikaanse literatuur Pieter Vermeulen. ‘Hoe langer we in ons kot moeten blijven en het virus om zich heen blijft grijpen, hoe sneller we over onze huidige conditie zullen lezen in de literatuur. Een vrij logische ontwikkeling als je erover nadenkt: naarmate onze vrijheid beperkt wordt, des te meer we ons herkennen in dergelijke literatuur.’