Deel artikel

taal column

Waarom een ventvent altijd op een meisjemeisje valt

6 januari 2020 3 min. leestijd

De vondst van een dood insect doet een column rijpen in de taalkundige kop van Fieke Van der Gucht.

Tussen kerst en nieuw vond ik een lieveheersbeestje in huis. Het gemummificeerde diertje deed helemaal niks meer. Lieveheersbeestjes vreten zich vol in de herfst en gaan dan hun winterslaap in door zich terug te trekken in de kieren en spleten van warme huizen. Zo laden ze zich op om in de lente weer volop bladluizen te bunkeren. De stippenheld die ik voorzichtig tussen duim en wijsvinger hield, overleefde de winterslaap evenwel niet.

Ikzelf noem een lieveheersbeestje lieveheersbeestje, maar ik ben jaloers op de mensen die klankrijker dialectnamen gebruiken. De varianten met pim- of ping- zijn mijn favorieten: naast pimpampoentje zijn dat bijvoorbeeld pimpadonaatje, pimpernelletje, pimpompulletje of pingpangpoontje.

Vooral bij diertjes die het goed doen bij kinderen, spelen dialecten graag met klanken. Pimpanpoentje combineert er twee: de alliteratie (p-p-p) met een expressieve klinkerwissel (i-a-oe). Bij kindertaal horen wel meer van dat soort koddige woordvormingsrecepten. Woefwoef, de schattiger naam voor hond, herbergt een alliteratie (w-w), een onomatopee of klanknabootsing (een woefwoef blaft “wafwaf”) én een reduplicatie. Bij reduplicatie wordt een lettergreep of woorddeel herhaald, zoals bij woefwoef dus, maar net zo goed bij poespoes voor kat of tsjoek-e-tjsoek voor trein.

Die reduplicatie blijkt behoorlijk productief in het Nederlands. Naast de kinderlijke verdubbelingen als woefwoef die mensen, naar ik hoop, vooral bij peuters en kleuters gebruiken, bestaan er ook volwassen varianten. Die zijn taalkundig een pak interessanter. Mijn lieveling is de ventvent, met de nadruk op de eerste vent. De ventvent zit niet verlegen om een volle baard en een behaarde borstkas. Hij recht de rug en stapt het leven vol zelfvertrouwen tegemoet, zelfs wanneer hij op zondagavond de vuilnisbakken buiten zet – zijn enige huishoudelijke taak, dat spreekt voor zich.

De ventvent valt op vrouwen die zichzelf als meisjemeisje zouden omschrijven. Als kind hielden ze ervan de haren van een harem Barbies eindeloos door te kammen; later groeiden ze uit tot fijne, kleine kindvrouwtjes met immer roodgelakte nageltjes. Niet gewóón rood, maar roodrood of fel en diep rood. De meerderheid van de ventventen vindt het meisjemeisje niet onaardig, leuk zelfs, maar leukleuk is alleen dat exemplaar waarmee ze op zijn minst de sponde, misschien ook het leven wil delen.

Als je de reduplicatie inzet, weet je toehoorder dat hij of zij je woorden maar beter clichématig interpreteert. In de taalkunde heet dat, met een mondvol, een “contrastieve focusreduplicatie”: door de verdubbeling signaleer je een prototypische lezing die contrasteert met de andere betekenissen die het woord kan hebben.

Het Nederlands deelt die contrastieve focusreduplicatie overigens met het Engels. Met “I’ll make the tuna salad, and you make the salad-salad” weet de hulpkok dat hij of zij een gewone groene salade moet maken, in tegenstelling tot de chef-kok die zich aan de uitzonderlijke tonijnsalade moet wijden. En met een bookbook heeft de leerkracht een uit de kluiten gewassen roman, geen comic book voor ogen.

Het lieveheersbeestje bleek geen zinloze dood gestorven. Terwijl ik het nog steeds tussen duim en wijsvinger hield, rijpte een nieuwe column in mijn taalkundige kop. Even overwoog ik het beestje, net als vroeger, in een leeg luciferdoosje met watten te schuiven om het daarna plechtig te begraven. Maar ik bedacht me en liet het dode insect de groencontainer in glijden. Een meisjemeisje ben ik per slot van rekening nooit geweest.

Wie meer taalkundige achtergrond wil, leest Reduplicatie in het Nederlands: een werkstuk-werkstuk over contrastieve focusreduplicatie van Bart Kersten (2014).
Fieke-van-der-Gucht-c-Delphine-Lebon

Fieke Van der Gucht

coördinator academisch schrijfcentrum Taalonthaal aan de Universiteit Gent; corrigeert, redigeert of schrijft teksten als De Kommaneuker
(foto © Delphine Lebon)

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000291c0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)