Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Vurige kruiden en mannelijke rondheid
0 Reacties
© Ron Lach / Pexels
© Ron Lach / Pexels © Ron Lach / Pexels
column Taaltoestanden
taal

Vurige kruiden en mannelijke rondheid

Hoe praat je over geur als je er de woorden niet voor hebt? Taalcolumnist Marten van der Meulen ziet mogelijkheden in het dialect en niet-Europese talen. En: wat je nog niet kan, kun je leren.

De complexe dualiteit van de moderne vrouwelijkheid gevangen.

Deze oriental gourmand combineert charisma, vrouwelijkheid en sensualiteit.

Een uitnodiging om de eigen grenzen te overschrijden en de eigenheid met elegantie en moderniteit.

Een hart van vurige kruiden met de volledig mannelijke rondheid van leder en tabak.

Je zal wel denken: waar gáát dit over? Ik laat je niet langer in spanning. Het zijn zinnen uit de beschrijvingen van parfums, te vinden op de website van winkelketen Ici Paris. Ik werd laatst gewezen op deze ronkende beschrijvingen door een bevriend stel. Wat was ik er blij mee! Niet omdat ik zo’n geurtjesjunkie ben. Het gaat me natuurlijk om de taal. Tot nu toe kwam ik dit soort ronkende en bloemrijke clichés alleen tegen wanneer er een huis moest worden verkocht. Nu werd er een heel nieuw taalmoeras drooggelegd!

Want laten we wel wezen: een moeras is het. Een zompige massa van waterige onzinnigheid waarin geen vaste grond te bekennen is. Niets ten nadele van de ongetwijfeld hardwerkende communicatiemedewerkers van de verschillende parfummerken, maar waar gaat dit in hemelsnaam over? Wat is de ‘dualiteit’ van de moderne vrouw? Is dat de maagd-moedertegenstelling? Die komt al sinds minstens de Bijbel voor en is nauwelijks modern te noemen. Hoe nodigt een parfum je uit je eigen grenzen te overschrijden? Wat is er rond aan mannelijkheid, die traditioneel juist met hoekigheid wordt geassocieerd?

Het moge duidelijk zijn: ik ben geen groot fan van dit soort ronkende marketingteksten. Toch zijn net deze geurige teksten vanuit taalkundig oogpunt heel interessant. Ze laten zien dat we eigenlijk helemaal niet over geur kunnen praten. Dat is best verrassend: geur is een ontzettend belangrijk zintuig. Maar niet het belangrijkste. Verschillende soorten onderzoek laten zien dat het zicht meestal het dominante zintuig is, vaak gevolgd door het gehoor. Geur en ook smaak scoren over het algemeen laag.

Een van de manieren waarop we deze zintuiglijke hiërarchie zien is door te kijken naar welke woorden hun basisbetekenis kennen in een bepaald zintuig. Dat klinkt ingewikkelder dan het is. Neem de woorden voor smaak. Zoet, zout, zuur en bitter hebben allemaal met smaak te maken, maar je kunt ze ook in andere contexten gebruiken. Een liedje kan zoet zijn, een persoon bitter, een beslissing zuur. Maar de oorspronkelijke betekenis van de woorden komt uit het smaakdomein.

Niets ten nadele van de ongetwijfeld hardwerkende communicatiemedewerkers van de verschillende parfummerken, maar waar gaat dit in hemelsnaam over?

Onderzoekers noemen in een artikel over dialectgeurwoorden een andere manier waarop we de ondergeschiktheid van geur kunnen zien. Ze stellen vast dat er in betekeniswoordenboeken simpelweg veel minder geurgerelateerde woorden zijn ten opzichte van zicht en gehoor. Dezelfde onderzoekers constateren dat we vormen van het werkwoord ruiken zelf ook minder gebruiken dan zien of horen.

Wanneer we dan toch in het Nederlands over geur praten, dan beschrijven we geuren vooral in termen van ‘ruikt als of naar’: het ruikt naar versgebakken brood, rozemarijnachtig, bloemig enzovoorts. Ook gebruiken we woorden die afkomstig zijn uit een ander domein. Onderzoek liet zien dat bedompt, klam, troebel en duf woorden zijn die de lucht in een vochtige kelder beschrijven. De etymologie van die woorden wijst erop dat ze in eerste instantie iets anders beschreven, en toen óók naar geur konden verwijzen. We hebben slechts een paar algemeen gebruikelijke woorden die primair over geur gaan. Muf bijvoorbeeld, of (on)welriekend. Hoewel dat laatste meer een evaluatie is dan een objectieve geur.

De achterstelling van geur en het gebrekkige vocabulaire dat we hebben om olfactorische sensaties te beschrijven komen voor in vrijwel alle Europese talen. Decennialang namen taalwetenschappers die talen als maatstaf voor het algemene menselijk taalvermogen. Daardoor dachten we dat een gebrekkige geurbeschrijving een biologisch gegeven was.

Maar niet in iedere taal is de neus zo achtergesteld. Recent onderzoek laat zien dat sommige talen wel degelijk een breder vocabulaire hebben om in minutieus detail te beschrijven wat de neus binnendringt. Er zit een belangrijke les in voor taalwetenschappers en mensen in het algemeen: jij, jouw taal of jouw cultuur zijn zelden representatief voor alle mensen, talen en culturen op de wereld. Er gebeurt meer dan je zou denken.

Niet in iedere taal is de neus zo achtergesteld

Wat gebeurt er dan waar op geurgebied? In Noord-Maleisië spreken ongeveer duizend mensen het Jahai. Die taal bezit allerlei interessante woorden om geurnuances te benoemen. Het woord ltpɨt slaat bijvoorbeeld op een volle, rijpe geur van bloemen en fruit, maar ook van bepaalde houtsoorten en de geweldige en gigantische binturong of beermarter. Plʔeŋ omvat allerlei rauwe bloederige geuren, zoals vis en rauw vlees.

Deze woorden bestaan niet alleen, mensen gebruiken ze ook. Onderzoek liet zien dat sprekers van Jahai geuren net zo makkelijk onderscheiden en aanwijzen als Engelssprekers kleuren identificeren.

Sommige dialecten hebben ook speciale woorden om het odoreuze in taal te vatten. Vaak zijn dat ook wat onderzoekers ‘verschoven’ woorden noemen. Het Noord-Hollandse ouws/ouwsig/ouwskig, opnieuw in eerste instantie gebruikt om kelderlucht te beschrijven, komt van oud. Dat woord gaat natuurlijk primair over leeftijd, en slechts in tweede instantie over geur. Het West-Vlaamse vort is op vergelijkbare wijze vermoedelijk een variant van verrot. Dat woord had oorspronkelijk betrekking op de staat van ontbinding van etenswaren, waarna de bijbehorende geur het woord toebedeeld kreeg. Originele geurwoorden zijn dus opnieuw moeilijk te vinden.

Is het voor ons simpelweg onmogelijk om op een diepgaande manier over geur te praten? Nee, er is ook goed nieuws. Het Nederlands mag dan armlastig zijn wat betreft geurvocabulaire, je kunt jezelf wel trainen om over geur te praten. Op die manier kun je zelfs je reukvermogen fijnmaziger maken! We zien namelijk dat experts op het gebied van koffie en wijn wel beter worden in nuanceverschillen herkennen tussen verschillende geuren. Ze kunnen daar ook steeds betere woorden voor gebruiken.

Die woorden zijn weliswaar afkomstig uit andere domeinen. Een wijnkenner, hoe pretentieus die misschien ook klinkt, gebruikt niet plotseling woorden die volstrekt nergens anders bestaan. Over de klurvige afdronk, of tonen van strim. Nee, de beperkte geurwoordenschat, daar doen we helaas niks aan. Of zullen we woorden uit het Jahai importeren? Moeten we er alleen achter zien te komen hoe we ltpɨt en plʔeŋ moeten uitspreken.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.