‘Vijd’ is een kleurrijk portret van een Bourgondische familie
In Vijd penseelt Jonas Bruyneel de opkomst en ondergang van een kleurrijke familie in het Bourgondische Vlaanderen. Dat doet hij met oog voor precisie en historisch detail, in een zintuiglijke taal die doet wegdromen naar de late Middeleeuwen.
Als we op het verkoopsucces van De Bourgondiërs van Bart Van Loo moeten afgaan, dan is de Vlaamse en Nederlandse lezer uitermate geïnteresseerd in de Bourgondische Vorstendommen en de ontstaansgeschiedenis van de Lage Landen. Het schrijftalent van Van Loo staat buiten kijf, dat bewees hij eerder met zijn trilogie over Frankrijk en een ook al vlot verkopend Napoleonboek. Maar de triomftocht van De Bourgondiërs zal toch menigeen hebben verbaasd. Al helpt het natuurlijk dat Van Loo zijn schrijfwerk luister bijzet met een reeks optredens in culturele centra en op televisie. Dat doet hij met vaart, humor en kennis. Zo ontpopt hij zich tot een ware ambassadeur van het historische boek.
© Louise D’Eer
Andere auteurs van historische werken en historische romans kunnen doorgaans op veel minder belangstelling rekenen, en dat is jammer. Neem nu Jonas Bruyneel, van wie eerder dit jaar Vijd – Het verdriet van het Lam Gods verscheen. Zijn verhaal speelt grotendeels in dezelfde tijdsperiode als de bestseller van Van Loo, maar het zou oneerlijk zijn om Bruyneel te verdenken van een poging tot meesurfen op de hype.
Bruyneel werkte immers jarenlang aan dit verhaal, sloot zich op in archieven en kastelen, bestudeerde stambomen, kaarten en facturen, raakte vast in de modder van Beverse moerassen en leerde paardrijden, turfsteken, olieverfschilderen en leerlooien. En hij bracht uren door in de Gentse Sint-Baafskathedraal en het MSK, waar het retabel Het Lam Gods van de broers Hubert en Jan Van Eyck werd hersteld, met het oog op de grote Van Eyck-tentoonstelling komend jaar in Gent.
© Lukas - Art in Flanders
Al dat voorbereidende werk had in minder kundige handen een interessant maar gortdroog boek kunnen opleveren. Zo niet bij Bruyneel, die in 2015 debuteerde met de verhalenbundel Voorbij het licht en van 2017 tot begin dit jaar Letterzetter was in Kortrijk, de eigentijdse invulling die ze in Zuid-West-Vlaanderen geven aan het stadsdichterschap.
Bruyneel leefde zich in in de karakters en de drijfveren van de familie Vijd. Vooral Joos Vijd komt uitgebreid aan bod. De kinderloze laatste telg van het geslacht Vijd is als de dood om vergeten te worden, om onbeduidend te sterven, een vrees die hij blijkt te delen met schilder Jan Van Eyck.
Vijd bestelt bij Hubert Van Eyck een doek dat na lobbywerk van Vijd bij Filips de Goede zal worden afgewerkt door zijn broer Jan. Dit is het werk dat later het wereldberoemde Lam Gods zal worden, de gelukte poging van Joos Vijd om aan de vergetelheid te ontsnappen.
Bruyneel begint zijn verhaal in 1430, met een overpeinzing van een oudere Joos Vijd in het bouwwerk dat later zijn kapel zal worden in de toenmalige Sint-Janskerk, later de Sint-Baafskathedraal. Hij doet dat erg zintuiglijk, beschrijft de geur van natte wol die er hangt, hoe de stofdeeltjes in het licht dwarrelen. Daarmee zet hij de toon voor een verhaal dat eigenlijk begint in 1325, bij de Vijds in het Waasland, en verder weer chronologisch wordt verteld.
De correcte historische feiten worden ingevuld door mensen met echte emoties en hun al of niet bonafide drijfveren, en worden verfraaid met erg zintuiglijke beschrijvingen van landschappen, steden, kerken en schildersateliers. We ruiken verf en zien schaduwen vallen. We leven mee met de twijfels en de angsten van de stille, beredeneerde en godvrezende Joos Vijd, feesten mee tijdens zijn verstandshuwelijk met de Gentse Elisabeth Borluut, en zijn getuige van de fraude, het gekonkelfoes en de diplomatie (niet noodzakelijk in die volgorde) die nodig zijn om macht te verwerven in het graafschap Vlaanderen.
Dat maakt van Vijd een erg levendig boek, een tijdloze historische roman over ambities en zwakheden, dromen en desillusies, vreugde en verdriet, opkomst en neergang van een familie vol hunkering naar erkenning.