Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Verbeelding met gitzwarte randen. ‘Mijn lieve gunsteling’ van Marieke Lucas Rijneveld
0 Reacties
recensie de Boon
literatuur

Verbeelding met gitzwarte randen. ‘Mijn lieve gunsteling’ van Marieke Lucas Rijneveld

In de tweede roman van Marieke Lucas Rijneveld schipperen alle personages tussen tegenstrijdige wensen. Dat maakt dit boek nog beklemmender dan De avond is ongemak, Rijnevelds debuut.

.

[…] en toen zei je dat je gunsteling een mooi woord vond, ja prachtig zelfs, en je ging niet in op mijn boodschap, je was een waardeloze president, mijn schattebout, maar dat kon mij niet deren, je leek tevreden te zijn met het woord dat ik voor je had uitgekozen, en je haalde diep adem en ik legde mijn hand op je lippen […]

Gunsteling, het is slechts een van de vele woorden die de naamloze negenenveertigjarige veearts uitkiest voor de dochter van de veehouder, zijn uitverkorene, zijn mooie Putto, zijn kleine praaldier van veertien jaar. Met pedofilie, misbruik en verboden liefde snijdt Marieke Lucas Rijneveld (1991) thema’s aan die nog donkerder zijn dan die uit haar prozadebuut De avond is ongemak (2018). Met dat boek won ze als eerste Nederlandstalige auteur de Booker International Prize.

De gunsteling, die wordt aangesproken als een jij, voelt als een bekend personage. Ze lijkt een tweede Jas, het hoofdpersonage uit Rijnevelds eerste roman. Ook de gunsteling is getraumatiseerd door het verlies van haar broer en nu ook van haar moeder, die het gezin na zijn dood verlaten heeft.

De fascinaties en kinderfantasietjes die opdoken in De avond is ongemak worden nu uitvergroot. De nieuwsgierigheid naar piemeltjes is veranderd in een verlangen naar een eigen “geweitje”, er zijn imaginaire gespreksavonden met Hitler en Freud, en de drang om te ontsnappen aan het benepen boerderijleven in The Village krijgt vorm in een “dreigkoffertje”: de gunsteling is altijd klaar om weg te vliegen. Ze kan immers transformeren, vertelt ze aan de veearts. Ze kan de vogel worden, de Kikker en de otter. Zij was het, bekent ze, die op 11 september in de torens vloog, zij heeft alle doden op haar geweten.

“De onrust geeft vleugels aan de verbeelding”, luidde de opdracht in De avond is ongemak, maar het is evengoed van toepassing op dit tweede boek, waar de verbeelding gitzwarte randen krijgt en spel opnieuw overgaat in schade.

De arts wil het object van zijn verlangen beschermen, maar wordt een parasiet

De spelgenoot van de gunsteling is de veearts, en ook hij komt rechtstreeks uit Rijnevelds vorige roman. In de ogen van de tienjarige Jas is hij een genezer en een heler, iemand die de steen uit moeders buik kan weghalen om haar verdriet operatief te verwijderen. Tegelijk staat de veearts voor macht. Hij brengt de dood wanneer er preventief veestapels geruimd worden tijdens de mond-en-klauwzeerepidemie. En hij is de man die zich naar Jas toebuigt en fluistert: “Ik vind je jas prachtig staan.”

In Mijn lieve gunsteling zet Rijneveld diezelfde dubbelheid neer vanuit het perspectief van de veearts, die worstelt met zijn aandeel als “herder van de dood”. Voortdurend wordt hij geteisterd door het beeld van een veehouder die zich verhangen heeft na de ruiming van zijn dieren. De arts kwam te laat om een trooster te kunnen zijn.

Ook zijn liefde is destructief, terwijl hij niets liever wil dan zijn gunsteling helen, getekend als ze is door verdriet om “de verlorene” en “de verlatene”. Hij hoopt dat er nood is aan een “lebmaagverplaatsing of verwijdering van weefselwoekering” bij de koeien van boerderij De Hulst, alleen maar om langer in de buurt van zijn hemelse Putto te zijn.

De arts wil het object van zijn verlangen beschermen, maar wordt een parasiet. “[…] ik wilde je lijmen en niet breken, maar ik was altijd al onhandig geweest”, klinkt dat in een lange bedenking die de veearts naadloos voert naar zijn eigen trauma. In een en dezelfde zin fantaseert de veearts over zijn “reddingsmedaille (…) omdat ik jou zou verlossen”, laat hij het zondagse boerenbontservies van zijn moeder vallen, worden er “goedmaakpannenkoeken” geserveerd en knielt een jongen voor zijn moeder die met gespreide benen op de bedrand zit.

De nood aan heling wringt zich tussen obsessieve fantasieën over zijn verboden liefde. Alles culmineert in nachtmerries die niet moeten onderdoen voor de waanbeelden van Frits van Egters uit Gerard Reves De avonden.

Rijnevelds volle bladspiegel geeft de getroebleerde geest van de veearts gestalte. Net als in haar poëzie is er amper witruimte. Alle gedachten zijn aaneengeregen tot lange draden. Er zijn geen alinea’s, geen ademhalingen, geen rustpunten. Een enkele zin strekt zich uit over meerdere pagina’s en alleen het einde van een hoofdstuk biedt een klein toevluchtsoord. Het geheel is beklemmend. De vele vooruitwijzingen versterken dat gevoel. “[…] We zouden daar op de plek zitten waar ik pas veel later een matras zou neerleggen, gevuld met traagschuim en koudschuim, toen ik zo verdord en bezeten was geraakt van jou.”

De gunsteling praat even enthousiast over haar favoriete snoepgoed als over een interpretatie van Beckett

De obsessieve interesse is wederzijds. De gunsteling spreekt de veearts aan met “Kurt” in navolging van haar idool Kurt Cobain, de zanger van rockgroep Nirvana die op 27-jarige leeftijd zelfmoord pleegde. Ze zoekt hem op wanneer hij in de stal aan het werk is en vertelt hem over haar magische denkbeelden en de liefdesperikelen van klasgenoten. Ze is kinderlijk en matuur, ze praat even enthousiast over haar favoriete snoepgoed als over een interpretatie van Beckett.

Tekenend is de scène waarin “Kurt” zijn gunsteling meeneemt naar een bewerking van Endgame en zij na het theaterstuk een andere zaal binnenglipt, waar een poppenkastvoorstelling aan de gang is. “(…) En ik vroeg wat je nu zo goed vond aan Jan Klaassen in vergelijking met dit meesterstuk en (…) je zei: Soms is het de eenvoud van iets dat alles laat kloppen. Dat misten Hamm en Clov: de eenvoud van alle dingen, de afwezigheid van al het ingewikkelde.” Zijn dit de woorden van een kind of suggereren de cursieve dialogen zonder aanhalingstekens dat we hier te maken hebben met de onbetrouwbare blik van een tweede Humbert Humbert, het mannelijke hoofdpersonage uit Vladimir Nabokovs roman Lolita?

Sowieso is Nabokov nooit veraf. Zijn stijl weerklinkt in de meesterlijk poëtische openingszinnen van Rijneveld (“maar mijn zwakte, mijn kreupelheid! Je lag die halsstarrige zomer als een kalf in stuitligging in de kraamkamer van mijn verziekte verlangens”), in het woord “nimfijn” en in “het vuur van mijn lendenen”.

Net als Humbert Humbert spreekt de veearts de magistraten aan, niet om zijn onschuld te bepleiten, maar om hen te tonen hoe gekweld hij is: “nou beste heren van het gerechtshof, gekwelder kun je ze niet krijgen!” En net als Nabokov schreef Rijneveld niet alleen een verhaal over misbruik, maar bovenal een liefdesgeschiedenis. De veearts en zijn gunsteling vinden elkaar in hun duistere fantasie, in muziek en in literatuur.

In een interview met de Volkskrant zegt Rijneveld: “Ik wil dat je sympathie voelt voor de veearts. Weerstand en walging, ze mogen er zijn, maar niet alléén.” Dat Rijneveld daarin slaagt, heeft alles te maken met de schemerzones die ze beschrijft. Valse voorwendselen en een ziekelijke hunkering naar dat rode tongetje of naar “geweientijd” staan tegenover oprechte zorg voor zijn kleine minnegodje.

Alle personages schipperen tussen tegenstrijdige wensen. De veearts wil helen, maar weet dat hij breekt. De gunsteling wil gezien worden en verdwijnen, ze is een meisje en een jongen, ze speelt in de schemerzone tussen kindertijd en adolescentie. Opnieuw zorgt de schemer voor ongemak. Rijneveld blinkt er meer dan ooit in uit.

Marieke Lucas Rijneveld, Mijn lieve gunsteling, Atlas Contact, Amsterdam, 2020, 363 p.
Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.