Je vindt Vera Mennens even vaak in de natuur als in het archief
In haar oeuvre begeeft Vera Mennens zich tussen kunst en onderzoek, tussen natuurlijke landschappen en historische archieven. Ze onderneemt in haar video-essays wandelingen met een allang overleden pionier op het gebied van natuurbehoud. Zo vervagen de grenzen tussen verleden, heden en toekomst. Maar vergis je niet: bij Mennens blijven de feiten kloppen – fictie of niet.
Wat is je positie als kunstenaar wanneer je je bezighoudt met onderzoek? Dat is een vraag die Vera Mennens (1991) bezighoudt, ze behaalde een master in artistic research aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag. Die benadering is in de kunstwereld al vrij ingeburgerd, maar daarbuiten nog niet helemaal. Wanneer ze een archief wilde bezoeken en ze op een formulier haar reden daarvoor moest aangeven, was er vaak helemaal geen passend vakje dat zij kon aankruisen.
Fictie waarvan de feiten kloppen
Aanvankelijk behaalde Mennens een bachelor in documentaire fotografie. Haar afstudeerwerk was een fotoboek, De vertelling van een kleine geschiedenis (2013), dat vertrok vanuit haar eigen familieverhaal. Het project behandelt de invloed van (het sluiten van) de mijnen op de provincie Limburg.
Achteraf ziet ze het project als een typisch documentaire-fotografieproject omdat de persoonlijke geschiedenis uiteindelijk ook een veel groter verhaal vertelt, dat ze zo concreter maakt. Dat deed ze onder meer door in archieven te duiken en documentatie te verzamelen. Archieffoto’s werden afgewisseld met verschillende teksten, waaronder interviews met haar oma en vader. Het project sluit daarmee aan bij een thema dat steeds belangrijker werd in haar oeuvre: haar interesse in de blik waarmee geschiedschrijving tot stand komt. Die zegt immers veel over het heden.
Na haar bachelor legde Mennens zich in haar eerste masterjaar vooral toe op het schrijven van essays; in zekere zin het andere uiterste na een fotografiestudie. Omdat een tekst uiteindelijk een lineaire bedoening is, was het gebruik van video een logische volgende stap. Na het fotoboek wilde ze bovendien ook haar onderzoek veel directer kunnen combineren met beeld, het liefst gelijktijdig.
Zo kwam ze uit bij het video-essay. In haar geval bestaat dat uit drie lagen: de gesproken essayistische tekst, de videobeelden en opnames van omgevingsgeluiden. Het liefst presenteert ze deze kunstwerken als installaties met een koptelefoon, zodat je er helemaal in op kunt gaan.
Het video-essay werd ook de voornaamste vorm voor The Three Stages, het meerdelige onderzoeksproject waar ze zich sinds 2017 hoofdzakelijk mee bezighoudt. Mennens besloot haar vertrouwde manier van werken voor dit project om te gooien: ze ging niet op zoek naar wat het landschap over de geschiedenis zegt, maar precies andersom. De overkoepelende titel verwijst dan ook naar het verleden, het heden en de toekomst. Deze stadia blijken echter door elkaar te lopen in Mennens’ werk, net als feit en fictie.
Als kunstenaar heb je een veel grotere vrijheid om om te gaan met archiefmateriaal en andere bronnen
Dat is ook waarin artistiek onderzoek afwijkt van de ‘gewone’ versie: als kunstenaar heb je een veel grotere vrijheid om om te gaan met archiefmateriaal en andere bronnen. Tegelijkertijd vindt ze het belangrijk om hier verantwoord mee om te gaan: hoe vrij ze ook omgaat met het materiaal, de feiten moeten gewoon kloppen. Daarom werkt ze ook graag samen met experts en instituten als het Naturalis Biodiversity Center Leiden en De Heimans en Thijsse Stichting.
Natuur naast archief
Het eerste video-essay van het project, The Meeting, is een mooi voorbeeld van hoe fluïde Mennens’ werk is. Aanvankelijk kijk en luister je naar een natuurgebied. Ondertussen hoor je een stem vertellen over haar lange wandeling en over het landschap. Ze gaat op zoek naar het graf van een mysterieuze jij-persoon, die toch nabij lijkt. Zou ze het over de natuur zelf hebben?
Hoewel Mennens graag ruimte biedt voor die interpretatie, is haar gesprekspartner vooral geïnspireerd op Eli Heimans (1861-1914). Deze Joods-Nederlandse schrijver en onderwijzer zou je kunnen zien als een voorloper van de populair-wetenschappelijke literatuur, omdat hij veldbiologie voor een breed publiek toegankelijk wist te maken. Bovendien werd hij medeoprichter van de Nederlandse natuurbescherming. In de video’s van The Three Stages spreekt Mennens Heimans regelmatig direct aan, alsof hij er nog is of zou kunnen zijn. Toch zie je hem nergens in beeld.
© Na Peschanoy Gallery
Wat je wel ziet zijn natuur- en archiefbeelden. Het tempo ligt vaak vrij laag omdat er ruime aandacht is voor details. In The Meeting gaat het bijvoorbeeld om de vormen van bladeren, en de druppels die daarop liggen. Samen met de beweging die video nu eenmaal eigen is, ontstaat het gevoel van een wandeling. Dat komt ook omdat de verteller duidelijk onderweg is, naar dat graf, maar wanneer ze daar staat voelt ze vooral ongemak: ‘Eenmaal daar weet ik niet wat ik moet doen. Waar moet ik aan denken? […] Een ontmoeting met iemand die louter kan zwijgen, is dat dan wel een ontmoeting?’ Ondertussen maken in The Meeting de bladeren langzaam plaats voor een microscoop, terwijl de stem nog steeds over haar wandeling praat.
Mennens werpt de vraag op: ‘Wat is nu echt natuur?’
Later toont ze Heimans’ bewaard gebleven stenenverzameling. Ook dat is een manier van omgaan met archiefmateriaal: de inzage filmen en een plaats geven in het video-essay. In zekere zin lijken natuur en archief daardoor hetzelfde gewicht te krijgen; het heden en verleden worden nevengeschikt. Impliciet werpt Mennens daarmee ook een vraag op die ze pas in de volgende video in directe bewoording stelt: ‘Wat is nu echt natuur?’ Zo zoomt ze uit en zoekt ze toch weer aansluiting bij de grote thema’s. In deze video, Between Mountain and Sea (2020), begint ze aan een nieuwe wandeling in Heimans’ voetsporen, terwijl ze tegen hem blijft praten.
In die zin is The Three Stages een omgekeerde versie van haar documentaire fotografie: ze vertrekt vanuit grotere, abstractere vragen en maakt daar een veel persoonlijker verhaal van.
Aangepast landschap
Ook in Between Mountain and Sea combineert ze natuurgebieden en archiefmateriaal. Nog sterker dan in The Meeting lijken die bij elkaar te komen, vooral in een indringend shot van opgezette, kleurige vogels. Ze liggen in rijen naast elkaar binnen een soort raster, met een informatiekaartje aan hun pootje gebonden – en ondertussen blijft de stem over een landschap vertellen. Deze scène vat misschien nog het sterkst de ongemakkelijke dubbelheid van Mennens’ video-essays samen. De beelden zijn zonder meer fraai, zo dicht op de ‘huid’ dat het lijkt alsof je er zelf bij bent. Het is mede daarom verleidelijk te denken dat je naar een ongerept landschap kijkt.
Mennens merkt op dat wat tegenwoordig als natuur gezien wordt in Nederland, uiteindelijk toch cultuur is. Het landschap is aangepast aan wat mensen als ‘de natuur’ willen zien: iets wat als een wildernis oogt, maar waar je toch niet al te veel wordt gehinderd in je bewegingen. Heimans’ tijdgenoot Willem Kloos vatte die houding – die tot vandaag voortduurt – misschien nog het beste samen: ‘De natuur is mooi, maar ik moet er wel wat bij te drinken hebben.’
Mennens’ aandachtige cameravoering laat – vrij letterlijk – echter maar een deel van het verhaal zien. De kans is bijvoorbeeld heel reëel dat er niet eens zo heel ver weg een parkeerplaats ligt voor alle wandelaars die met hun auto de natuur opzoeken.
Wat tegenwoordig als natuur gezien wordt in Nederland, is uiteindelijk toch cultuur, merkt Mennens op
Heimans zou volgens Mennens met veel verdriet kijken naar wat zich rondom deze landschappen afspeelt. Ze merkt op dat Heimans zijn teksten schreef tijdens de tweede Industriële Revolutie. Die omstandigheden zijn in zekere zin vergelijkbaar met die van nu, want hoewel natuurbehoud steeds verder is gegroeid en geprofessionaliseerd in Nederland, zijn de uitputting en vervuiling steeds verder toegenomen.
Zo worden de grenzen tussen verleden, heden en toekomst in The Three Stages wel heel poreus. Misschien is Heimans in deze video’s niet zozeer een onzichtbare geest, maar loopt hij telkens gewoon een paar meter voor de camera uit.