Hoofdredacteur Hendrik Tratsaert licht het thema van het augustusnummer van de lage landen toe: ‘Nieuwkomers in het Noorden’, of migratiebewegingen binnen en naar de Lage Landen.
Bij de recentste millenniumwissel publiceerden de betere nieuwsmedia doorwrochte essays met titels als ‘Migratie, het thema van de eeuw’. Wie de migratiebewegingen van de twintigste eeuw in kaart bracht, kon niet veel anders besluiten. Intussen zijn er alweer zoveel migratiecrisissen benoemd dat je vandaag, goed twintig jaar later, hetzelfde kunt schrijven. In de wereldgeschiedenis volgen de migratiestromen elkaar op.
Onder de noemer ‘Nieuwkomers in het Noorden’ presenteren we in dit themanummer een paar aspecten van migreren. We doen dat specifiek voor de Lage Landen: het in- en uitwijken binnen de natiegrenzen van Nederland en België, met name het Vlaanderen van vroeger en nu (met de nodige verschuivende, territoriale nuance). Binnen dat gebied blijkt die migratiebeweging er historisch gezien vooral een van zuid naar noord te zijn geweest, maar tegenwoordig wonen er drie keer zoveel Nederlanders in België als Belgen in Nederland.
In de wereldgeschiedenis volgen de migratiestromen elkaar op
Aanleiding vormt de tentoonstelling Nieuwkomers. Vlaamse kunstenaars in Haarlem (1580-1630) in het Frans Hals Museum. Toen Ann Demeester (voormalig directeur van het Haarlemse museum en vanaf 2023 hoofd van Kunsthaus Zürich) mij erover sprak, leek het een prima aanleiding om er ons met dit blad in te verdiepen. De ouders van de beroemde schilder Frans Hals maakten deel uit van de groep immigranten die vanuit Antwerpen en andere zuidelijke steden naar het noorden kwam, op de vlucht voor godsdienstoorlogen, geweld en armoede. Een groot deel vestigde zich in Haarlem, een vrije stad waar van alles tot bloei kwam, niet het minst de kunsten. De bevolking groeide er toen van 18.000 tot 40.000 inwoners. Dat verhaal van Haarlem wordt in de tentoonstelling verteld aan de hand van markante schilders en ingeweken figuren die baanbrekend zouden blijken op het vlak van nijverheid en architectuur. In hun gedegen stukken bekijken Norbert Middelkoop en Hein Klemann dat fenomeen respectievelijk door een kunsthistorische en historisch-sociologische bril. Het waren roerige maar evenzeer boeiende, vruchtbare tijden. Later zouden neergestreken telgen van die bevolking – emigranten met zin voor avontuur – hun naam aan een stadsdeel van New York geven. Wie legt dat verband als hij of zij afstemt op een match van de Harlem Globetrotters in de Amerikaanse NBA?
Verderop in dit dossier gaat een uitgebreide bijdrage over de wat vergeten maar ingrijpende geschiedenis van de honderdduizenden Belgen die tijdens de Eerste Wereldoorlog hun toevlucht zochten in het neutrale Nederland. Tijdens het lezen denk je vanzelf aan de Oekraïense vluchtelingen: zelfde scenario (oorlog), zelfde leed, zelfde afwegingen bij het land van opvang, vandaag vermenigvuldigd door de alomtegenwoordige berichtgeving via de kanalen van deze tijd.
Binnen de Lage Landen blijkt de migratiebeweging er vooral een van zuid naar noord te zijn geweest
De bredere context van migratie naar Nederland en België komt grondig aan bod in een dubbelinterview met specialisten Marlou Schrover en Sara Cosemans. Inwijkende bevolkingsgroepen wisselen van naam en de arbeidsmarkt kan niet zonder hun komst, concluderen ze. Hun uitspraken brengen ook verdere nuance aan, over identiteitsdenken bijvoorbeeld, zowel bij de oude als de nieuwe bevolkingsgroepen.
Adjunct-hoofdredacteur Tomas Vanheste presenteert dan weer een reportage met een specifieke invalshoek: Vlaamse schrijvers die zich in het Noorden vestigden. Ondanks de paar honderd kilometers die hen van de grens scheiden, blijven er de verschillen, maar ook de geneugten. Nooit is de assimilatie volledig, maar hoeft dat wel? Eenzelfde fenomeen, maar dan in de omgekeerde richting, beschrijft hij in zijn stuk ‘Twee werelden. Lust en lijden van de Nederbelgische schrijver’, te lezen op onze site. Samen vormen ze een dubbelluik, en wie weet een spiegelbeeld. De auteur is zelf een kind van twee werelden. In een ander stuk gaat hij dieper in op de beweegredenen om zich te vestigen in het beloofde land aan gene zijde van de grens.
Laat ik ten slotte de aandacht vestigen op het essay van Anne-Lot Hoek, dat verderop te lezen valt: hoe Nederland en België het onderzoek naar hun koloniale verleden anders voeren. Ook dat heeft te maken met nieuwkomers, maar dan in een totaal andere betekenis, en met anders voelbare gevolgen.