UIT HET ARCHIEF: ‘Morgen rijd ik met bedwelmende bloemen naar je toe’. Paul Claes over J.J. Slauerhoff
In Vlaanderen heeft men het over verloren voorwerpen. In Nederland zijn ze gevonden. En als we dat verlies in deze bijzondere tijden nu eens echt omzetten in vinden?
Neem nu onze archieven. Ik wil graag één keer per twee weken een stuk uit ons archief opdiepen dat nu eens niets te maken hoeft te hebben met corona. Gewoon een goed stuk, dat ons een ander perspectief geeft op de dingen, of een nieuwe betekenis krijgt na enkele jaren. Een gevonden voorwerp.
Bladerend door de jaargang van 2009 blijf ik haken aan een versregel: ‘Morgen rijd ik met bedwelmende bloemen naar je toe’. Daar gaat een mens van dromen. De regel is van J.J. Slauerhoff, die niet in Nederland wilde wonen.
© Michiel Hendryckx
Paul Claes, meesterlijk lezer en exegeet, ontsleutelde enkele jaargangen een gedicht voor ons blad. Daar kwam later nog een boek van (De sleutel. Vijfentwintig gedichten van Noord en Zuid ontsloten, Vantilt, 2014).
Lezen is ontsluiten. Wie de sleutel niet heeft, staat voor een gesloten boek. Om poëzie te ontcijferen heb je zelfs een dubbele sleutel nodig. De eerste sleutel is die van de intertekstualiteit: een gedicht wordt duidelijk tegen de achtergrond van de traditie. De tweede sleutel is die van de poëtica, want een raadselachtig gedicht is pas te begrijpen door de regels van de poëtische formulering.
Dit titelloze gedicht telt zeven regels. Ze zijn allemaal naar de laatste geschreven, de wensdroom van de man.
Je leest de bespreking hier.
Tolle et lege.