In Vlaanderen heeft men het eerder over verloren voorwerpen. In Nederland zijn ze vaak gevonden. En als we dat verlies in deze bijzondere tijden nu eens echt omzetten in vinden?
Neem nu onze archieven. Ik wil graag één keer per twee weken een stuk uit ons archief opdiepen. Gewoon een goed stuk, dat ons een ander perspectief geeft op de dingen, of een nieuwe betekenis krijgt na enkele jaren. Een gevonden voorwerp.
In januari 1986 werd Flevoland de twaalfde provincie van Nederland, scheidde Aruba zich af van de overige Nederlandse Antillen om een autonoom onderdeel te worden van het Koninkrijk der Nederlanden als status aparte en explodeerde de spaceshuttle Challenger 73 seconden na de lancering. In diezelfde maand verscheen een stuk van Ernst H. Kossmann in Ons Erfdeel.
De auteur stelt met enige vrolijkheid vast dat de Taalunie in 1984 in werking trad, juist toen we eraan herinnerd werden dat het precies vier eeuwen daarvoor geheel mis was gelopen met de Unie van Noord en Zuid. Nog andere “feestelijkheden” in de voorbije jaren wezen op de scheiding van Noord en Zuid. Toch legt de auteur twee stellingen voor die met dat beeld contrasteren. De eerste: het heeft eigenlijk weinig zin de geschiedenis van de Lage Landen te interpreteren als de geschiedenis van de breuk van Noord en Zuid. De tweede: wanneer de Taalunie ernaar streeft de literair-culturele inspanningen van Noord en Zuid te integreren, dan kijkt zij niet om naar een mislukt verleden maar probeert zij een nieuwe situatie te scheppen. “Eenheid groeit niet; eenheid wordt gemaakt.”, klinkt het laconiek. Ik hou nog altijd van het proza van deze historicus: het is ironisch, en gaat gekleed in een jasje van scepsis en verfrissende nuchterheid.
Het hele stuk kun je hier lezen.
Tolle et lege.