kunst
TWEE BELGISCHE EERSTERANGSGETUIGEN. Germaine Van Parys en Odette Derèze
(Dirk Leyman) Ons Erfdeel – 2014, nr 1, pp. 118-122
Het scheelde geen haar of de Belgische persfotografe Germaine Van Parys (1893-1983) was voorgoed in de plooien van de geschiedenis geraakt. Toch mag ze samen met Julia Pirotte, Emmy Andriesse en Eva Besnyö tot de pioniersvrouwen van de fotografie in de eerste helft van de twintigste eeuw worden gerekend. De laatste jaren kent het werk van Van Parys een voorzichtig eerherstel, mede dankzij haar nicht, discipel en collega-fotografe Odette Derèze (°1932), die haar nalatenschap nauwlettend beheert. Vanaf 1956 opereerde Derèze trouwens samen met haar ‘peettante’ in het door haar opgerichte fotoagentschap Agence Van Parys. Niet alleen werd Van Parys’ wijdvertakte oeuvre indelijk herontdekt en langzaam ontsloten; Van Parys kreeg in met België in beeld (2011) ook een overzichtswerk bij Roularta Books, waarin haar werk helder werd geduid en ontgonnen door Johan Swinnen. Dat het Antwerpse Fotomuseum nu Van Parys en Derèze in een thematische combinatie-expo brengt, valt te prijzen. Opmerkelijk om vast te stellen hoezeer hun fotowerk uit dezelfde koker lijkt te komen, alsof Derèze en Van Parys een Siamese tweeling zijn en door eenzelfde lens gluurden (zij het dan in andere tijdvakken). Dat valt nog sterker op bij het doorbladeren van de in oudroze gedompelde catalogus De aanraking van de tijd (Luster, 2013), waarin hun reportages bijna naadloos in elkaar overvloeien.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden