Tussenin thuis / thuis tussenin: Christina De Witte en Ish Ait Hamou over opgroeien tussen meerdere culturen
Hoe verhoud je je als kind van migranten tegenover je ‘moedercultuur’ als die je afstoot? En wat met de samenleving waarin je opgroeit en die met jou ook al geen blijf weet? In Araya en De theorie van de 1 of 2 onderzoeken stripauteur Christina De Witte (alias Chrostin) en schrijver Ish Ait Hamou de moeilijkheden én de schoonheid van opgroeien tussen meerdere culturen. Bestaat er een gulden middenweg of ben je als mixed kid gedoemd om nooit ergens thuis te horen?
Nog voor ze in Thailand landt, wordt Araya overvallen door keuzepaniek. Een beleefde stewardess biedt haar een warm doekje aan en vraagt naar haar afkomst. Die vraag stelt Araya meteen voor een moeilijke keuze, die verbeeld wordt als een two buttons-meme: moet ze antwoorden met haar etniciteit of haar geboorteplek? Uiteindelijk kiest ze voor de ‘langere’ versie van het verhaal: “Bel…België. Mijn mama is van Thailand.” De stewardess antwoordt enthousiast dat zij ook een Thaise ouder heeft, maar de interactie eindigt prompt wanneer blijkt dat Araya niet in het Thai kan antwoorden.
In de graphic novel Araya (2023) volgen we de gelijknamige Thais-Belgische tiener die, nadat ze haar hele leven in Mechelen heeft gewoond, naar Thailand verhuist om bij haar moeder in te trekken. Al snel blijkt dat ze niet alleen moet schipperen tussen haar overbezorgde maar goedbedoelende moeder die een griezelige nieuwe echtgenoot heeft (Erwin) en een nieuwe, progressieve vriendengroep, maar ook tussen het land waar ze opgroeide (maar niet thuishoort) en haar nieuwe woonplek, die geheel andere normen en waarden heeft.
Met de scène in het vliegtuig slaagt Christina De Witte (bekend als Chrostin) erin die spanning in een luttele vijf pagina’s te vatten. Ze toont hoe identificatie voor mensen die in verschillende culturen opgroeien geen vanzelfsprekendheid is, maar een brokkenparcours. Identiteit is dan niet iets wat je zelf bepaalt, maar iets contextueels: het is kneedbaar en krijgt vorm naargelang de omgeving waarin je je bevindt. Zo typeren Vlaamse mensen Araya als “de Ander” en gebeurt in Thailand hetzelfde wanneer een jongen haar farang, ofwel buitenlander, noemt.
De vliegtuigscène toont ook de schaamte die “er niet bij horen” teweegbrengt. Doordat ze haar “moedertaal” niet spreekt, verliest Araya aansluiting bij andere (half-)Thaise mensen, haar moeder incluis. Araya’s relatie met haar moeder bestaat uit goede bedoelingen, maar hun interacties missen telkens weer doel als gevolg van de taal-, generatie- en cultuurkloof die tussen de twee gaapt. Hun relatie is dan ook een van de centrale thema’s in de Christina De Wittes graphic novel.
Ish Ait Hamou behandelt vergelijkbare onderwerpen in De theorie van de 1 of 2, maar vult die heel anders in. Zijn boek is een brief, geadresseerd aan de “broers en zussen” van de schrijver: alle andere kinderen van Marokkaanse migranten. Door zijn eigen ervaringen te delen, tracht Ait Hamou het patroon bloot te leggen dat schuilgaat achter de argwaan die (Marokkaanse) migranten voelen wanneer iemand uit hun gemeenschap succes heeft. Hij noemt dat fenomeen het idee van de “1 of 2”: de overtuiging dat maar één of twee mensen uit een minderheidsgroep een prestigieuze positie kunnen bekleden. Met anekdotes laat Ait Hamou zien dat dit idee telkens weer aan de grondslag van de negatieve reacties ligt. Zo beschrijft hij, bij wijze van voorbeeld, zijn teleurstelling wanneer hij beseft dat Adil El Arbi en Bilall Fallah hem voor zijn als eerste succesvolle regisseurs van Marokkaanse afkomst: “Fuck, ik ben te laat. Wat bleef er voor mij over in de Vlaamse filmwereld? Ik voelde angst de boot te hebben gemist, en deze angst, aangejaagd door mijn twijfels over mijn talent en carrièrekeuzes, werd jaloezie.”
De openhartigheid waarmee Ait Hamou over dit incident vertelt, zit in het hele essay. Hij plaatst zijn gevoelens centraal in de hoop de hand te reiken aan andere “tweedegeneratiekinderen” die met dezelfde beslommeringen zitten. Hij biedt hier een bijzonder mooie analyse van in het tweede deel van zijn essay De erfenis. Daarin beschrijft hij de dubbele posities waarin migrantenkinderen zich bevinden tegenover hun ouders, de culturen waarin ze opgroeien en elkaar.
Net zoals De Witte toont hoe Araya’s moeder met de beste bedoelingen haar vegetarische dochter kip te eten geeft, vertellen Ait Hamou’s ouders hem dat men moet volharden. Dat de tegenslag die hij in België als (jonge) Marokkaan kent, niets is in vergelijking met de beproevingen die zij hebben doorstaan. In tegenstelling tot vroeger stelt hij nu voor dat het tijd is om open te spreken over de frustraties die de tweede generatie ondervindt. Het is namelijk helemaal niet hetzelfde om in België als buitenlander gezien te worden wanneer je dat ook werkelijk bent, als wanneer je in het land geboren en opgegroeid bent.
Ish Ait Hamou beschrijft de dubbele posities waarin migrantenkinderen zich bevinden tegenover hun ouders, de culturen waarin ze opgroeien en elkaar
De boeken van Ait Hamou en De Witte tonen allebei aan hoe tegenstrijdigheden levens vormen. Enerzijds verwijt je de “1 of 2” hun hun succes, anderzijds benijd je hen erom en wil je niets liever dan in hun schoenen staan. Enerzijds kan Araya zich niet vinden in het gedrag van haar moeder, anderzijds wil ze net een hechtere band met haar.
Beide titels zijn ook coming of age-verhalen, de zoektocht van de hoofdpersonages staat centraal. Bij Araya is dat best letterlijk: niet alleen wordt de beeldroman zo geïntroduceerd op de achterflap, ook volgen we in het verhaal een verlegen jongere die openbloeit en steeds eerlijker wordt tegen zichzelf en de mensen om haar heen. Het coming of age-aspect van De theorie van 1 of 2 zit erin dat je kunt voelen hoe Ait Hamou’s ideeën in de loop der tijd veranderen. Het boek is geschreven met de wijsheid en het inzicht die alleen de terugblik kunnen bieden.
© Nick Decombel
Nog een opvallende gelijkenis tussen de boeken is de manier waarop ze allebei het bestaan van witheid en de orde die daardoor geschapen wordt wel erkennen, maar er niet het middelpunt van hun narratief van maken. Ait Hamou en Araya moeten zich een houding weten te geven tegenover het dagelijkse racisme dat ze ervaren, maar ze worden daar niet toe gereduceerd. Ook al zijn verhalen die tegenslag centraal plaatsen belangrijk, De theorie van de 1 of 2 en Araya tonen dat er in de literatuur ook voor mensen van kleur ruimte is voor geluk, groei en schoonheid.
Een duidelijk verschil tussen beide boeken zit in het vertelperspectief. Araya kun je als semi-autobiografisch interpreteren, maar De Witte creëert toch een afstand tussen personage en auteur. In De theorie van de 1 of 2 is zonder twijfel Ait Hamou aan het woord. Zijn essay is geschreven in de ik-vorm en hij verwijst naar zijn eigen leven. Zo vertelt hij over het tv-programma Terug naar je eigen land, vermeldt hij zijn vorige boeken en zijn tijd als danscoach bij So You Think You Can Dance.
© Nick Decombel
Ook al is wat Ait Hamou vertelt herkenbaar – zoals het verhaal over zijn Marokkaanse vrienden die aan de ingang van de club geweigerd werden door buitenwippers –, toch situeren die anekdotes zijn verhaal algauw hoofdzakelijk in de context van zijn leven. Ik vraag me dan ook af of de ik-vorm in De theorie van de 1 of 2 niet voor afstand zorgt. Wordt dit boek dan soms niet te zeer een weerslag van de ervaringen van Ait Hamou alleen? In de beste gevallen verankeren de anekdotes zijn analyse van de “1 of 2” in een belichaamde werkelijkheid, en dat kan voor identificatie, empathie en begrip zorgen.
In een interview met filmmaker Manthia Diawara spreekt de Martinikaanse dichter en filosoof Édouard Glissant over de gevolgen van creolisatie: de vermenging van verschillende culturen die tot het ontstaan van een nieuwe cultuur leidt. Hoewel mensen de combinatie van culturen ongemakkelijk kunnen vinden, is het volgens Glissant belangrijk om nooit de schoonheid ervan uit het oog te verliezen: “You are not lost because you are multiple. You are not broken apart because you are multiple.”
Beide boeken bieden ons een inkijk in de complexiteit van culturele identiteit en de zoektocht naar een thuis
Dat is de essentie van De theorie van de 1 of 2 en Araya. Beide boeken bieden ons een inkijk in de complexiteit van culturele identiteit en de zoektocht naar een thuis voor kinderen van migranten. Ze herinneren ons aan de vele uitdagingen, maar ook aan de rijkdom die voortkomt uit het leven tussen verschillende culturen. Ze dagen ons uit om na te denken over hoe we identiteit construeren, hoe we verbinding maken met onze roots en hoe we ons daartoe verhouden. Er schuilt schoonheid in het vinden van een plek waar we onszelf kunnen zijn, waar we onze hybride identiteiten omarmen en waar we een thuis creëren die niet gebonden is aan één cultuur, maar aan de menselijkheid die we delen.
De twee besproken boeken vormden het uitgangspunt voor het gesprek met de twee auteurs ‘Denken over morgen. Identiteit in tweevoud’ in het kader van het FAAR non-fictieboekenfestival. Omwille van omstandigheden kon de recensente, Paula Rodriguez Sardiñas, hier niet aanwezig zijn.