Deel artikel

kunst

Toekomst én authenticiteit op de planken. Waarom theatermakers almaar vaker met jongeren werken

5 september 2019 6 min. leestijd

Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, zegt het spreekwoord. De voorbije seizoenen zetten opvallend veel theatermakers die toekomst op het podium, in de gedaante van jeugdige, vaak niet-professionele acteurs. Op het Theaterfestival in Gent staan met 8.2 van Radouan Mriziga en Paradise Now (1968-2018) van Michiel Vandevelde alvast twee voorstellingen die gedanst en gespeeld worden door tieners. Wat levert dat op aan impliciete en expliciete betekenis? En hoe past het in de algemene indruk dat ‘de jeugd’ tegenwoordig wel vaker het podium bestijgt?

Niet alleen Mriziga en Vandevelde, maar ook choreograaf Jan Martens (Passing the Bechdel Test), theatermaker Lies Pauwels (Het Hamiltoncomplex, Truth or Dare) en regisseurs Simon d’Huyvetter (Fun Loving Humans) en Simon De Vos (A1000) creëerden de afgelopen seizoenen voorstellingen met jonge, in veel gevallen niet-geschoolde performers.

Daarmee maken ze het zichzelf niet makkelijk. Naast het vanzelfsprekende gebrek aan opleiding, training en ervaring bij hun cast zijn er nogal wat praktische beperkingen: schoolplichtige tieners zijn alleen buiten de schooluren beschikbaar voor repetitie, (internationale) tournees worden lastig, er zijn wettelijke kwesties rond kinderarbeid, et cetera.

Toch weerhoudt dat de makers er niet van om zich te engageren voor zo’n complex creatieproces, dat in veel gevallen bovendien collectief gebeurt, met actieve input van de jonge performers. Wat is de meerwaarde?

Paradise Now van Michiel Vandevelde

In het geval van Michiel Vandeveldes Paradise Now (1968-2018) zou je verschillende redenen kunnen noemen. Om te beginnen maakt de verhouding tussen de generaties met hun respectieve revolutionaire potentieel ook expliciet deel uit van Vandeveldes artistieke inzet.

De voorstelling is een herinterpretatie van de gelijknamige iconische performance van het New Yorkse The Living Theatre uit 1968, en begint met het re-enacten van iconische beelden uit de geschiedenis. We gaan terug in de tijd, jaar per jaar, van de aangespoelde kleuter Aylan tot de zakjesman op Tienanmen.

Dertien performers tussen 13 en 23 jaar oud vatten in poses een halve eeuw geschiedenis samen met daaronder de onuitgesproken vraag: is er een verschil gemaakt, heeft de utopische en optimistische mei ’68-generatie de wereld veranderd? En hoe moeten zij/wij, kijkend naar hun eigen toekomst, met het wat treurige stemmende antwoord op die vraag omgaan?

Uiteraard had Vandevelde deze vragen ook kunnen opwerpen met een cast van volwassen performers, of professionele dansers, die wellicht in de uitputtende fysieke passages virtuozer uit de hoek hadden kunnen komen. Dat dit niet gebeurt, heeft niet alleen te maken met het feit dat ‘de jeugd’ in zekere zin het onderwerp is van zijn performance. Het past ook in een paradigmashift die in de kunsten al een paar decennia bezig is, en waarin het romantische streven naar virtuositeit verschoven is naar de vraag om authenticiteit, naar ‘echtheid’.

In de podiumkunsten klinkt dit dat een paradox – is theater niet de kunst van doen alsof? – maar de keuze voor niet-professionele lichamen op het podium maakt deel uit van een breder cultuursociologisch perspectief.

Kwetsbare lichamen

Als gevolg van de individualisering die sinds de jaren 1960 opgang maakt, hebben in de theaterwereld niet alleen de regisseur en de acteur zich geëmancipeerd, maar in de loop der decennia ook de toeschouwers. De voorgeschreven consensus over wat mooi is, of smaakvol, is gaandeweg vervangen door “ik vind dit mooi, omdat het mij raakt”. En dat betekent dat de hedendaagse kijker vooral op zoek is naar unieke, niet-herhaalbare ervaringen. Ervaringen die getuigen van menselijkheid, van imperfectie. Lichamen die ‘kwetsbaar’ zijn – zoals de niet-getrainde lichamen van jonge mensen – worden ervaren als authentiek en vervullen het verlangen naar een ‘echte’ ervaring beter dan de machinale perfectie van de geschoolde lichamen.

Dat is niet alles. Los van de eventueel uitgesproken thematisering van de generaties en de bewuste keuze voor ‘authentieke’ lichamen brengt de keuze voor jonge performers op het podium als vanzelf een eigen betekenislaag mee: zelfs als het in een voorstelling níét over de toekomst gaat, gaat het er toch over. Die connotatie hoeft niet geëxpliciteerd te worden want de jonge performers incarneren haar, in plaats van haar te representeren. De lichamen zijn de toekomst, zonder dat dat ergens in taal moet worden uitgesproken of vastgesteld.

Het herinnert er ons nogmaals aan dat lichamen op een podium nooit neutraal zijn, nooit vrij van hun ‘eigen’ betekenis – en dat geldt voor jonge, maar ook oudere, zwarte, of afwijkende lichamen. Lichamen die niet de representatieve norm zijn (wit, mannelijk, geschoold) brengen op het podium altijd een appel met zich mee.

8.2 van Radouan Mriziga

Dat is ook zo in 8.2 van choreograaf Radouan Mriziga, een voorstelling die niet per se gaat over de jeugd of de verhouding tussen de generaties, maar die de geschiedenis van de rapmuziek en haar fysieke flow neemt als uitgangspunt. Mriziga verdiept zich samen met zeven jonge performers tussen 13 en 20 jaar oud in deze muziekstijl, die zijn oorsprong kent in de New Yorkse zwarte scene van de jaren 1980.

Wie vandaag ‘rap’ zegt, denkt (als leek) wellicht aan machismo, blingbling en geweld, niet zozeer aan empowerment – en toch zijn de wortels van het genre sterk verknoopt met de zwarte bevrijdingsideologie. Mriziga koos voor een zeer diverse cast – nogmaals: de lichamen zijn de inhoud – en mixte het rapidioom met de abstractie van de hedendaagse dans.

Een jonge crew kan zich een bestaand dansidioom toe-eigenen vanuit een onbezoedeld perspectief

Die abstrahering en de grote stilte waarin een deel van de voorstelling zich afspeelt halen het bewegingsmateriaal weg uit zijn anekdotische context (de tijd en plaats van toen, maar ook van nu), waardoor het ‘als nieuw’ wordt. Een jonge crew kan zich dat dansidioom toe-eigenen vanuit een onbezoedeld perspectief, waardoor het opnieuw een tool wordt van expressie, van plezier – van bevrijding?

Ook Mriziga stelt via zijn jonge dansers impliciet vragen over de verhouding tussen verleden en toekomst. Hoe kunnen we omgaan met de last van het verleden? Door ons uit dat verleden toe te eigenen wat we waardevol vinden, en het naar de toekomst te projecteren, zo lijken de vreugdevol bewegende tieners in 8.2 te zeggen.

Iedereen wil de jeugd

Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Er lijkt wel een momentum te zijn voor de leeftijdscategorie tussen 12 tot 26 jaar. Iedereen ‘wil’ hen, en niet alleen choreografen en theatermakers. De commerciële sector had al langer begrepen dat het een statusbewuste en dus interessante consumentengroep is. De klimaatmarsen en de klimaatstakingen hebben nu ook de politiek en het middenveld wakker geschud uit hun lethargische status-quo-gesus. Plots is het ervan doorgedrongen dat de wakkere tieners van vandaag de stemgerechtigde burgers van morgen zijn, met een charmeoffensief richting Anuna De Wever & co. tot gevolg.

Maar dat offensief blijkt geen sinecure. Zowel de politiek, de commerciële als de culturele sector botsen op het feit dat het niet makkelijk is om de jeugd te ‘hebben’. Anuna De Wever laat zich tot dusver niet politiek recupereren. Op maat gemaakte commerciële producten als JIMtv (een submerk van vtm) gingen roemloos ten onder – al doet SBS Belgium sinds vorig jaar nog eens een nieuwe poging met de op maat gesneden jongerenradio NRJ, spreek uit energy). En in de culturele sector heeft elk museum wel zijn ‘kunstbende’ of jongerenclub (denk aan MAS in jonge handen) maar overal klinkt hetzelfde verhaal: het is een moeilijk en arbeidsintensief proces om jongeren te engageren en geëngageerd te houden.

De rode draad door al deze pogingen: top-down is gedoemd te falen. Volwassenen die trachten in te vullen wat jongeren cool vinden verbranden zichzelf. Enkel peer-to-peer heeft een kans van slagen – denk aan alle jonge vloggers die van hun dagelijkse leven op eigen kracht een lifestyle-brand hebben gemaakt. Authenticiteit is bliss, het gaat erom dat een publiek van volgers gelooft wat het ziet.

Jongeren bezitten de echtheid om volgers en leeftijdsgenoten de zaal in te lokken

Ook in die context is de opvallende aanwezigheid van jonge performers op het podium te begrijpen. Ze bezitten de echtheid om volgers en leeftijdsgenoten de zaal in te lokken, want het cultuurpubliek van morgen moet vandaag worden veroverd. Niet door in theatervoorstellingen over de jeugd te spreken, maar door met en door hen te spreken. Door hen een stem te geven, of zoals in het geval van Vandevelde en Mriziga: een lijf.

Evelyne-coussens-c-Johan-Martens-kopie

Evelyne Coussens

theatercritica

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [00000000000029190000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)