Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Tijdens het EK juichte en huilde ik met al mijn identiteiten
0 Reacties
© Alexandre Brondino / Unsplash
© Alexandre Brondino / Unsplash © Alexandre Brondino / Unsplash
column Anouk van Kampen
VL ⇄ NL
samenleving

Tijdens het EK juichte en huilde ik met al mijn identiteiten

In Nederland en België werd het EK voetbal totaal anders beleefd, merkte de in Vlaanderen wonende Nederlandse journalist Anouk van Kampen. Ondanks de excessen die de moderne sport aantrekt, besloot ze passievol in het feest van de ontremming op te gaan.

De Rode Duivels, of toch Oranje? Een paar weken geleden vonden mijn Nederlandse vrienden dat de tijd rijp was om te kiezen: voor welk land zou ik zijn als het zover kwam, als we tegen elkaar zouden komen te staan in de finale van het EK voetbal? Vorige toernooien zagen ze hun naar België geëmigreerde vriendin meejuichen voor de gouden generatie van de Duivels. Toen was dat nog niet zo’n groot probleem – Oranje stond er toch niet bepaald goed voor – maar dit jaar kwam daar verandering in, geloofden ze. Het moment was daar om kleur te bekennen.

Mijn dilemma loste zich vanzelf op. Nederland en België schopten het geen van beiden tot de finale, in de plaats ging een roodgele ploeg met de eer strijken.

Onze landen verloren allebei, zou je zeggen. Het eindresultaat is hetzelfde: geen beker. Maar hoe verschillend de aanloop naar die teleurstelling de afgelopen maand was, blijft verbazen.

In de manier waarop we in onze landen naar een eindtoernooi toeleven, lijkt een extreme vorm van de volksaard naar boven te komen

De eerste berichten over oranjestraten doken in Nederland half mei al op, een maand voordat het EK begon. De Ahornstraat in de Bredase wijk Tuinzigt was toen al weken oranje versierd. Even later was de Marktweg in Den Haag volledig in oranje plastic ingepakt. “De meesten van ons hebben een paar weken vrij genomen. Dat hebben we er graag voor over”, vertelde bewoner Danny aan de media. Een week voor de aftrap deed oudgediende bij de nationale ploeg Edgar Davids er nog een schepje bovenop: “De finale moet doenbaar zijn.” Een café vinden zónder oranje vlaggen was de laatste tijd een uitdaging, vrienden spraken vanaf de poulefase al onomwonden over de mogelijkheid van een finale.

Dan België. Bij de laatste oefenwedstrijden was het stadion maar voor de helft gevuld. De eerste Belgische vlag in mijn straat zag ik pas opduiken tegen de tijd dat de Belgen in de achtste finale stonden, na die wedstrijd kon ze alweer worden binnengehaald. De kansen werden vooraf dan ook laag ingeschat. “We gaan niet roepen dat we de finale zullen halen”, zei voormalig Rode Duivel Thorgan Hazard voor het toernooi. Al dat pessimisme ten spijt waren de wedstrijden blijkbaar een nog grotere teleurstelling dan wat men van tevoren gedacht had: de Rode Duivels werden in het stadion door hun eigen publiek uitgefloten. Geconfronteerd met mijn dilemma lachten mijn Belgische vrienden schamper: na de eerste verloren wedstrijd tegen Slovakije hadden ze al min of meer de hoop laten varen dat het nog iets zou worden dit jaar, laat staan dat er een finale in zou zitten.

Toegegeven: de Rode Duivels bakten er dit keer weinig van. Maar ook bij eerdere toernooien, voordat de gouden generatie grotendeels was gaan vliegen, duurde het meestal tot de kwartfinale voor de straten zwart-geel-rood kleurden. In de Volkskrant schreef columniste Danielle Kliwon onlangs over het Belgisch pessimisme: “Tijdens eindtoernooien transformeren Belgen naadloos in ironisch-fatalistische doemdenkers die het lijdend voorwerp van hun eigen tragedie zijn, en het falen van de gouden generatie is het werkwoordelijk gezegde dat hen tot wenen brengt.”

In de manier waarop we in onze landen naar een eindtoernooi toeleven, lijkt een extreme vorm van de volksaard – voor zover die bestaat – naar boven te komen. De Nederlander als de clichématige verpersoonlijking van de arrogante, zelfverzekerde, zichzelf overroepende mens. De Belg als de ironisch-fatalistische mens, die met zijn doemdenken net zo goed het voetbal als de vastlopende politiek fileert. Anders, maar verenigd in hun passie voor 22 mensen en een bal op een veld.

Met welke gedachte staan al die fans eigenlijk met hun vlag te zwaaien, vroeg ik me af. ‘Tous ensemble’, of toch eerder ‘ons land is van ons’?

Wat ik de vrienden – de Nederlandse noch de Belgische – niet durfde te zeggen was dat ik op 14 juni, toen Duitsland de openingswedstrijd tegen Schotland speelde, überhaupt nog niet zoveel enthousiasme kon opbrengen voor dit natiefeest. In België was uiterst rechts bij de verkiezingen enkele dagen voor de start van het EK misschien net niet de grootste, maar toch de winnaar geworden. In Frankrijk stonden verkiezingen voor de deur waar het radicaal-rechtse Rassemblement National op winst stond. Bij de Europese verkiezingen in Duitsland was de extreemrechtse AfD net de tweede grootste geworden, en de meest rechtse regering van Nederland in decennia was net aangetreden. Met welke gedachte in het achterhoofd staan al die fans eigenlijk met hun nationale vlag te zwaaien, vroeg ik me nu plotseling bij elk beeld van enthousiaste supporters af. “Tous ensemble”, of toch eerder “ons land is van ons”?

Een interview met sportfilosoof Sandra Meeuwsen over de schaduwkanten van de sport maakte het al niet veel beter. De macht van politiek en grootkapitaal die organisaties als de internationale voetbalbond FIFA beheersen, het grensoverschrijdende gedrag en de misbruikschandalen die in veel sporttakken de laatste jaren aan het licht kwamen, het geweld van de supporters die alles kort en klein slaan als ze verliezen of winnen: vaak zeggen mensen dat de sport door dit soort externe krachten “kapot wordt gemaakt”. Meeuwsen, die op dit onderwerp promoveerde, betoogt: de moderne sport trekt zulke excessen zelf aan. Alles staat in het teken van winnen. Dat bepaalde grenzen daarvoor moeten wijken, hebben we – of we nu sporter, bestuurder of toeschouwer zijn – leren accepteren. “We hopen dat sport mensen disciplineert,” zegt ze in NRC-podcast ‘Het Uur’, “maar je leert juist om grenzen te negeren.”

Of we nu dolenthousiast met oranje vlaggetjes staan te zwaaien of ironisch-fatalistisch aan de zijlijn staan: je zou kunnen denken dat we als toeschouwer van dit soort megafestijnen in feite altijd een beetje fout zijn. Toch is Meeuwsen, zelf oud-atleet, ondanks alles nog altijd liefhebber: de negatieve kant van sport hangt onlosmakelijk samen met wat sport zo mooi maakt. “Sport,” zegt ze, “gaat over een verlangen dat wordt aangeraakt. Het is een aantrekkelijk projectiescherm om allerlei sluimerende wensen te beantwoorden: om je te uiten, te verbinden met vrienden, te identificeren met de spelers en op te gaan in de emotie en de passie. In werk of privé moet je je aanpassen, maar in de sport mag je je binnenstebuiten draaien en emoties tonen die elders niet welkom zijn.”

Anderhalf jaar geleden bracht het WK in Qatar de schaduwkant van de sport duidelijk naar voren. Mensenrechtenschendingen, corruptie, doden: verder konden we bijna niet af zitten van het aantrekkelijk projectiescherm voor onze sluimerende wensen. Dit EK in Duitsland wist mijn ongemak, al is het misschien maar tijdelijk, te sussen. Bleven de voetballers in Qatar nog stil over LGBTQIA+- en andere rechten, dit keer riep de Franse spits Kylian Mbappé op om niet op extreemrechts te stemmen. Spelers met een migratieachtergrond, met name Nico Williams en Lamine Yamal in het Spaanse team, maakten dit EK. Geweld en grensoverschrijdingen leken even ver weg. En ik besloot niet te kiezen, maar het projectiescherm passievol te omarmen en mee te juichen (en huilen) met ál mijn identiteiten: de Nederlandse, de Belgische en ook nog de Franse. Winnen was leuk geweest, natuurlijk, maar tous ensemble won dit EK van de schaduw.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.