The Wild Classical Music Ensemble rockt zonder beperkingen
Musicerende mensen met een beperking: het is meer dan bezigheidstherapie. The Wild Classical Music Ensemble is een noisegroep uit het Kortrijkse waarvan vier van de zes leden een mentale achterstand hebben. Hun vurige Franse fanbase, drie goeie platen en een binnenkort te verschijnen samenwerking met gitarist Lee Ranaldo (ex-Sonic Youth) bewijzen dat je met de nodige dosis koppigheid een sociaal-artistieke werking op poten kunt zetten die zowel sociaal als artistiek bevredigend is.
“Ze hadden me gewaarschuwd dat er bij Wit.h een hoek af was. Maar dat het zo erg zou zijn, had ik nooit gedacht.” Aan het woord is de directeur van het Gentse Museum Dr. Guislain, toen bleek dat Wit.h, een Vlaamse vzw die sociaal-artistieke projecten opzet voor kunstenaars met een beperking, een gat van zes vierkante meter in de vloer van het museum had gemaakt. Dat deden ze voor de tentoonstelling Bloedtest. Genetische en artistieke manipulaties (juni tot oktober 2019), waarvan de hamvraag luidde: wordt onze samenleving steeds perfecter en gezonder, nu we elk defect kunnen opsporen en indien gewenst preventief verwijderen?
Onder de deelnemende kunstenaars aan Bloedtest bevonden zich naast grote namen als Johan Tahon, Peter Verhelst en Robbert & Frank ook Linh Pham, Sébastien Faidherbe, Wim Decoene, Johan Geenens, Damien Magnette en Wout Wittewrongel. Onder hun groepsnaam The Wild Classical Music Ensemble (WCME) gaven zij een concert “tot de plaaster van de muren viel”.
© Studio Maarten Caesens
Zoals alles bij Wit.h bestaat ook hun huisgroep uit mensen met en zonder beperking. Gitarist Wout is een voormalige stagiair die is blijven hangen, drummer Damien is naast muzikant ook artistiek leider en begeleider van de groep. Hij heeft voor Wim, Johan, Sébastien en Linh instrumenten ontwikkeld waar ze langzaam maar zeker een volstrekt eigen oeuvre mee in elkaar timmeren. Zeg maar: rammen.
Vanzelfsprekende inclusie
Na drie platen en honderd concerten is The Wild Classical Music een bekende naam bij liefhebbers van punk en avant-garde, zij het vooral in Frankrijk. Mogelijk zet hun recente samenwerking met ex-Sonic Youth-gitarist Lee Ranaldo ook in eigen land iets in beweging. Dat zou van pas komen, want het Kunstendecreet, dat de ondersteuning van de professionele Vlaamse kunstsector regelt en waarvan ook vzw Wit.h financieel afhangt, staat onder druk.
Luc Vandierendonck, zakelijk en artistiek leider van Wit.h, geeft een idee van wat de 6 procent die Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon wil afromen op de cultuursubsidies concreet betekent voor zijn werking: “Die 6 procent is eigenlijk het budget dat we aan de groep besteden, onder andere voor de betaling van Damien. Concreet betekent de maatregel dat we The Wild Classical Music Ensemble moeten schrappen.”
Wim Decoene (sampler) kijkt ongerust. We zitten aan een grote keukentafel in Wevelgem, waar vandaag gerepeteerd wordt. De groepsleden hebben lunchpauze, en omdat inclusie bij Wit.h even vanzelfsprekend is als ademen, schuiven ze allemaal mee aan voor het interview. Luc: “Maar we gaan dat niet doen, hé Wim. Integendeel zelfs, we gaan er nog meer in investeren.”
De subsidie via het Kunstendecreet geldt in principe nog tot en met 2021. Maar aangezien de 6 procent al vanaf volgend jaar van hun bedrag afgaat, zijn ze bij de vzw blij dat er in 2020 geen grote projecten gepland staan. Een tentoonstelling als Bloedtest
valt met zo’n plotse knip in het budget nauwelijks te redden. Toch ziet Vandierendonck het somber in. “We zijn nooit op zoek geweest naar succes, wel naar gelijkwaardigheid, inclusie, integratie. En toch zijn we altijd blijven groeien, wat bewijst dat we goed zijn in wat we doen. De vzw, de groep… het is een werk van zeer lange adem. Het zou dus heel jammer zijn als Jambon zijn wil doordrijft en we alles over enkele jaren moeten stopzetten.”
Van installatie tot groep
Een lange adem: dat brengt ons vanzelf bij Johan Geenens, die bij The Wild Classical Music Ensemble een blaasinstrument speelt dat enig in zijn soort is. Hij is al van de partij wanneer Luc Vandierendonck met Bart Vandevijvere in 1992 zijn eerste tentoonstelling opzet aan de Universiteit Gent, vakgroep orthopedagogiek. Vandaar gaat het via tal van omwegen naar de oprichting van vzw Wit.h in 2002. Vier jaar later komt er een structurele subsidie, en in 2007 wordt een klankinstallatie op poten gezet: een decor vol echte en geïmproviseerde instrumenten, weefgetouwen en rommel waar van alle kanten mensen met een beperking in komen gekropen. Het is de oerknal van The Wild Classical Music Ensemble.
Luc Vandierendonck heeft kort daarvoor in een café in Brussel de jonge kunstenaar Damien Magnette ontmoet. Volgens hem blijft muziek met mensen met een beperking bijna altijd steken in bezigheidstherapie en goeie bedoelingen, terwijl het echt wel anders kan. “Ik dacht dat mensen met een beperking muzikaal op hun best waren als ze improviseerden. Dankzij Luc heb ik ontdekt dat dit niet klopt. Hij daagde me uit om in Kortrijk iets met zijn deelnemers op poten te zetten”, zegt Magnette.
Luc: ‘Op een dag ben ik achter de drums gaan zitten, en er gebeurde iets’
De klankinstallatie vervelt tot een muziekgroep, waarin de muzikanten na verloop van tijd op improvisatie zijn uitgekeken. Damien: “In het begin speelde ik niet mee, maar omdat ze iets anders wilden, ben ik op een dag tijdens de repetitie achter een oude drumset van Luc gaan zitten. En er gebeurde iets. Ik ontdekte dat de mix van hun vrije aanpak met een beetje ritme en melodie alles tien keer krachtiger maakte. Het werd plots superenergetisch, en dat is het nu nog altijd.”
De songs die The Wild Classical Music Ensemble sindsdien maakt, starten tegenwoordig vaak met een idee van Wim of Sébastien, de meester van de tweesnarenbas. Daarna wordt er in groepsverband aan gewerkt, waarbij Damien vanachter zijn drumkit de richting probeert aan te geven: “Het is het perfecte instrument om cues te geven, zodat de muzikanten weten wanneer we van ritme of intensiteit wisselen. Zo doen we verder tot we een afgewerkte song hebben. Wat niet wil zeggen dat ze die daarna altijd precies hetzelfde spelen.”
Geoliede machine
Na het eerste concert van the WCME, tijdens een evenement in de Budafabriek in Kortrijk, wordt de groep uitgenodigd om opnames te maken in de studio van La Hesse in Vielsalm. Dat wonderlijke toeval wordt een klein mirakel wanneer het Brusselse avant-gardelabel Sub Rosa die opnames in 2008 uitbrengt in een reeks die Musics in the Margin heet. In minder dan een jaar tijd heeft The Wild Classical Music Ensemble zijn debuut uit bij een label dat bekend is bij muziekliefhebbers van Parijs tot New York.
Zeven jaar later volgt Tapping is Clapping. Plaat nummer drie wordt in 2019 uitgebracht bij het Franse label Born Bad en krijgt de mooie titel Tout va bien passer / Het komt allemaal wel goed, terwijl de single ‘Train Station’ vergezeld wordt van een heel fijne videoclip die op YouTube momenteel aan een kleine tienduizend views zit. In al die jaren is de groep, waarin gaandeweg enkele leden kwamen en gingen, dankzij vele – vooral Franse – optredens een perfect geoliede machine geworden, die vooral live een in België zelden gezien niveau haalt.
In mei 2019 neemt WCME een experimenteel muziekstuk op met ex-Sonic Youth-gitarist Lee Ranaldo in het atelier van Johan Tahon. Damien: “Omdat onze tijd met Ranaldo beperkt was, zijn we voor een stuk teruggekeerd naar de improvisatie van in het begin, en het was geweldig om te zien hoe de muzikanten gegroeid zijn. De cues die we gebruiken om in onze songs van tempo of intensiteit te wisselen, pasten ze moeiteloos toe in die nieuwe context.”
Goed humeur
Er is nog geen concrete releasedatum voor de opnames met Lee Ranaldo, maar op 8 februari delen hij en WCME het podium op het Grauzone-festival in Den Haag. Voor de meeste groepsleden is dat nog onbevattelijk ver weg als we in november 2019 aan de grote keukentafel in Wevelgem zitten, maar de logistieke machine achter de groep is er al mee bezig. Toch ligt de nadruk op de eerstvolgende optredens in Duinkerke, Nancy en Rijsel.
Er ligt een briefje op de tafel met datum en uur van vertrek en, zoals bij een schooluitstap, een lijstje met wat iedereen moet meebrengen: pyjama, wasgerief, goed humeur… Luc: “Als je iets wil organiseren met mensen met een beperking, draait alles rond communicatie. Voor mij is dat te complex, maar gelukkig hebben we met Evita een topvrijwilliger die er heel goed in is.”
De eerste opdracht luidt: iedereen samen krijgen. Dat is minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Wim komt met het openbaar vervoer, de rest moet worden opgehaald. Voor Sébastien moeten ze naar een voorziening bij Mons. Onder andere daarom keren ze na het optreden nooit meteen naar huis terug. Luc: “We blijven altijd op hotel, omdat we geleerd hebben dat het een drama is om ’s nachts nog naar huis te gaan. Door de vermoeidheid, ongeruste ouders… Bovendien is het voor de muzikanten belangrijk om na het optreden bij het publiek te gaan zitten, iets te drinken of te dansen en een beetje te verbroederen met de andere groepen.”
Het moet inderdaad ook een beetje leuk blijven, want in Wevelgem blijkt dat The Wild Classical Music Ensemble hard aan zijn muziek werkt. Heel hard. Luc: “In voorzieningen wordt veel gedaan om mensen bezig te houden, maar het duurt vaak niet lang. Iemand doet iets niet meer graag, en dan houdt het op. Terwijl wij zeggen: je neemt een engagement op voor de groep. Je moet dus volharden, ook op momenten waarop het iets minder naar je zin is. Zowel bij The Wild Classical Music Ensemble als bij de andere projecten van Wit.h leggen we de lat altijd net iets te hoog. Door echt op dat resultaat te focussen, gaan we mensen meesleuren en boven zichzelf laten uitstijgen.”
Die aanpak loont. Want de jonge Damien Magnette had wel degelijk een punt: veel muziek met mensen met een beperking overstijgt inderdaad nauwelijks de bezigheidstherapie, en ook vandaag is zijn groep nog altijd een uitzondering. In het begin van het millennium scoorde The White House Band, die ook deels uit mensen met een beperking bestond, in ons land een bescheiden hit met ‘Oh Alice’, een nummer dat therapeuten vanwege zijn eenvoud de gordijnen in joeg. “Die mensen zijn tot veel meer dan dat in staat”, was de kritiek, maar sindsdien zijn in de Lage Landen alleen de WCME en de Waalse hiphoppers van Choolers Division – twee rappers met het syndroom van Down en twee experimentele muzikanten – opgestaan om die stelling te staven.
Verdoken besparing
Linh Pahm (zang): “Ik kan niet mee op hotel, Luc. Ik kan het niet betalen.” Luc: “Dat hoeft ook niet, Linh. De mensen van de zaal zorgen daarvoor. Ze moeten ons niet veel betalen, als ze maar zorgen dat jullie kunnen blijven slapen. Dat is de afspraak.”
Linh raakt een teer punt aan: niet alleen de financiering van de groep, maar ook die van de groepsleden zelf is een labyrint. Wim is er opnieuw niet gerust in. “Elsie mag mijn boekhouding niet meer doen. Ik moet van de voorziening naar de vrederechter van Tielt en daar gaan ze een bewindvoerder aanstellen.”
Luc: “Het gaat erom dat de overheid het geld van de voorzieningen heeft weggenomen en aan de mensen zelf heeft gegeven. In het begin was ik daar voorstander van, want ik heb met de voorzieningen altijd een wat moeilijke relatie gehad. Ik zie er zoveel talent dat ondergesneeuwd raakt omdat men er dag in dag uit in dezelfde ijzeren structuur moet leven, dus was ik blij dat het de klant zelf was die het geld in handen zou krijgen. Maar we kregen snel door dat het eigenlijk om een verdoken besparingsmaatregel ging. Bij een voorziening zit je met raden van bestuur, vakbonden en een hele groep mensen, maar tegen een individu kun je gemakkelijker zeggen: ‘Je bent niet zo zwaar gehandicapt. We gaan je wat minder geven.’ Dat is simpel uitgelegd wat er gebeurt. Het individu kan zich niet verdedigen, of toch veel minder. Vandaar ook dat idee van die bewindvoerder.”
Wat er in de kunsten gebeurt, staat niet op zichzelf. De leden van the WCME horen hetzelfde verhaal langs alle kanten. De hele zorgsector staat onder druk, waardoor het in tegenstelling tot vroeger ieder voor zich is. Maar Linh, Johan, Wim en Sébastien ploegen verder, net als Damien en Luc en de vele supporters van de groep. Terwijl de nadruk volgens het bewind weer op schoonheid moet gaan liggen, blijven ze koppig focussen op energie en verbinding. En als er in het hotel waar ze logeren een zwembad is, zijn ze rijker dan alle rocksterren samen.
***
Hoewel iedereen in Wevelgem met volle goesting repeteert, valt twee weken later, tijdens en na het concert in Rijsel, echt op wat de meerwaarde van The Wild Classical Music Ensemble is voor de groepsleden. Terwijl ze het publiek hypnotiseren met hun eigen muziek en elkaar overtroeven met opzwepende bindteksten, worden ze stuk voor stuk ettelijke centimeters groter. Achteraf worden de onderlinge verschillen in dit hechte blok opnieuw zichtbaar. Eén lid staat bedeesd achter de merchandisestand, een ander slaat een praatje of maakt een ererondje door de zaal. Maar iedereen geniet zichtbaar van het feit dat hij zonet iets bijzonders heeft verwezenlijkt.