Strijden tegen racisme is als zingen in een koor
Hoe maak je racisme bespreekbaar? Waar zit de raciale ongelijkheid in onze samenleving? Wat kunnen we van elkaar leren? Over deze vragen gingen schrijvers, docenten en wetenschappers uit de Lage Landen in gesprek tijdens een debatavond van Vlaams-Nederlands cultuurhuis deBuren. “Soms gaat het er niet om dingen te leren, maar net om ze af te leren.”
“Je mag van mening veranderen en inzien dat je het helemaal mis had. Er bestaat zoiets als voortschrijdend inzicht. Laten we samen groeien.” Met die woorden zette schrijver Adriaan van Dis de toon voor de gespreksavond, georganiseerd door Vlaams-Nederlands cultuurhuis deBuren in Brussel. Van Dis, wiens essay De kolonie mept terug aanleiding gaf tot de titel van deze gespreksavond, vertelde hoe hij tot dat inzicht kwam door aan te sluiten bij de leesgroep Bomen die langzaam groeien krijgen diepe wortels.
© Sarah Van Looy
Die groep ontstond vier jaar geleden vanuit de gedachte dat structurele verandering in de samenleving alleen mogelijk is als we de reikwijdte van racisme gaan vatten, zo lichtte adjunct-directeur van de Academie voor Theater en Dans Anthony Heidweiller in zijn introductie van de avond toe. Nederlandse wetenschappers, onderwijsvernieuwers, schrijvers en kunstenaars staken in deze leesgroep de koppen bijeen en stelden samen een leeslijst op van romans, essays en wetenschappelijk onderzoek over het onderwerp. Met die lijst willen ze de hand reiken aan mensen om samen in gesprek te gaan en zich bewust te worden van de structurele raciale ongelijkheid.
Dat was ook de verdere insteek van de avond: samen groeien door met elkaar te spreken.
Weten dat je niet weet
© Sarah Van Looy
Er is een groot gebrek aan kennis, wat het structureel aanpakken van racisme in de Lage Landen bemoeilijkt. Die vaststelling deden alle panelleden tijdens het gesprek, gemodereerd door actrice en presentatrice Aminata Demba. Door de leesgroep kwamen ze erachter dat er nog zoveel is dat ze zelf niet eens wisten, vertelden de leden Soemitro Poerbodipoero, onderzoeker-docent aan de Hogeschool van Amsterdam, en Judi Mesman, hoogleraar Intergenerationele sociale rechtvaardigheid aan de Universiteit Leiden. En die kennis, zeker omdat ze beiden de verantwoordelijkheid hebben om mensen op te leiden, is broodnodig.
Ook de andere panelleden getuigden hoe ze door een lang proces van kennisverwerving zijn moeten gaan. Zo konden ze stilaan hun buikgevoel en perceptie over racisme ook historisch funderen. Het is vooral een kwestie van ouder en zelfzekerder worden, vond Sibo Kanobana, universitair docent aan de Open Universiteit van Nederland. In elke levensfase zijn er weer thema’s die je aan het denken zetten en je iets doen bijleren. Maar met nieuwsgierigheid en een open houding kom je al ver.
Met nieuwsgierigheid en een open houding kom je al ver
Vele historische feiten zitten niet in ons collectieve geheugen. Dat gebrek aan kennis en representatie bewijst dat er iets fundamenteel mis is met ons onderwijssysteem, meende Mesman. Het probleem begint bij de gebrekkige opleiding van leerkrachten. “Als je zelf de kennis niet hebt, hoe ga je er dan in je klas over spreken?” Er leven nog veel foute percepties en ook de schoolboeken zijn nog erg vanuit een westers perspectief geschreven. Mensen die jongeren bewust moeten maken van de raciale ongelijkheid hebben dus vaak niet de juiste middelen. De leeslijst is in dat opzicht een waardevol en concreet instrument.
Leren is afleren
Volgens Kanobana moeten leerkrachten durven toe te geven dat ze het soms niet weten. Dat ze twijfelen of het wel klopt wat ze ooit geleerd hebben. De eerste stap is je eigen onwetendheid erkennen.
“Daarenboven gaat het soms niet om dingen te leren, maar vooral om ze af te leren”, vulde Kanobana aan. We moeten ons ervan bewust zijn dat niets zomaar tot stand komt. Hij geeft een helder voorbeeld: eind zeventiende eeuw werd juridisch vastgelegd mensen te categoriseren op basis van huidskleur, terwijl dat daarvoor niet aan de orde kwam. Het is dus een kwestie onszelf bepaalde redeneringen, overtuigingen en gedragingen af te leren die op ideeën gestoeld zijn die zogezegd vanzelfsprekend zijn maar eigenlijk ooit top down zijn vastgelegd. We moeten nieuwsgierig zijn naar andere perspectieven, zogezegde feiten in twijfel trekken en durven toegeven dat we het niet weten.
© Sarah Van Looy
Meerdere sprekers haalden voorbeelden aan van wat we zouden moeten afleren. Zo meende Mesman dat we moeten afstappen van het idee dat neutraliteit bestaat. Aan de universiteit blijft deze misvatting hardnekkig standhouden. Mesman krijgt vaak het verwijt dat ze te activistisch voor de aula staat omdat ze maatschappelijke thema’s over racisme en ongelijkheid niet uit de weg gaat. Steevast begint ze elke lessenreeks met dezelfde uitspraak: “Dit vak is niet neutraal … maar dat is geen enkel vak, al doen de andere docenten alsof dat wel zo is”.
Vaak ziet men een causaal verband tussen de zogezegde kenmerken van een groep en de sociaal-maatschappelijke positie. We moeten de neiging om kenmerken toe te wijzen aan een hele groep afleren, zei Kanobana. Het is niet zo dat Vlamingen rijk zijn omdat zij hard werken en Afrikanen in armoede leven omdat ze omdat ze cultureel deficiënt zijn. Dat heeft alles te maken met de machtsrelaties tussen de verschillende groepen. “Armoede is niet iets wat je jezelf aandoet, en rijkdom heb je niet alleen maar aan jezelf te danken.”
Stille dialoog
Gesprekken over racisme en ongelijkheid lopen vaak stroef. Mensen denken soms bij voorbaat dat je ze gaat beschuldigen, zei schrijfster en theatermaakster Dalilla Hermans. Ze keren dan alle weerstand die ze voelen bij het idee van schuld en boete tegen hun gesprekspartner. Zo loopt het gesprek meteen vast. Om een constructieve dialoog te voeren moeten we zorgen dat die schuldvraag niet telkens terugkomt. “Er is nu eenmaal een historische realiteit. De kern van het gesprek moet de vraag zijn hoe we het in de toekomst beter gaan doen.”
© Sarah Van Looy
Hoewel er nog veel ruimte voor verbetering is, merkten de panelleden dat er meer mogelijkheden tot gesprek zijn sinds de gewelddadige dood van George Floyd, die vele antiracismebewegingen en -protesten (Black Lives Matter) op gang bracht, ook in de Lage Landen. “Zoveel deuren die de jaren ervoor in mijn gezicht dichtgesmeten waren, vlogen plots wijd open”, getuigde Hermans. “Het was een woelige en vaak zware periode. Niet alles is veranderd, maar er is wel een significant verschil met de periode ervoor.” Kanobana vulde aan: “Plots werd de problematiek heel zichtbaar en tastbaar voor een breed publiek en voelden vele mensen zich betrokken.”
Er is nog nooit zoveel ruimte geweest voor dialoog, maar toch is ook de dreiging van extreemrechts nooit zo voelbaar geweest als nu. Harde geluiden hoor je overal, links en rechts. Poerbodipoero meende dat de echte dialoog zit in het midden, waar het stil is. “Als je het goed wil doen, moet je meer luisteren dan praten.”
De noodzaak van de kunst
Naast de luide stemmen in het openbare debat zijn er ook mensen die je niet zo vaak hoort, maar die wel actief aan het denken zijn over racisme en ongelijkheid. Verhalen, theater en kunst kunnen hun een stem geven. “De dialoog moet meerstemmig en veelvormig zijn”, aldus Poerbodipoero. En dat kan via kunst.
Ook Kanobana benadrukte de relevantie van de kunst. Volgens hem is kunst de kern van wat ons tot mens maakt en ons samenbrengt. Hij droomt van een wereld waar kunst niet los te koppelen is van ons dagelijkse leven, ver weg van het westerse idee dat kunst enkel in het museum hoort. Kunst niet als vorm van vertier maar als middel om ons te verbinden met elkaar. Ook Hermans gelooft in de kracht van verhalen en probeert zo raciale ongelijkheid bespreekbaar te maken. “Dat moet niet alleen gebeuren door de verhalen die ontbreken naar de voorgrond te brengen, maar ook door de bestaande, zogezegd vanzelfsprekende narratieven in vraag te stellen.”
© Sarah Van Looy
Dat je via verhalen soms zoveel meer kan zeggen, bewees journalist en schrijfster Tuly Salumu. Zij sloot de avond af met een voordracht van een column, een intieme brief aan haar vader over de zoektocht naar haar iconische Congolese grootvader Kokó, ooit een belangrijk politicus, nu verdwenen tussen de mazen van het geschiedenisnet.
Strijd in koor
Antiracisme is en blijft een collectieve strijd, en er is nog een lange weg te gaan. Soms verliest iemand de moed. Maar dat is niet erg, zo toonde Dalilla Hermans aan met een krachtige vergelijking: strijden tegen racisme is net als zingen in een koor. Wanneer de ene even de energie mist, neemt de andere moeiteloos over, zonder dat het zingen stopt.