Steve McQueen zag hoe de Tweede Wereldoorlog doorklinkt in Amsterdam en maakte er een 4,5 uur durende documentaire over
In De bezette stad neemt de in Amsterdam wonende filmmaker Steve McQueen je mee op een wonderbaarlijke, meditatieve zwerftocht door de Nederlandse hoofdstad. Zijn documentaire toont hoe het oorlogsverleden het hedendaagse gezicht van de stad heeft gevormd.
De Londense videokunstenaar en filmmaker Steve McQueen en de Amsterdamse kunstjournalist en historica Bianca Stigter hadden elkaar nog maar net ontmoet toen ze 27 jaar geleden een wandeling maakten door de Hollandse hoofdstad. Toen Stigter McQueen desgevraagd vertelde waar het monument dat ze passeerden voor stond, was hij geschokt. Op die plek was in de Tweede Wereldoorlog een groep Nederlandse gevangenen gefusilleerd, als represaille voor een door het verzet gedode nazisoldaat. McQueen, opgegroeid in een niet-bezette stad, kreeg er de rillingen van. Plots werd hij zich ervan bewust hoezeer de recente geschiedenis een stempel had gedrukt op Amsterdam als bezette stad. Ook realiseerde hij zich hoe in “de stad van Anne Frank” sommige verhalen naar de voorgrond en andere naar de achtergrond waren geschoven.
Jaren later, toen hun kinderen in Amsterdam naar de middelbare school gingen, werkte Stigter aan haar boek Atlas van een bezette stad: Amsterdam 1940-1945 (2019). Daarin bracht ze alfabetisch in kaart wat er in bezettingstijd was voorgevallen op zo’n tweeduizend adressen in de stad. McQueen was opnieuw getroffen. Deze keer vooral door hoe de verhalen uit die tijd vervlochten waren met plekken uit hun persoonlijke, dagelijkse leven.
Bijvoorbeeld in de geschiedenis van de schoolgebouwen waarin zijn kinderen dagelijks rondliepen. In de kelder van de school van zijn dochter, waar kinderen nu hun fiets parkeren en rugzakken in kluisjes opbergen, werden tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangenen verhoord en gemarteld door de SS. De rector van de school waar zijn zoon les volgde, werd in oorlogstijd naar een concentratiekamp afgevoerd. Hij had zich verzet tegen de deportatie van joodse leerlingen.
Het mentale beeld van hoe de onschuld van de kinderen zich vandaag in dezelfde ruimte beweegt als waar destijds bruut geweld werd gepleegd, inspireerde McQueen tot een zoektocht naar hoe verleden en heden met elkaar zijn verstrengeld, in ruimte en tijd.
Echo’s uit het verleden
Al voor de coronapandemie begon McQueen het leven te filmen op een honderdtal plekken in Amsterdam. Drie jaar later had hij 36 uur aan ruw materiaal verzameld. Daaruit monteerde hij de 4,5 uur durende documentaire De bezette stad (The Occupied City), die in mei een speciale vertoning kreeg op het Filmfestival van Cannes.
Op de geluidsband, voor de Nederlandstalige versie ingesproken door actrice Carice van Houten, is te horen wat zich op al die plekken afspeelde in bezet Amsterdam tussen 1940 en 1945. De door Stigter geschreven teksten komen grotendeels rechtstreeks uit haar Atlas, al wilde McQueen nadrukkelijk een zwerftocht maken door de stad, zonder vaste route. Zo kan de kijker verdwalen in zijn eigen gevoelens, gedachten en associaties. Tegelijk gaat de film over hoe actueel dat verleden is in het heden.
Sinds McQueen met filmen begon, gebeurde er een hoop in de wereld dat echo’s uit dat verleden opriep, over geweld en verzet: de maatregelen van de coronacrisis, de bestorming van het Capitool, de moord van de Amerikaanse politie op George Floyd, de Russische invasie van Oekraïne, de effecten van de aardopwarming.
Willekeurige straatobservaties – iemand valt van zijn fiets, kinderen die sleetje rijden – wisselt McQueen af met de dodenherdenking op de Dam, de opening van het Holocaustmonument aan de Weesperstraat en andere officiële gebeurtenissen. Ook politieke demonstraties tegen het klimaatbeleid, koloniale onderdrukking en racisme komen voorbij. En dan kijk je weer naar ijspret op de gracht, of een huwelijk tussen twee vrouwen.
Het vrije Amsterdam dankt haar hedendaagse gezicht aan de strijd die toen is geleverd. Tegelijk voel je dat die vrijheid weer onder druk staat
We zien hoe de brandweer rond de jaarwisseling een prullenbakbrandje blust op een plein dat onder de Duitse bezetting werd hernoemd. Een jongen die met een VR-masker op gamet in een huis waar destijds een jongen bij een inval ontsnapte naar de buren. Op een coronatestlocatie steekt een vrouw een wattenstaafje in haar neus, waar ooit het kantoor was van een paramilitaire nazi-organisatie met enkele tienduizenden Nederlandse deelnemers. Tieners blowen in een parkje waar ooit mensen werden gefusilleerd als represaille voor de moord op een nazisoldaat. Op het Museumplein, waar de Duitsers tachtig jaar geleden militaire parades organiseerden, verjaagt een politiemacht met waterkanonnen demonstranten tegen de coronamaatregelen. Op het Max Euweplein, waar ooit een zwangere politieke gevangene een miskraam werd geschopt, wordt geschaakt in de zon. In het Vondelpark, waar de Duitsers midwinterfeesten organiseerden om de Germaanse cultuur uit te dragen, zitten zwarte mensen in het gras.
De plekken in hedendaags Amsterdam waar zich onder de Duitse bezetting van alles afspeelde lijken oneindig. Het contrast met het vrije Amsterdam is groot. De stad dankt haar hedendaagse gezicht aan de strijd die toen is geleverd. Tegelijk voel je dat die vrijheid weer onder druk staat en steeds opnieuw bevochten moet worden, zeker in tijden van grote politieke thema’s, intolerantie en polarisatie, waarin privacy ruimte verliest aan toezicht en veiligheid, en waarbij de overheid vaker tegenover burgers komt te staan.
McQueen filmde op straat en in gebouwen, vanaf het water, vanuit torens en in een tram door mistig Amsterdam. Op pleinen, onder viaducten, overdag en ’s avonds. Soms zwijgt de vertelstem en is er poëtische pianomuziek. Soms zijn de beelden absurd, zoals die van grote teddyberen op stoelen in een lege hotellobby met bordjes als “Wij zijn hier voor uw veiligheid”. Soms vraag je je af of eenvormigheid ook fascisme is, zoals bij een sequentie waarin een groepje bejaarden met mondkapjes op commando synchroon oefeningen doet in een bejaardentehuis. In een ander, abstracter shot zien we moderne dansers achterstevoren dansen: een daad van anarchie?
Beeldenstroom
McQueen wil de kijker zelf de ruimte bieden om te reflecteren op wat hij hoort en ziet. Af en toe geeft hij toch subtiel ironisch commentaar, bijvoorbeeld als Bowie’s ‘Golden Years’ te horen is onder beelden van bejaarden met rollators die hun coronaprik halen. Naar het slot toe, als de camera als een spook door een spookstad waart – waar onder de avondklok vooral politiebusjes maar ook enkele fietsende jongelui passeren – kantelt het beeld langzaam op zijn kop.
De bezette stad is een reflectieve documentaire over actuele thema’s als vrijheid, onderdrukking en opstand. Daarmee vormt ze de schakel tussen McQueens videoinstallaties en zijn speelfilms. Titels als Deadpan, Bear en Static worden aangedreven door tijd, ruimte en beweging, terwijl Twelve Years a Slave, Shame, Hunger en andere films zijn begeesterd door thema’s als verzet en afwijken van de norm.
De beeldenstroom en het audio-informatiebombardement in dit wonderlijke grotestadsportret brengen de kijker in een meditatieve staat: omdat niet alles valt op te pikken, luister je soms meer naar de geschiedenis, focus je dan weer meer op de beelden. Zo ervaar je hoe heden en verleden ook zijn verbonden in onthouden en vergeten. Waar je op aanslaat is persoonlijk. Grote vragen dienen zich impliciet aan, over waarvoor mensen leven of sterven.
McQueen zei in interviews geen geschiedenisles maar een zwerftocht te willen maken waarin hij meel strooit op de spoken uit het verleden, om die zichtbaar te maken in het leven van nu, met het oog op de toekomst. Na een vertoning op het New York Film Festival zei hij daarover: “Het gaat niet alleen om weten wie je bent in het heden, het gaat ook over het niet-hoeven-weten, omdat daar ruimte voor is. Omdat die ruimte is bevochten in het verleden.”
Tijdens IDFA (8 – 19 november) gaat op zondag 12 november de Nederlandse versie met de stem van Carice van Houten in première in Koninklijk Theater Tuschinski (Amsterdam). Op de andere dagen draait de originele versie tijdens het festival. Op vrijdag 17 november is er na afloop van de voorstelling een gesprek met Steve McQueen en Bianca Stigter in Eye Filmmuseum Amsterdam. Vanaf 30 november wordt de film in reguliere zalen vertoond.