literatuur
STEEDS DIEPER HET BOS IN. Het oeuvre van Oek de Jong
(Jeroen Vullings) Ons Erfdeel - 2013, nr 1, pp. 24-31
Voor de verschijning van Pier en oceaan (2012) vroeg ik mij weleens af of we eigenlijk niet in de meervoudsvorm over Oek de Jongs schrijverschap moeten spreken. Boek na boek van zijn hand lijkt tenslotte door almaar andere auteurs geschreven te zijn, die de naam Oek de Jong dragen. In De wonderen van de heilbot (2006) staat een in dit verband inzichtelijke uitspraak: “Ik moet mezelf opnieuw uitvinden als romanschrijver.” Dat deed hij en hoe: zijn eerste roman Opwaaiende zomerjurken (1979) is een sensitieve bildungsroman; Cirkel in het gras (1985) is een intellectualistisch geschreven ideeënroman; de novellebundel De inktvis (1993) is op zijn beurt mystiek gericht; de lijvige roman Hokwerda's kind is juist heel aards, dus ook wreed en sensueel. Bij deze opsomming, dit portret in scherven, laat ik zijn verhalendebuut De hemelvaart van Massimo (1977) en zijn essayistische proza buiten beschouwing. In zijn opus magnum Pier en oceaan culmineert dat eerdere scheppende proza van langere adem; alle scherven vallen zogezegd op hun natuurlijke plaats. Is daar een verklaring voor? Verscheidene.
"
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden