literatuur
Het verstilde universum van A. Alberts
(Thomas Heerma van Voss) Ons Erfdeel – 2015, nr 2, pp. 26-35
Dit is de eerste aflevering van de reeks Schrijvers die nog maar namen lijken. Daarvoor hebben we aan jonge auteurs, literatuurcritici en -wetenschappers gevraagd om zich te buigen over twintigste-eeuwse schrijvers van wie de naam wel breed bekend is, maar van wie men zich kan afvragen of hun boeken nog worden gelezen. Op die manier willen we een onbevangen blik werpen op oeuvres die zijn vergeten of in de tijd dreigen weg te glijden. We hopen dat de confrontatie van vers bloed met het verleden van de Nederlandstalige literatuur frisse inzichten kan aanreiken.
Thomas Heerma van Voss schrijft over A. Alberts:
Dat is de kracht van Alberts’ proza: de strakke, gekortwiekte toon nodigt uit almaar verder te lezen, en tegelijk suggereert hij met die zakelijkheid een complete achterliggende wereld (…) Het resulteert in een krachtig, consistent oeuvre, dat bestaat uit een omvangrijke hoeveelheid verhalenbundels, romans, memoires en essays. Het fictiewerk is daarvan vandaag de dag het meest interessant, zeker de verhalen die niet te duidelijk in een historische periode geworteld zijn. (…) En toch had ik tot voor kort nooit van A. Alberts gehoord. Zijn naam viel niet tijdens mijn middelbareschooltijd, zijn boeken werden niet aangeraden door anderen, en tijdens mijn vier jaar tellende studie Nederlandse Taal & Cultuur in Amsterdam sprak niemand over hem. (…) Hoe kan het dat zo’n interessant oeuvre, bovendien in 1975 bekroond met de Constantijn Huygensprijs en in 1995 met de P.C. Hooftprijs, zo zelden genoemd wordt?
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden