literatuur
Schrijvers die nog maar namen lijken: het teergevoelige pantser van Simon Vestdijk
(Daniël Rovers) ONS ERFDEEL – 2016, NR 1, PP. 22–30
Dit is deel drie van de Ons Erfdeel-reeks Schrijvers die nog maar namen lijken, waarin we jonge auteurs, literatuurwetenschappers en -critici vragen om zich te buigen over twintigste-eeuwse auteurs van wie de naam wel breed bekend is, maar van wie men zich kan afvragen of hun boeken nog worden gelezen. Op die manier willen we een onbevangen blik werpen op oeuvres die in de tijd dreigen weg te glijden. We hopen dat de confrontatie van vers bloed met het verleden van de Nederlandstalige literatuur frisse inzichten kan aanreiken.
Daniël Rovers buigt zich over Simon Vestdijk.
Zijn productie moet Vestdijk een groot schrijversgeluk hebben opgeleverd. Hij schreef op het manische af, wetend dat het elke dag, elke week weer afgelopen kon zijn, als de angst hem opnieuw in haar greep zou krijgen. De man die sneller schreef dan God kon lezen, hield de duivel op een afstand door zich kapot te werken; hij had uitbarstingen van scheppingsdrift die buitenaards mogen worden genoemd. (…) Ruim zes meter boeken liet hij na, aldus zijn biograaf Wim Hazeu, die ze in zijn eigen boekenkast heeft kunnen opmeten.
Maar is die omvang van het oeuvre, samen met de vulkanische kracht waarmee de auteur boeken de wereld in bracht, een reden om Vestdijk te gaan lezen? (…)
Vestdijk is nog niet vergeten; een schrijver van wie bij voortdurende herhaling geconstateerd wordt dat hij amper gelezen wordt, vervult in ieder geval nog een rol in de literaire overlevering. Beter kun je stellen dat Vestdijks oeuvre alweer een hele tijd bezig is om in de vergetelheid te raken. En is dat niet een goede, gezonde ontwikkeling?
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden