deBuren vroeg achttien jonge schrijvers uit Vlaanderen en Nederland om eeuwenoude topstukken uit de Eregalerij van het Rijksmuseum een stem te geven vanuit één kernvraag: wat zie je als je door een genderbril naar deze schilderijen kijkt? Maxime Garcia Diaz dicht bij een portret van Frans Hals over patronen van macht en afhankelijkheid van geprivilegieerde vrouwen. ‘… het weergalmen door drie eeuwen heen / de zware jurk wordt skinny jeans /in beige uggs gestoken.’
het schuimwit het zachte landschap van roze beige grijs the husband
is traditionally situated on the left, and the wife situated on the right
de ogen twee-eïig, symmetrie is voor schone en dode objecten.
zij is geen object, een sneeuwwit kapje bedekt haar haren en zij
heeft macht. de schede van een zwaard
zie haar bont: ze is klaar voor winter of oorlog
gewend aan vereeuwiging
male and female portraits might respond to one another in pose
als paar bedacht. als een lichaamsdeel dat perfect in een ander past
many historic pairs have become separated over the years
zie haar half-open oogleden (zoals ook nu de haarlemse meisjes
slaperig en rokerig naar de wereld kijken, een wereld waarover zij
een flikkerende macht hebben, hun schamper lachen, hun schorre
stemmen die verstommen onder het bulderen
van toekomstige burgemeesters naast hen)
© Rijksmuseum
in the possession of sir g. donaldson, london. in the collection of vernon watney,
cornbury park, charlbury, oxfordshire.
ontworteld nu ze woont in een verzameling. de leegte
aan haar zijde. in een engels landhuis glimmen
de balken, als je goed luistert
kan je in de verte nog de doffe klap horen
van een hert dat neerzijgt op de twijgjes.
zie haar hand die de stoelleuning vastklampt,
haar stevige vingers die trefzeker om een trekker
zouden passen. (zoals ook het bont dat ze draagt
ooit geschoten is, misschien in een bos in de buurt
van haarlem, naast een boomstronk waarop nu
een meisje met een schorre stem
een halve liter grolsch drinkt terwijl de trefzekere vingers
van een toekomstige burgemeester
rommelen aan de rits van een bomberjack
met bontkraag)
de schede van een zwaard
het weergalmen door drie eeuwen heen
de zware jurk wordt skinny jeans
in beige uggs gestoken. het familiewapen
transformeert tot logo van een hockeyclub
een bijbel met vergulde bladzijden wordt
een woordenboek latijn, meegezeuld naar
een klaslokaal waar rokerige meisjes
een flikkerende macht hebben
hun lippen tuiten voor de camera
gewend aan vereeuwiging
de toekomstige burgemeester drinkt bier
lacht harder, maakt lijstjes
van schone & dode objecten
rangschikt schedes
het hete hertenbloed
portret van een schede woont in een engels landhuis
een zacht landschap spreekt met schorre, rokerige stem
alleen in een verzameling en er is geen zwaard meer
om haar vorm te verklaren. deze betekenis wankelt
laat ruimte over voor wenteling. wat voor wapen
is een schede zonder zwaard, nog steeds zwaardvormig
maar beter te verstaan zonder de bulderende lach
een zachter zwaard
draagt bont, is klaar voor winter of oorlog
of vereeuwiging
om de hoek van de kleine houtstraat
kan je de meewarige bruine ogen
weerkaatst zien in achterkleindochters
die met haren bedekt door bontkragen
voor haar staan, vragend.
nee, nog steeds niet