Regionale geschiedenis is bovenal Europees
Op 15 september 2020 pakt het “Maison de la Bataille 1677” in het Frans-Vlaamse Noordpene uit met een prestigieuze, tweetalige (FR/NL) tentoonstelling onder de noemer “De 17e eeuw: een eeuw van veldslagen. Een familiegeschiedenis.”
Het Bezoekerscentrum Huis van de Peneslag 1677 (in het Frans-Vlaams bovendien geafficheerd als “t Huus van ’n PeeneSlag”) is gewijd aan de Slag bij de Pene op 10 april 1677, ook De Slag bij Kassel genoemd. De Penebeek is een zijriviertje van de IJzer dat door de gemeenten Zuidpene en Noordpene stroomt. De troepen van Lodewijk XIV leverden bij Noordpene en bij de Tomberg slag tegen die van de Republiek der Verenigde Nederlanden onder leiding van Willem III van Oranje. Het was een strijd met 66.000 soldaten om de bufferzone (de Spaanse Nederlanden) tussen het Nederlandse Noorden en Frankrijk te veroveren. Aan beide zijden vielen er 4.200 doden en waren er 7.000 gewonden. Willem III verloor de strijd. Het ontbrak hem aan terreinkennis, een bekend euvel.
Uiteindelijk resulteerde de hele operatie (ook een veldslag bij Kamerrijk/Cambrai en bij Sint-Omaars/St.-Omer) in de Vrede van Nijmegen. Een gedeelte van Vlaanderen (wat vandaag Frans-Vlaanderen wordt genoemd) en Henegouwen werd bij Frankrijk ingelijfd. Lodewijk XIV beloofde aan de steden het behoud van hun privileges maar beperkte die ook door het aanstellen van een bijzonder rigide administratie in de nieuwe Franse provincie Vlaanderen. Hij liet door Vauban talloze versterkingen (de zogenaamde “Frontière de fer”) aanleggen, onder meer ook in Ieper. Bij de Vrede van Utrecht (1713) moest hij wel een deel van het veroverde gebied, met steden als Doornik en Menen, teruggeven.
Aan de Slag herinnert een obelisk die op de grens van Noordpene en Zuidpene staat en opgericht werd in 1865. En er is natuurlijk het Bezoekerscentrum dat in april 2007 werd geopend naar aanleiding van de voorstelling van de maquette van het slagveld.
Europees historisch
De tentoonstelling over de 17e eeuw, die gedurende ruim twee jaar grondig werd voorbereid en ook gedurende ruim twee jaar wordt opengesteld, situeert die Slag bij de Pene binnen een Europees historisch kader tijdens een bijzonder conflictueuze periode. Op grote geïllustreerde panelen wordt zowel in het Frans als in het Nederlands die hele geschiedenis gereconstrueerd en geduid. Er is aandacht voor de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), de Frans-Spaanse Oorlog (1635-1659), de Hollandse Oorlog (1672-1678, kernfiguren van de 17e
eeuw zoals Michiel De Ruyter enz…
Het Bezoekerscentrum onderging bovendien een grondige en professionele transformatie die werd uitgetekend door een architectenbureau. Het decor is geïnspireerd op de bekende Spiegelzaal van het kasteel van Versailles. Het plafond toont vijf kleurrijke reproducties van Charles Lebrun: allegorieën van de Oudheid die ironische boodschappen bieden i.v.m. de Hollandse Oorlog. Bovendien wordt de bezoeker ontvangen en wegwijs gemaakt op groot scherm door Lodewijk XIV, weliswaar vertolkt door een nog levende acteur.
Familiegeschiedenis
De nieuwe tentoonstelling wordt aangekondigd als de uitbeelding van een “familiegeschiedenis”. In de eerste plaats kan je denken dat het gaat over de gemeenschappelijke geschiedenis van Frans-Vlaanderen en Belgisch Vlaanderen. Dat is logisch. Maar een genealogisch paneel – beschouwd als het meesterstuk van de tentoonstelling – maakt ook duidelijk dat de machtigen der aarde, de vijanden van de 17e eeuw, neven of schoonbroers waren…
Grensoverschrijdend tweetalig
Het Maison de la Bataille organiseerde al verschillende tijdelijke tentoonstellingen met grensoverschrijdende thematiek, onder meer over de Geuzen en de Beeldenstorm, de Graven van Vlaanderen, het Vlaamse molenpatrimonium.
De realisatie van deze dure tentoonstelling over de 17e eeuw was mogelijk na financiering door het Noorderdepartement, de Regio Hauts-de-France, het CCFI (Communauté de communes de Flandre intérieure), de gemeente Noordpene, het KFV (Komitee voor Frans-Vlaanderen). Volgens Jocelyne Willencourt, voorzitter van MDLB, heeft die welwillende steun vooral te maken met het grensoverschrijdende, tweetalige karakter van het Bezoekerscentrum. In 2019 waren 48% van de bezoekers Nederlandstaligen. Vaste gids-animator Philippe Ducourant is tweetalig en de enige beperkt bezoldigde. De rest van de ploeg bestaat uit volledig onbezoldigde, competente vrijwilligers, ook van de andere kant van “de schreve”.
Voor de permanente tentoonstelling, die nu grotendeels verdwijnt, waren er sinds lang audiogidsen beschikbaar in het Frans, het Nederlands en… (voor de liefhebbers) het West-Vlaams. Er is ook een didactische, tweetalige film over de Slag te bekijken. Het MDLB is een van die musea die eigentijds-historisch, publieksgericht en “doenbaar” zijn en het Huis is bovendien uitstekend natuurlijk-gesitueerd, met een ruim vergezicht op de Kasselberg (waar zich het bekende Musée de Flandre i.v.m. Vlaamse kunst bevindt). Niet toevallig loopt ook het fietsknooppuntencircuit van West-Vlaanderen naar Frans-Vlaanderen langs dit Bezoekerscentrum in Noordpene. Overduidelijk combineerbaar: vrijetijdssport, geschiedenis, cultuur.