Reflectie, digitalisering en samenwerking: hoe corona tot nieuwe inzichten leidt in de cultuursector
Hoe zal de Vlaamse cultuurwereld eruitzien wanneer corona is bedwongen? We gingen in gesprek met de cultuursector en het culturele jeugdwerk, op zoek naar tendensen die een tip van de sluier oplichten. Een verhaal over een crisis die verborgen kansen en mogelijkheden onthult. ‘Er borrelt zóveel energie bij dat jonge grut!’
Hoe creatief is de “creatieve” branche? Afgaand op de voorbije tien maanden kun je alleen constateren dat ze haar predicaat heeft waargemaakt. Toen de podia en musea op slot moesten, begonnen de artiesten hun creaties verwoed online te delen. De cultuursector ging onverwijld op zoek naar nieuwe manieren om het publiek toch te kunnen bedienen, zij het dan via internet.
Het was opmerkelijk hoe snel er werd ingespeeld op elke nieuwe beslissing van de overheid, telkens gepaard met gevolgen voor het hele veld, van werknemers, tot vrijwilligers en deelnemers. Enkele organisaties zagen zich verplicht om hun werking volledig stop te zetten, maar de grote meerderheid bleef de banden aanhalen met jonge artiesten en amateurkunstenaars – een noodzaak, zeker nu hun sociale leven verder zo drastisch werd ingeperkt.
Video: vanuit haar slaapkamer speelt en zingt Naima Joris covers van nummers die haar inspireren. Ze is één van de vele artiesten die, bij gebrek aan speelkansen, muziek delen via sociale media.
.
Dé grote uitdaging van deze crisis, zowel in de kunstensector als het cultuurjeugdwerk, blijft het volhouden van hun missie binnen de beperkte omstandigheden. En hoewel de situatie bij momenten nog altijd aartsmoeilijk is en soms zelfs hopeloos lijkt, klinkt er door alle onzekerheid en frustratie heen ook een andere stem: het noodgedwongen experiment heeft ook tot nieuwe inzichten geleid over de eigen werking, en daarmee soms ook verborgen kansen onthuld. Die kunnen tot een nieuw elan leiden wanneer eens – ooit – de crisis wegebt.
Spontane creativiteit
Aan het begin van de eerste lockdown was er een heel spontane beweging van creatievelingen die de plots vrijgekomen tijd en abrupte isolatie te lijf gingen met artistieke huis-tuin-en-keukencreaties die ook snel en gretig via het internet werden gedeeld. Vooral muzikale performancevideos vonden een gretig publiek online, naast ludieke initiatieven als #kunstinquarantaine, een Instagram-hashtag waar levende imitaties van bekende werken uit de beeldende kunst werden gedeeld. In de tweede lockdown, najaar 2020 en voorjaar 2021, is de output echter een stuk luwer geworden, naarmate de omstandigheden aanhouden en met de gewenning ook de verveling groeit.
Ook in het georganiseerde cultuurwerk werd er bij aanvang van de quarantaine snel overgeschakeld naar een digitaal aanbod. De meeste speelplekken hebben ondanks een volledige sluiting geëxperimenteerd met het streamen van voorstellingen, elk met een eigen accent. Sommige huizen zetten in op een verhoogde output van artiestenresidenties, andere vervangen geplande fysieke concerten door een liveregistratie. Ook cursussen en workshops worden nu vooralsnog aangeboden als instructiefilmpjes of werksessies via Zoom, met individuele begeleiding of in groep. Vaak wordt ingezet op verborgen talenten van de werknemers om het digitale luik te verzorgen, of worden de nodige vaardigheden razendsnel aangeleerd.
Voor de meeste organisaties blijft het proefondervindelijk zoeken naar de beste vorm om hun activiteiten voort te zetten
Natuurlijk gebeurt die omschakeling met vallen en opstaan – al doende leert men welke ideeën werken, en wat er kan verbeteren. Zo bleek al snel dat bepaalde activiteiten zich beter leenden voor digitalisering dan andere, wat zeker voor niet-professionele beoefenaars een belangrijke factor is om hun hobby online verder te zetten. Een muziekperformance is relatief eenvoudig te capteren, theater al heel wat minder. Naast de technische implicaties (cameravoering, dialogen opnemen) zijn er ook heel wat inhoudelijke beperkingen, waardoor een toneeltekst uit het precoronatijdperk fysiek niet langer uitvoerbaar blijkt binnen de geldende regels (speel maar eens een romantische scène op anderhalve meter afstand).
Voor de meeste organisaties blijft het proefondervindelijk zoeken naar de beste vorm om hun activiteiten voort te zetten, waarbij de soms chaotische opeenvolging van nieuwe of veranderende regels nog wat meer stokken in de wielen steekt.
Soms heeft de situatie op een verrassende manier geleid tot voortschrijdend inzicht. De Limburgse “jeugdcultuurwerkplaats” Villa Basta zette in eerste instantie in op instructievideo’s die door de creatieve leiding werden bedacht en uitgewerkt. Dat leidde al snel tot het besef dat de jongeren zelf tenminste even bedreven waren in het maken van dergelijke filmpjes, wat in een tweede fase leidde tot het project Inflowencers, waarbij jongeren worden begeleid om zélf de filmpjes in elkaar te knutselen. Het blijkt een onverhoeds succes, en nu al staat vast dat Inflowencers een vast onderdeel zal blijven uitmaken van het eigen aanbod.
Mathieu Céron (Villa Basta): “Video maken met jongeren is altijd al onze corebusiness geweest, maar de beperking die ons nu werd opgelegd heeft ons gedwongen om onze activiteiten vanuit een volledig nieuwe invalshoek te benaderen: een digitaal platform dat wordt gerund door jongeren, met ook alleen content die wordt gemaakt door en voor jongeren.”
Tijd voor reflectie
Met de tweede lockdown is het nuchtere besef ingedaald dat de situatie nog een stuk langer kan aanhouden dan eerst gedacht. Ook wordt stilaan duidelijk dat de crisis eigenlijk een aantal pijnpunten heeft blootgelegd die al langer in de sector sluimerden: de grote werkdruk en bijbehorende stress, de financiële onzekerheid, het overaanbod van producties en releases. Daardoor kiezen steeds meer artiesten voor reflectie en verdieping van hun kunstpraktijk, eerder dan de aandacht van hun publiek warm te houden met het oog op een heropstart van de sector.
Dat heeft ook een effect op de professionele omkadering in de sector, van boeking en management tot speelplekken. Binnen de traditioneel strakke planning is steeds meer ruimte voor spontane initiatieven, met slechts in het achterhoofd nog het idee van een traject op lange termijn. Er zijn eenvoudigweg nog te veel vraagtekens over de precieze ontwikkelingen, het is nog te onduidelijk wanneer alles uiteindelijk weer op gang komt.
Die ruimte voor reflectie en verdieping weerspiegelt zich steeds meer in het inhoudelijke aanbod dat tijdens de crisis wordt ontwikkeld. Een groeiend aantal organisaties voorzien in hun programmatie ruimte voor maatschappelijk debat en levensbeschouwing. Het Brabantse elektronicafestival Horst maakte in zijn online editie (naast de gebruikelijke performances en deejaysets) nadrukkelijk de ruimte voor een reeks panelgesprekken, met onderwerpen als Decolonizing Music & Nightlife Culture en Enhancing Personal and Collective Wellbeing Through Nightlife.
Het thema van mentaal welzijn staat ook centraal in de programmatie van Muziekcentrum Trix, waar onder de noemer We Should Talk een panelgesprek werd gevoerd. Sinds oktober staan er ook therapeuten ter beschikking van jonge artiesten.
Dat is een belangrijk sign of the times, zegt Trix-directeur Dieter Sermeus: “Je merkt dat jonge gasten echt met die maatschappelijke thema’s bezig zijn: diversiteit, mentaal welzijn, ecologie – en in deze tijd meer dan ooit. En dat kruipt dan ook in het werk van jonge artiesten en hun cultuur. Ik zou dus zeggen dat het een noodzaak is voor onze sector om dat bespreekbaar te maken, en om die gesprekken een plek te geven in onze werking. Het is zelfs een noodzaak om in de toekomst relevant te blijven, en te overleven.”
Go virtual
Het unieke en tijdelijke karakter van de crisis tekent ook de verschillende initiatieven die zijn opgedoken in navolging van de spontane presentaties online en in meer gereguleerde omstandigheden.
Een ambitieus plan van de Gentse zalen voor een gezamenlijk coronaproof theater werd al gauw opgeborgen wegens financieel onhaalbaar. Uit dat idee is achteraf wel een structuur voor een virtueel podium opgezet dat nu door steeds meer lokale zalen wordt gebruikt. Het is de verwachting dat dit ook zal blijven bestaan na de crisis, om zo via online ticketverkoop voor extra inkomsten te zorgen. Dat geldt ook voor het Vlaamse initiatief Artists Unlimited, dat zichzelf vrij snel na het begin van de crisis lanceerde met een succesvol online festival. Nu biedt het nu voorstellingen van Belgische artiesten aan via een betalend streamingplatform. Het Gentse VR-bedrijf Oisoi heeft de virtuele concertzaal Soundstorm gebouwd in de spelwereld van het populaire onlinespel Fortnite, waar ze al verschillende optredens hebben georganiseerd.
Het blijft natuurlijk de vraag of zulke initiatieven een duurzaam leven beschoren zijn. De meningen in de sector zijn verdeeld. Een belangrijk argument tegen is bekend: de constatering dat de ervaring van een liveoptreden niet te vervangen valt door een registratie.
Wouter Vanhaelemeesch (Vooruit): ‘Artiesten ontdekken nu andere mogelijkheden om zich uit te drukken, en sommigen willen achteraf misschien niet meer terugkeren naar het podium’
Maar misschien kan dit noodzakelijke alternatief wel uitgroeien tot een aanvullende presentatievorm, bedenkt Wouter Vanhaelemeesch, muziekprogrammator van Vooruit in Gent: “Je ziet nu al dat programmatoren en muzikanten met de vorm beginnen spelen, om het visueel aantrekkelijker te maken. Voor sommige artiesten wordt dat vast een nieuw medium waarin ze hun eigen stem vinden, terwijl optreden voor een livepubliek misschien zelfs niet aan hen besteed is. Je moet ook bedenken: het livecircuit was de laatste jaren zo competitief en druk geworden. Vele artiesten ontdekken nu in de quarantaine andere mogelijkheden om zich uit te drukken, en willen achteraf misschien niet meer terugkeren naar het podium. Ik zie de onlineperformances in elk geval als een mogelijke uitbreiding van het aanbod, ook na corona.”
Voorbij de crisis
Een ander inzicht uit de crisis is de noodzaak tot samenwerking, via partnerschappen maar ook door kennisuitwisseling en overleg tussen organisaties, en zelfs tussen de sectoren. De ondersteuning door een efficiënt expertisecentrum als De Ambrassade bleek voor de landelijke jeugdwerking van onschatbare waarde om de informatie te stroomlijnen en alle opeenvolgende maatregelen overzichtelijk te houden. Het plan voor een virtuele zaal in Gent is dan weer ontstaan uit een wekelijks overleg tussen alle plaatselijke concertwerkingen, dat aan het begin van de eerste lockdown werd opgestart.
Het lijkt een uitgemaakte zaak dat de integratie van digitale oplossingen voor de kunstpraktijk, ontwikkeling en participatie een vast onderdeel van het aanbod zal worden. In welke mate en op welke manier, dat hangt in grote mate af van de specifieke missie en de opzet van de werking.
Mathieu Céron (Villa Basta): ‘De switch naar digitaal is broodnodig om jongeren te bereiken, dat wisten we al lang. Ironisch genoeg kregen we door corona de kans er eindelijk werk van te maken’
Mathieu Céron van Villa Basta: “Het was echt een eyeopener om te zien dat die switch naar digitaal zoveel nieuwe mogelijkheden biedt, zelfs op deze korte termijn. Iedereen in de cultuur- en jeugdwerking weet ook al lang dat het absoluut noodzakelijk is om de jongeren nog te bereiken. Maar vroeger had men het vaak zo druk met de dagelijkse werking. Ironisch genoeg hebben we dankzij corona de kans gekregen om er eindelijk werk van te maken.”
En zo blijkt dat, ondanks alle ellende, de coronacrisis bepaald geen periode is van wachten tot we terugkeren naar “normaal”. De nieuwe ideeën zijn gerijpt, sommige zijn zelfs al voorzichtig op het (digitale) podium te zien.
En daarna? De Amerikaanse socioloog Nicholas Christakis poneerde onlangs dat ons na de crisis een nieuwe roaring twenties te wachten staat, met een explosie van artistieke creativiteit. Stefaan Vandelacluze van Bamm!/Mooss (kunst- en erfgoededucatie) is alvast geneigd hem gelijk te geven: “Ik kijk eigenlijk heel positief naar de toekomst. Als ik zie hoeveel opgekropte creativiteit er nu borrelt bij al dat jong grut… Wanneer die weer eens mógen, gaat dat nogal een explosie zijn. Ik zeg het, er staan ons zotte tijden te wachten!”