Geen betere manier om een historische ramp aan de vergetelheid te ontrukken dan er een show of feest aan te wijden, merkt historica Lotte Jensen.
Op zaterdagavond 26 augustus reisde ik af naar het Limburgse dorp Tegelen om een musical over de watersnood van 1993 te gaan zien: Het was Zondag in het Zuiden. Het beloofde een onderhoudende avond te worden: een bak met 200.000 liter water zou vollopen om de overstromingen na te bootsen, Buddy Vedder speelde de hoofdrol en dat alles op de muziek van Rowwen Hèze, de bekendste band uit Limburg.
Ruim voor aanvang stroomde het terrein al vol. Mijn reisgezel en ik namen eerst een kopje koffie met Limburgse vlaai, zochten ons plekje op tribune op en werden ondergedompeld in een drie uur durend spektakel. Hoogtepunt was de varende boot in de waterbak, het zag er spectaculair uit. Het publiek was enthousiast en zong bij het slotakkoord luidkeels mee met de grootste hit van Rowwen Hèze: ‘Kwestie van geduld’.
Maar, een watersnoodmusical, kan dat eigenlijk wel? Jazeker! Sterker nog, zingen over watersnoden past in een eeuwenoude Nederlandse traditie: met treurzangen, smartlappen en veerkrachtige teksten gaven Nederlanders uiting aan hun gemoed na overstromingsrampen. Entertainment en watersnoden gaan trouwens ook goed samen. Zo werd in 1881 in Amsterdam een grootscheeps Watersnoodfeest georganiseerd ten behoeve van de getroffenen van een overstroming in het Brabantse Nieuw Cuijk. Bezoekers kregen in ruil voor hun peperdure kaartjes toegang tot een parade aan kraampjes, luxueuze versnaperingen, concerten, tombola’s en kermisattracties. Het feest bereikte een climax om 12 uur ’s avonds, toen het Watersnood-Wilhelmus werd opgevoerd.
© RHCL Maastricht
Wie nog twijfelt over de combinatie ramp en musical hoeft alleen maar aan de Titanic te denken: de musical over de scheepsramp was een succes op Broadway en trok ook in Nederland volle zalen.
Bijkomend voordeel: een musical blijkt een van de efficiëntste manieren om een historische gebeurtenis aan de vergetelheid te ontrukken. De Watersnoodramp van 1953 staat bij de meesten wel op het netvlies gebrand, mede vanwege de uitgebreide herdenking eerder dit jaar. Maar de overstromingsramp van 1993, die zich voltrok tijdens de kerstdagen, is veel minder bekend gebleven. Ten onrechte, want de gevolgen waren groot: maar liefst 12.000 mensen moesten worden geëvacueerd. Het hoge water zorgde trouwens ook voor grote problemen in Noord-Frankrijk, België en Duitsland. In totaal vielen zes doden te betreuren.
Dankzij Het was Zondag in het Zuiden is de herinnering aan 1993 weer helemaal terug van weggeweest. Ruim van tevoren besteedden de media er al aandacht aan. Er verschenen advertenties in de Kampioen, het huisblad van de ANWB dat in een oplage van meer dan 3,7 miljoen exemplaren verschijnt. Leden konden een aantrekkelijke korting krijgen. Ook de landelijke dagbladen en de NOS besteedden aandacht aan dit evenement, want “musicals in de regio zijn hot”.
Met treurzangen, smartlappen en veerkrachtige teksten gaven Nederlanders uiting aan hun gemoed na overstromingsrampen
Zo kwam ook het verhaal van de verdwenen burgemeester weer bovendrijven: tijdens de watersnood 1993 verdween de burgermeester van Arcen en Velden spoorloos, omdat de crisis hem boven het hoofd groeide. Een journalist van de Limburger wist hem op te sporen en had daarmee een landelijke scoop. In de musical keert dit verhaal terug, zij het in een gedramatiseerde vorm.
Wat mij trof was niet zozeer het spektakel als wel het regionale saamhorigheidsgevoel dat deze musical teweegbracht. We bevonden ons in hartje rampgebied, op een paar honderd meter van de Maas. De meeste acteurs waren verbonden aan Toneelgroep Maastricht en de voorstelling was in het Limburgs (met ondertiteling). Het was daarmee ook een ode aan het Limburgse dialect. De muziek van Rowwen Hèze deed de rest. Al neuriënd verlieten we na afloop het openluchttheater en reden we weer stroomafwaarts.