Welke ervaringen en gedachten roept de grens tussen Noord-Frankrijk en België op bij wie een (groot) deel van zijn leven nabij die grens heeft doorgebracht? Voor de Vlaamse schrijfster Anne Provoost zal de grens tussen haar land en Frankrijk altijd symbool staan voor de redding van haar voorouders tijdens de Grote Oorlog.
In
de Eerste Wereldoorlog vluchtten honderdduizenden mensen de grens over tussen
België en Frankrijk, uit angst voor de vijand, maar ook als gevolg van de verplichte
evacuaties door de onderwaterzettingen. Het gebeurde dat de Fransen mopperden.
En een korte periode sloten ze zelfs hun grenzen, want ze hadden hun handen vol
met hun eigen ‘onnuttige monden’, zoals de vluchtelingen uit Noord-Frankrijk
werden genoemd. Maar enkele weken later werden de Belgische vluchtelingen toch
weer toegestaan.
De
grens tussen mijn land en Frankrijk zal voor mij altijd symbool blijven staan
voor de redding van mijn voorouders. Zonder de doordringbaarheid van de Franse
grens zouden zij de oorlog misschien niet hebben overleefd.
Met
dit gedicht wens ik iedere persoon uit een oorlogsland een open grens toe.
Woord aan de broermensen
De wind blies de erwten over de rand van de schotel
en de bloedhond kwam in de poort staan
We keerden snel nog ons dak – zo werd het een zeef
en hadden we water
Maar angst bracht de smaak van metaal
in ons speeksel, en beriep zich op ons verstand
Het historisch toneel werd verlaten
want hoop bleek de Moeder der Dwazen
We trokken de grens over naar ’t Fransche
met onze laatste betaalbare honger
Als er een vreemdeling bij je in huis komt
moet je in zijn opgeheven handen
geen glas wijn duwen maar
een naald en een zijden draad
zo lang als zijn leven
wisten ze daar
We werden onthaald met
Hallo, aangenaam, dit is niet onze eerste oorlog
en we kregen een krachtplaats
We kenden de taal niet
We werden gedoogd, en zacht gesproken
zijn hiervoor nog altijd geen woorden