Deel artikel

Lees de hele reeks
geschiedenis column

Op een dag zal het bloemen regenen uit de wolken

9 maart 2024 3 min. leestijd Jensen & Hofman

Twee jaar nadat Rusland Oekraïne binnenviel grijpt cultuurhistorica Lotte Jensen naar het anti-napoleontische werk van Rhijnvis Feith. ‘Als de lente aanbrak, kreeg de dichter weer hoop.’

Het is alweer twee jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. De in puin geschoten gebouwen, de vele doden en de stromen vluchtelingen stemmen moedeloos. Het einde lijkt nog lang niet in zicht, integendeel. Poetin deed er in zijn jaarlijkse toespraak voor het parlement nog een schepje bovenop en waarschuwde voor een nucleaire oorlog als de NAVO-landen troepen naar Oekraïne sturen.

Hoe houden burgers in zulke oorlogssituaties hoop? Die vraag ging door me heen toen ik de verzamelde gedichten van Rhijnvis Feith (1753-1824) deze week herlas. Hoe ik via Feith bij Poetin en de oorlog in Oekraïne uitkwam, moet ik uitleggen. Voor wie deze dichter uit Zwolle niet kent: hij is vooral bekend geworden als de grondlegger van het sentimentalisme. Dat is een stroming in de literatuur waarin het uiten van gevoelens centraal staat. In de roman Julia (1783) ontwikkelde Feith een nieuwe gevoelstaal en dat maakte hem op slag beroemd.

Het is dit jaar tweehonderd jaar geleden dat Feith stierf. Zijn letterkundige vrienden eerden hem destijds met een bundel lofzangen, getiteld Gedenkzuil voor Mr. Rhijnvis Feith (1825). Ook werd een fraai monument onthuld bij zijn graf. Anders dan tweehonderd jaar geleden ging zijn sterfdag op 8 februari jongstleden stilletjes voorbij: slechts een handjevol mensen bezocht die dag zijn graf.

Eind van dit jaar zal de werkgroep Willem Bilderdijk een symposium aan Feith wijden en een jaarboek over de Zwolse dichter uitbrengen (ook Bilderdijks tijdgenoten worden zo nu en dan in het zonnetje gezet). In dat kader herlas ik Feiths poëzie en trof mij de politieke lading van zijn latere dichtwerk. Feith mag dan vooral beroemd zijn geworden vanwege zijn sentimentalisme, zijn anti-napoleontische werk mag er beslist ook zijn. Ten onrechte is die kant van Feith onderbelicht gebleven. Wat kon hij uithalen naar de Franse keizer!

Ten onrechte is de anti-napoleontische kant van Feith onderbelicht gebleven. Wat kon hij uithalen naar de Franse keizer!

Tussen 1810 en 1813 was Nederland ingelijfd bij het Franse keizerrijk en Feith was een van de schrijvers die zijn ongenoegen daarover uitdrukte. In het gedicht ‘Aan Napoleon’ maakte hij korte metten met de bloeddorstige “Dwingeland”, die zijn vaderland verwoestte.

Ook gij, mijn Vaderland! moest bukken,

En Neêrland zag zijn jongsten stond.

De Dwingland wenkt, zijn horden rukken

Verraderlijk op uwen grond.

Geweldnaar! beef Gods wraakzwaard tegen!

Hoe hoog uw trots uw waan’ gestegen,

Eens zinkt gij in het stof ter neêr.

Op een dag, zo schreef Feith, zouden deugdzaamheid en rechtvaardigheid het winnen van de eer- en vernielzucht van Napoleon.

Feiths gedichten uit die jaren ademen een sfeer van uitzichtloosheid en diepe droefenis. Maar als de lente aanbrak, kreeg de dichter weer hoop. Tijdens de inlijvingsjaren schreef hij ieder jaar een gedicht over de ontluikende natuur in het voorjaar. Het was dan alsof de aarde “tot troost verscheen” en de mens “de droeve maatschappij” heel even kon vergeten. “Daar is de lieve Lente weêr / Met al haar zaligheden”, schreef hij in mei 1812. “Zij strooit nog menig bloem bij smart / Op onspoeds harde wegen”.

In de lente van 1813 nam zijn hoop concrete vormen aan. Hamburg werd bevrijd van de Fransen en Feith beeldde zich in hoe het zou zijn als Napoleon definitief ten val zou komen. Overal, zo fantaseerde de dichter, zou dan luid gejuich klinken. Niet langer zou de vleesgeworden duivel dood en verderf zaaien, niet langer hoefden de moeders hun zuigelingen angstig aan hun borsten te klemmen.

Juich, Aarde! juich met al uw Volken,

De Lente bloeit weêr als weleer,

En regent bloemen uit de wolken

Op uw geruste velden neêr.

Een fraai beeld: als de tiran wordt verslagen, zal het bloemen regenen uit de wolken.

Mijn gedachten gingen uit naar Poetin. Wanneer zal de eigentijdse Napoleon ten val komen? Wanneer breekt de lente door in Oekraïne?

345846

Lotte Jensen

neerlandica, filosofe en cultuurhistorica. Hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis bij de afdeling Nederlandse taal en cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000291a0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)