Deel artikel

Lees de hele reeks
VL ⇄ NL

Oog voor mensen in de luwte

10 april 2024 5 min. leestijd Met laaglandse groet

Geprezen zij wie de blik van kind en volwassene kan combineren. Een nieuwe VL⇄NL-nieuwsbrief, over kunstenaars met oog voor mensen die zich weinig aantrekken van wat als hip en succesvol geldt en over echte en vermeende mijlpalen in de Vlaams-Nederlandse samenwerking.

Beste lezer,

Met tractor en beestenkar trok fotograaf Jelle Vermeersch door België en een stukje Nederland (Zeeuws-Vlaanderen) om portretten te maken en gesprekken te voeren. Zijn verlangen: “om mensen van den buiten te begrijpen en te peilen naar hun gedachten en gevoelens.”

Het leverde een mooie expositie op en ook een indrukwekkend boek vol bijzondere portretten en kleine verhalen die samen een rijkgeschakeerd beeld schetsen van het leven buiten de stad. De inwoners van de buitengebieden vormen natuurlijk evenmin als de stedelingen een homogene groep. Vermeersch is vooral op zoek gegaan naar mensen die zich weinig aantrekken van wat als hip en eigentijds geldt en die eerder in de luwte op eigenzinnige wijze hun leven leiden. Zonder exotisme of valse romantiek brengt hij hen in beeld.

In de Borinage, de streek die nooit echt is rechtgekrabbeld na de sluiting van de mijnen, tekent hij uit de mond van een de mensen die hij portretteert deze mooie uitspraak op: “Met de blik van een volwasene zie ik hier rondom mij oude mensen, bierdrinkers, mensen die werkloos zijn en het moeilijk hebben. Mensen met gezichten die door het leven zijn getekend. Met de blik van een kind zie ik moedige, lachende en gastvrije mensen die graag samen zijn en kletsen, discussiëren. In deze tijd is dat belangrijk.”

Die dubbele blik van kind en volwassene heeft Vermeersch zelf ook en zie ik eveneens terug bij de Nederlandse, in België neergestreken kunstenaar Roeland Zijlstra die ik onlangs in zijn atelier in Melle bezocht. Bij de opening van een expositie waar zijn werk te zien was, zei galeriehouder Vincent Laute een tijdje terug: “In
de schilderijen van Roeland Zijlstra zien wij meestal gewone mensen,
zoals wij meestal ook zijn. Geen heiligen, fotomodellen of atletisch gespierde helden… Het zijn
dikwijls mensfiguren die hun wilde jaren reeds achter zich hebben. Ze willen niets pretenderen, en hebben niets meer te bewijzen. De figuren schijnen knullig en onbehouwen,
al te menselijk.”

Zijlstra studeerde aan de Haagse Academie en won in 1985 de Buning Brongers Prijs voor jonge kunstenaars. Maar in de Haagse kunstwereld had hij een wat benauwd gevoel en het leek hem gezond om een tijdje in het buitenland te wonen. Met een toenmalige geliefde trok hij naar Antwerpen.

Zoals bij veel kunstenaars opende het oversteken van de grens nieuwe perspectieven. “Na de academie begon ik abstract te schilderen en vervreemdde ik wat van mijn wezen. In de anonimiteit van een nieuwe omgeving kon ik de figuratie weer te pakken krijgen.”

In Antwerpen zwierf hij door de droogdokken en hing hij rond in cafés. “De sfeer sloot aan bij wat in mij leefde.” Maar hij ervoer dat hij een wat gereserveerde ontvangst kreeg. “Jean Brusselmans was een held van me. Maar als je als Nederlander naar België gaat en interesse hebt voor Belgische kunstenaars, word je al snel verdacht van exotisme, terwijl die affiniteit voor mij natuurlijk was.”

De bescherming van de woonwagencultuur

Wie zich nestelt aan de andere kant van de laaglandse grens krijgt doorgaans met milde vooroordelen te maken. Een groep die aan beide zijden van de grens zucht onder veel hardere vormen van uitsluiting en negatieve beeldvorming vormen de woonwagenbewoners.

Journalist Sjereno Cörvers, zelf grootgebracht op een Nederlands woonwagenterrein en nu woonachtig in België, schreef een betrokken verhaal over de behandeling die woonwagenbewoners in Nederland en Vlaanderen ten deel valt. Waar de media woonwagenkampen doorgaans portretteren als broeinesten van criminaliteit betoogt hij dat er een sterk gevoel van solidariteit heerst en dat de cultuur van de voyageurs bescherming verdient.

Dat oordeel velden ook verschillende mensenrechtenorganisaties die zowel Nederland als België fikse tikken op de vingers gaven voor het schenden van de mensenrechten van woonwagenbewoners. In zijn artikel laat Cörvers zien dat de gemeenschap in Nederland sindsdien haar rechten afdwong, maar dat deze vergeten groep in Vlaanderen in precaire omstandigheden leeft.

Aan dat front mag Nederland het beter doen dan Vlaanderen, in de huisartsenzorg geeft Nederland het voorbeeld dat de zuiderburen vooral niet moeten volgen. Dat betoogt Anouk van Kampen in haar nieuwe column. Voor de zeker voor kwetsbare mensen essentiële vraag “En hoe gaat het verder?” is in Nederland nooit meer tijd, constateert ze, terwijl elke huisarts in België die ze tot nu toe trof die vraag wél stelde.

Mijlpaal?

Zeeuws-Vlaanderen behoort tot de regio’s waar het huisartsentekort het nijpendst is. Het is een dunbevolkte, vergrijzende streek in de luwte, ver van de politiek centra. De regio heeft veel te winnen bij een nauwe band met het nabije Vlaanderen waar steden, arbeidskrachten en voorzieningen te vinden zijn.

Maar de grens oversteken blijkt nog niet zo makkelijk te zijn. In Buitenmensen van Jelle Vermeersch komt Saskia Ketelaar, predikant in het Zeeuws-Vlaamse Hoek, aan het woord. “Sinds ik in Brussel ben gaan studeren, heb ik de grenzen alleen maar harder zien worden”, zegt zij. “Europa en eenheid? Dat is helemaal niet zo. Ik kan bijvoorbeeld geen Nederlandse bankrekening meer openen omdat ik in België woon. Papieren worden altijd maar belangrijker en tijdens covid ging de grens gewoon dicht.”

Daar zegt de overheid iets aan te willen doen. Onlangs lanceerde ze het Schakelpunt Grensbelemmeringen, “een nieuwe mijlpaal in de samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland”. Het doel: het wegwerken van hindernissen voor alle burgers, ondernemers en organisaties die de grens willen overbruggen om zo het “enorme potentieel van de grensregio” te benutten.

Een heel concrete hindernis voor de bewoners van de grensregio’s is alvast het gebrek aan grensoverschrijdende treinverbindingen. In 1930 kon je als reiziger op zeven spoorlijnen rechtstreeks tussen Vlaanderen en Nederland treinen. Vandaag zijn dat er nog maar twee, allebei vanuit Antwerpen. Het journalistenduo Basil Claeys en Sjereno Cörvers onderzocht hoe het staat met alle plannen om oude verbindingen nieuw leven in te blazen. Voorlopig heerst er wantrouwen tussen noord en zuid en komt er weinig van alle politieke beloften, schrijven ze.

Dat zou pas een mijlpaal zijn: grensoverschrijdend openbaar vervoer dat weer het niveau van een eeuw geleden heeft.

Met laaglandse groet,

Tomas Vanheste

Tomas

Tomas Vanheste

is adjunct-hoofdredacteur Ons Erfdeel vzw, coördinator van VL⇄NL en journalist.

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [00000000000029190000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)