Dit duinenfort moest Duinkerke beschermen tegen aanvallen over land en vanaf zee
De volgende episode in onze reeks over oorlogs- en strijdplaatsen in Noord-Frankrijk brengt ons naar het Fort des Dunes – het Fort van de Duinen. Dit bouwwerk van Séré de Rivières werd na de Franse nederlaag van 1870 opgetrokken, maar zou uiteindelijk maar een beperkte militaire rol spelen.
Midden in de duinen doemt plots een fort op. Dit imposant militair bouwwerk, net aan de grens van een uitgestrekt duinenmassief in de gemeente Leffrinckoucke, kan op het eerste gezicht verrassen. Maar de situering ervan is zeer goed overdacht, net als het feit dat het bouwwerk half onder het zand begraven ligt. Het fort was bedoeld om Duinkerke te beschermen tegen vijandelijke invallen.
© Nicolas Montard
De geschiedenis van dit bouwwerk, 50.000 m2 groot en ondertussen gerenoveerd tot een aangenaam en interessant museum, begint in de jaren 1870. Frankrijk verloor toen de oorlog tegen Pruisen. Om een nieuwe nederlaag te voorkomen werd generaal Raymond Adolphe Séré de Rivières belast met het aanleggen van een efficiënte infrastructuur van verdedigingswerken. Zo verrezen de zogenaamde Séré de Rivières-forten. Het doel ervan was duidelijk: “Een algemeen verdedigingssysteem tot stand brengen van Calais tot Nice, ook achter deze linie en tot aan Parijs, rekening houdend met de moderne oorlogsvoering, het aantal troepen, het belang van de spoorwegen en de vooruitgang van de artillerie.”
© Nicolas Montard
Net zoals het fort in Duinkerke werden al deze nieuwe militaire bouwwerken (er zijn er ongeveer 400 op Frans grondgebied) ingegraven. Zo kan de aardmassa de impact van projectielen afzwakken. Rekening houdend met de technische vooruitgang van de artillerie, met een steeds grotere reikwijdte, werden de forten vóór de steden opgetrokken. Verder communiceren de bouwwerken met elkaar en vormen ze zo een strategische lijn, een soort defensief gordijn, om indringers in de val te lokken. Ze zijn veelhoekig, wat de plaatsing van een groot aantal langeafstandskanonnen mogelijk maakte.
Dit fort heeft, net als de meeste andere forten aan de grens, uiteindelijk grotendeels zijn roeping heeft gemist
Met een capaciteit van 451 man dekt het Fort des Dunes bij Duinkerke de zogenaamde “goulet de Bray-Dunes” (de “flessenhals van Bray-Dunes”), een smalle strandstrook met achterliggende duinen, een kanaal, een spoorweg en verbindingswegen naar België. Door zijn ligging midden in de duinen, op een steenworp afstand van de zee, kon vanuit het fort ook de kustlijn in het oog gehouden worden, in geval van een aanval over water. Bovenop, op een hoogte van 27 meter, is het uitzicht onbelemmerd. Op een heldere dag kun je er met een verrekijker in alle richtingen 30 kilometer ver zien.
© Nicolas Montard
Feit blijft dat dit fort, net als de meeste andere forten aan de grens, uiteindelijk grotendeels zijn roeping heeft gemist, of in ieder geval niet erg nuttig is gebleken… De groeiende explosieve kracht van de granaten (meer bepaald door de ontwikkeling van de springstof meliniet) zorgde ervoor dat de forten aan het eind van de 19de
eeuw niet meer up-to-date waren. Sommige werden versterkt met beton, maar daarbij werd voorrang gegeven aan de forten aan de Duitse grens. Dit neemt niet weg dat ze tijdens de wereldoorlogen wel hergebruikt werden. Op 2 juni 1940, tijdens Operatie Dynamo, was de 12de divisie gemotoriseerde infanterie, onder het bevel van generaal Janssen, korte tijd in het Fort des Dunes ingekwartierd. Ongeveer honderd soldaten verloren er het leven. Later, in september 1944, werden er acht verzetsstrijders gearresteerd. Een van hen werd in de duinen neergeschoten toen hij probeerde te ontsnappen. De andere zeven werden opgesloten in het fort om er vervolgens te worden geëxecuteerd.
© Nicolas Montard
Het Fort des Dunes is uiteraard niet het enige Séré de Rivières-fort dat kan worden bezocht in het noorden van Frankrijk. Alleen al in de omgeving van Rijsel zijn er 21. Vandaag zijn de forten van Bondues (ondertussen een museum over het Verzet), Seclin, Feignies en Wimereux, bijvoorbeeld, allemaal toegankelijk voor liefhebbers van historisch en militair erfgoed.