Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Of het nog gelukt was met meneer?
1 Reacties
© Mikhail Nilov
© Mikhail Nilov © Mikhail Nilov
column Meuleman & Van Essen
samenleving

Of het nog gelukt was met meneer?

De uiteenlopende reacties op moeizame administratieve formaliteiten zeggen schrijver Rob van Essen iets over het verschil tussen België en Nederland. ‘Mijn verloofde moest er om lachen, zelf voelde ik alle energie uit me wegvloeien.’

Je verwacht geen problemen. Je komt uit Nederland, je gaat in België samenwonen met een inwoonster van dat land, je meldt je aan bij de gemeente om de inschrijving te regelen – het zal een formaliteit zijn, twee ingezetenen van de EU verenigen zich, hoe moeilijk kan het zijn.

Het bleek precisiewerk. De eerste keer dat mijn verloofde en ik naar de Frankrijkstraat gingen en het grauwe gebouw binnenliepen waar de Vreemdelingendienst van de gemeente Anderlecht is gevestigd, had ik mijn Nederlandse belastingaanslagen van de afgelopen vijf jaar meegebracht, omdat ik wist dat ik moest aantonen dat ik zelf een inkomen kon genereren. We kregen een nummertje en wachtten tot we naar de vijfde verdieping mochten, waar alles zou worden geregeld.

Voor mijn belastingaanslagen bestond op die vijfde verdieping geen enkele belangstelling. Andere dingen waren nodig, aanmeldingen, inschrijvingen, formulieren. Het werd ons allemaal vriendelijk uitgelegd door een jonge vrouw achter een glazen plaat. Voor ons op de balie stond een apparaat dat vingerafdrukken kon aflezen. Dat was mijn doel: mijn vingerafdrukken achterlaten zodat ze in een ID-kaart konden worden opgeslagen. Een pasfoto hadden we al meegebracht, die werd keurig in mijn dossier gelijmd.

Dat was mijn doel: mijn vingerafdrukken achterlaten zodat ze in een ID-kaart konden worden opgeslagen

In de drie weken tussen de eerste en de tweede afspraak werden telefoontjes gepleegd, informatie aangevraagd, formulieren gedownload en ingevuld, ook de boekhouder van de verloofde bemoeide zich er mee, en zo gingen we optimistisch gestemd terug naar de Frankrijkstraat.

Waar ook die dag het vingerafdrukapparaat werkloos bleef toekijken. De vrouw achter het loket liet ons zien dat op een van de ingevulde formulieren van het sociaal verzekeringsfonds stond dat dit geen formulier was waaraan bij de vreemdelingendienst rechten konden worden ontleend. Daar hadden we overheen gelezen, iets wat de ontwerper van het formulier ons ook wel erg gemakkelijk had gemaakt. Er moest een heel ander formulier worden ingeleverd, we konden over een week terugkomen.

We vulden het formulier online in, en het verzekeringsfonds zou het direct per mail doorsturen naar de vreemdelingendienst. Toen we een week later weer op de vijfde verdieping zaten, bleek het formulier nog niet gearriveerd. We mochten ter plekke naar het fonds bellen, en ja hoor, ze zouden het doorsturen, vandaag nog, maar niet nu, nu was iedereen aan het lunchen.

Drie weken later mochten we terugkomen op de Frankrijkstraat. Nu zou het formulier er zeker zijn. Maar nee. Het fonds had het wel doorgestuurd, maar naar de vreemdelingendienst van Stad Brussel in plaats van die van Anderlecht, zo bleek toen we uitzochten wat er deze keer mis was gegaan.

Ik weet niet meer precies hoe vaak we uiteindelijk naar de vijfde verdieping op de Frankrijkstraat zijn geweest. De straat bevindt zich op loopafstand van ons huis, dat was dan wel weer prettig.

Tijdens die weken ging mijn verloofde ook nog een keer naar die vijfde verdieping om een buurman bij te staan die met een vergelijkbare procedure bezig was. De medewerksters herkenden haar ondertussen. Een van hen vroeg “of het nog gelukt was met meneer”, een ander zei dat ze meneer laatst op straat had zien lopen maar dat ik haar niet had begroet.

Ik stelde me voor dat mijn inschrijvingsprocedure eindeloos zou duren, dat we in de loop der jaren kind aan huis zouden worden bij de loketten op de vijfde verdieping

Ik moest glimlachen toen ik het hoorde en stelde me voor dat mijn inschrijvingsprocedure eindeloos zou duren, dat we in de loop der jaren kind aan huis zouden worden bij de loketten op de vijfde verdieping, dat we iedereen zouden herkennen en begroeten als we ze op straat tegenkwamen, dat we koffie met ze zouden gaan drinken, dat we hun verjaardagen op de kalender in de wc zouden noteren, dat de afleesapparatuur voor vingerafdrukken steeds vervangen zou worden door nieuwere modellen zonder dat ik er ooit een vinger op mocht leggen; het zou een roman worden, een film, een musical zelfs. (“Ik weet al lang niet meer waar het om gaat / maar trek nog maandelijks naar de Frankrijkstraat.”)

Dergelijke romans en films bestaan natuurlijk al. (Over de musicals twijfel ik.) En het feit dat ik me aan dergelijke fantasieën kon overgeven, bewees de luxepositie waarin ik me bevond. Ik kon rustig fantaseren omdat ik wist dat het ooit zou gaan lukken. Voor veel anderen die daar in de wachtkamers zaten met hun nummertje tussen hun vingers geklemd was de situatie onzekerder, stond de uitslag nog lang niet vast.

En inderdaad, uiteindelijk mocht ik mijn vingers op het apparaat leggen, en een week later konden we mijn ID afhalen. Ik had een verblijfsdocument, eindelijk liep ik gelegitimeerd rond in dit land. De hele middag liep ik door rode voetgangerslichten in de vergeefse hoop dat ik zou worden aangehouden en mijn nieuwe kaart kon laten zien.

De hele middag liep ik door rode voetgangerslichten in de vergeefse hoop dat ik zou worden aangehouden en mijn nieuwe identiteitskaart kon laten zien

Twee weken later keerden we terug naar de Frankrijkstraat, omdat in hetzelfde gebouw ook de Burgerlijke Stand is gevestigd. Met het oog op ons voorgenomen huwelijk gingen we daar twee formulieren inleveren die ik uit Nederland had laten overkomen: een inschrijving bij het bevolkingsregister waaruit moest blijken dat ik ongetrouwd was, en een geboorteakte waaruit bleek dat ik geboren was.

We grapten tegen elkaar dat we ook deze keer ongetwijfeld nog vier keer zouden moeten terugkomen omdat de formulieren niet klopten, maar we wisten dat het niet zo zou gaan: het waren officiële documenten, en het waren de goede versies. Meteen nadat we ze hadden ingeleverd trokken we dan ook opgewekt naar het centrum van Brussel om trouwkledij aan te schaffen. Onder het winkelen kregen we een telefoontje van de Burgerlijke Stand dat het prikken van een trouwdatum vooralsnog niet door kon gaan omdat op mijn geboorteakte de achternaam van mijn vader verkeerd was gespeld.

Mijn verloofde moest erom lachen, zelf voelde ik op dat moment alle energie uit me wegvloeien, waarna de leeggekomen ruimte gevuld werd met zwart chagrijn.

Aan beide zijden van de grens hadden mensen op kantoren steken laten vallen, maar misschien zeiden onze uiteenlopende reacties op dit telefoontje dan toch iets over het verschil tussen de landen aan weerszijden van die grens. Berustende vrolijkheid of machteloos gevloek – het is maar wat je verwacht van de instanties waarmee je te maken krijgt.

Reeks

Meuleman & Van Essen

Open en bloot

Marc Scheers

Welkom in België, het land waar zelfs Kafka gillend de benen neemt.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.