Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

‘Normaal’ bestaat niet in het Haarlemse Museum van de Geest
0 Reacties
© Bastiaan van Musscher
© Bastiaan van Musscher © Bastiaan van Musscher
samenleving
geschiedenis

‘Normaal’ bestaat niet in het Haarlemse Museum van de Geest

Het psychiatriemuseum in het Haarlemse Dolhuys vond zichzelf opnieuw uit als Museum van de Geest. Niet ziekte en afwijkingen zijn het uitgangspunt, maar de overtuiging dat ‘normaal’ niet bestaat. Het leverde de instelling de European Museum of the Year Award 2022 op.

De Resonance Room van Studio Nick Verstand is een black box, letterlijk en figuurlijk. Als je het donkere hok binnenstapt en een sensor aan je oor bevestigt, zet een computer je ademhaling om in een geprojecteerde ellips en gesynchroniseerde trillingen in de vloer. Hoe het precies werkt en met welk effect is niet helemaal duidelijk. Op de meeste mensen heeft de ruimte en hypnotiserend effect, bijzonder zen. Maar er zijn ook proefkonijnen bij wie de combinatie van bewegend licht en vibratie gevoelens van stress en onbehagen oproept. De versie van de Resonance Room die in jeugdinrichtingen voor agressieve of hyperactieve tieners gebruikt wordt, is dan ook een beetje afgezwakt. Het onversneden prototype dat in Museum van de Geest staat, laat bezoekers hun blik naar binnen richten en maakt ze bewuster van een gevoelshuishouding die ze meestal als gegeven beschouwen.

Het werk van Studio Nick Verstand, waarin kunst, wetenschap, therapie en publieksinteractie naadloos in elkaar overlopen, is typerend voor het Haarlemse museum, dat in november 2020 na een verbouwing van anderhalf jaar weer openging in een hernieuwde opzet. Daarvoor heette het Nationaal Museum voor Psychologie, en de omdoping tot Museum van de Geest is absoluut meer dan een semantische ingreep.

In de oude opzet liep de bezoeker rond met een audioapparaat in de vorm van een stethoscoop. Hij voelde zich een onderzoeker of observator, misschien wel een behandelend arts. In ieder geval iemand die geestesziekte van buitenaf bekijkt, als iets wat interessant kan zijn, maar primair de ander betreft. In Museum van de Geest is die afstandelijke focus ingeruild voor identificatie en empathie. En dat past in een tijd waarin een burn-out bijna even alledaags is als een griepje, depressie hard op weg is volksziekte nummer 1 te worden en één op de drie Nederlanders actief is als mantelzorger. Wie nu nog zegt dat hij normaal is, moet zich laten nakijken. Of zoals directeur Hans Looijen het bij de heropening in november 2020 zei: “Wij hebben 17 miljoen collectiestukken, dit museum gaat over ons allemaal.”

Directeur Hans Looijen bij de heropening: ‘Wij hebben 17 miljoen collectiestukken, dit museum gaat over ons allemaal’

Die “gedemedicaliseerde” insteek betekent niet dat de geschiedenis van de psychiatrie hier onder het tapijt wordt geschoven. Dat kan ook niet op een locatie waar de historie zich voortdurend opdringt. Het oudste deel van het complex dateert van 1320, lag buiten de stadsmuren van Haarlem en was in eerste instantie bestemd voor leprozen. Het pand waarin het huidige museum is gehuisvest werd in 1559 verbouwd tot opvanghuis voor “dollen”, mensen die om uiteenlopende redenen buiten de maatschappij vielen en vaak voor gek of krankzinnig werden versleten. De rustige patiënten kwamen terecht in de zorgzaal, waar tijdens de restauratie de bonte knaagkever uit de houten balken van het hoge plafond is verjaagd. De minder handelbare gevallen werden opgesloten in één van de veertien dolcellen: kale, donkere hokken met tralies in de deur en niet meer dan een houten krib met stro bij wijze van comfort.

Geestelijke gezondheidszorg is nog jong

Het museum beschikt ook over een aanzienlijke historische collectie die ruim zevenhonderd jaar beslaat en een mediatheek met zevenhonderdvijftig veelal unieke titels. In de zaal waar de geschiedenis van de psychiatrie uit de doeken wordt gedaan, valt op hoe jong de geestelijke gezondheidszorg eigenlijk is en hoe relatief kortgeleden lichamelijke dwangmiddelen zijn vervangen door psychofarmaca. Tot de negentiende eeuw gold aderlating nog als panacee, dat vaak meer schade berokkende dan goed deed. Wat daarna volgde, van badtherapie tot elektroshocks, was ook weinig subtiel.

De collectiepresentatie van instrumenten gecombineerd met foto’s en tekeningen lijkt op wat je voorgeschoteld krijgt in bijvoorbeeld Museum Grombaard in Amersfoort, hoewel de diorama’s daar met etalagepoppen als verpleegsters en bedlegerige patiënten een stuk ouderwetser aandoen. De apparatuur oogt soms luguber, maar de griezelsfeer die je af en toe bekruipt in het Gentse Museum Dr. Guislain, ooit de eerste psychiatrische instelling van België die toch te boek stond als heel vooruitstrevend en humanitair ingesteld, blijft achterwege.

Wat het Haarlemse museum gemeen heeft met de soortgenoot in Gent is de grote rol die kunst speelt. In het Museum Dr. Guislain is dat voor outsider art, monomaan herhaalde patronen van autisten of drukke tekeningen van schizofrenen leidend aan horror vacui. Museum van de Geest toont dit soort kunst in beperkte mate, er zijn bijvoorbeeld de metroplattegronden van Lionel Plak of de “stigmajas” van de langdurig drugsverslaafde Ahmet Turkman. Die is aan de buitenkant bestickerd met woorden als junk en lui, maar laat aan de binnenkant zien dat hij echt meer is dan die stereotyperingen en vooroordelen. Maar het merendeel van de aanzienlijke collectie outsider art is te zien in de dependance die onderdeel is van de Hermitage Amsterdam.

De kunst in Haarlem bevindt zich buiten of op de rand van die niche, zoals de graphic novel die grafisch ontwerper Kees Peerdeman maakte om zijn angsten te uiten en onder controle te krijgen. Hij is in het gezelschap van internationale grootheden als Yayoi Kusama, die al decennia vrijwillig verblijft in een inrichting, en Tracey Emin, die haar persoonlijke emoties regelmatig tot inzet van haar kunst maakt. Bijzonder indrukwekkend is de beeldengroep waarmee Marc Quinn zijn strijd tegen alcoholverslaving tot uiting heeft gebracht. Het zijn loden afgietsels van zijn eigen torso, gescheurd en slordig weer aan elkaar gelast. Ze staan op sokkels op het binnenplaatsje bij de dolcellen, de plek waar Quinn in vroegere eeuwen misschien ook zou zijn beland.

Architectonische facelift

De toekenning van de European Museum of the Year Award 2022 aan Museum van de Geest is niet alleen te danken aan de vermenging van oud en nieuw, kunst en cultuurgeschiedenis. De architectonische facelift door bureau Verlaan & Bouwstra heeft er ongetwijfeld ook aan bijgedragen. De verbouwers lijmden als het ware de losse delen van het complex aan elkaar met een glazen sluis die als uitnodigende ingang functioneert en leidt naar een binnenhof. Bezoekers worden via een logisch parcours langs de ziekenzalen, separeercellen, maar ook de directiewoning, linnenkamer en keuken geleid.

https://www.youtube.com/embed/41Je86Fkjiw

In de ruimtes staan kleurrijke vitrines en sokkels die eruitzien als geabstraheerde mensfiguren. Het is alsof bureau Kossmanndejong, gelauwerde tentoonstellingsontwerpers, een uitvergrote blokkendoos door het gebouw heeft leeg gestrooid. Het werkt als visuele shocktherapie, waardoor je niet in een houding van historiserende afstandelijkheid kunt wegzakken. Om diezelfde reden is schaars omgesprongen met tekstbordjes, die bezoekers vaak meer laten lezen dan kijken. Wie meer wil weten kan terecht bij de audiotour, die er niet meer uitziet als een stethoscoop, maar wel in totaal negen uur aan achtergrondinformatie bevat.

Met alle mogelijke middelen heft Museum van de Geest de harde scheiding op tussen wat vroeger gewoon en gek was. In zekere zin volgt het daarmee de ideologie van de antipsychiatrie uit de jaren 1970, die de geestelijke gezondheidszorg zag als integraal onderdeel van de hedendaagse hogesnelheidsmaatschappij en vond dat patiënten niet apart maar juist midden in de samenleving moesten leven.

Met alle mogelijke middelen heft Museum van de Geest de harde scheiding op tussen wat vroeger gewoon en gek was

Het museum pleit echter niet voor een ander systeem – de antipsychiatrie leidde immers tot afbraak van het zorg en de huidige opvangcrisis van verwarde mensen die op straat zijn beland. Liever masseert Museum van de Geest de bezoeker richting een ander bewustzijn. Het is daarin vergelijkbaar met de kunstmanifestatie Niet Normaal, die al in 2010 vraagtekens zette bij normativiteit in voorkomen en gedrag, ver voordat het begrip diversiteit in de mode kwam.

Museum van de Geest blijft gelukkig ver weg van het afgekloven vocabulaire van de lippendienst, maar zet in op herkenning en betrokkenheid. Het durft zich een actief vormende rol aan te meten, maar vraagt ook wat van de bezoeker. Die wordt op het einde van de rondgang gevraagd de universele verklaring van de open geest te tekenen. En ook dat past in een tijd waarin stellingen met steeds meer felheid worden betrokken, het wij-zij-denken verhardt en we andersdenkenden al snel uitsluiten van de dialoog en voor gek verklaren.

Website Museum van de Geest

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.