In deze VL⮂NL-nieuwsbrief aandacht voor de mooie, maar niet eenvoudig te verwezenlijken ambities van de Vlaamse cultuurminister Caroline Gennez: de banden met Nederland aanhalen, meer diversiteit van cultuuruitingen en de deuren maximaal opengooien.
Beste lezer,
‘Bijzonder intens’ noemt Vlaams minister van Cultuur Caroline Gennez de band met Nederland in haar kerverse beleidsnota cultuur. Ze stelt dat de Lage Landen veel meer delen dan een gemeenschappelijke taal, belooft dat ze volop zal inzetten op het optimaliseren van de relatie met de noorderburen en kondigt aan dat ze samen met Nederland zal onderzoeken hoe de literaire en culturele samenwerking een nieuw elan kan krijgen.
Dat vinden wij bij de lage landen natuurlijk goed nieuws. Wij koesteren immers de overtuiging dat Vlaanderen en Nederland een rijke geschiedenis delen en ze allebei veel hebben te winnen bij de uitwisseling van ervaringen, ideeën en creatieve energie.
Maar Gennez staat wel een pittige klus te wachten. In een interview dat is opgenomen in het fonkelnieuwe nummer van de lage landen constateert cultuurexpert Bart Caron juist dat de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen moeizaam verloopt. Ook vraagt hij zich af of de wil om de banden aan te halen wel van beide kanten komt. De huidige Nederlandse regering lijkt nogal onverschillig te zijn over Vlaanderen.
Twintig jaar deBuren
Om de culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland te stimuleren, is twintig jaar geleden huis deBuren in Brussel opgericht. Journaliste Jasmijn Post dook ter gelegenheid van dit jubileum in de geschiedenis van de organisatie en beschreef hoe deBuren zich ontwikkelde tot huis voor literair talent en debat.
© Marianne Hommersom
Minister Gennez toont in het artikel van Post alvast een warme genegenheid voor deBuren en spreekt de hoop uit dat iedereen die in de laaglandse cultuur is geïnteresseerd er ook de komende twee decennia terechtkan. Opnieuw zal moeten blijken of de liefde van twee kanten komt en ook de Nederlandse regering bereid is een blijvende betrokkenheid te tonen bij de missie van het huis.
Maximaal open
De minister legt in haar cultuurnota een stevig accent op culturele diversiteit en inclusie. Ze streeft een cultuurbeleid na dat deuren maximaal opent, voor iedereen, ongeacht achtergrond. Dat geldt voor het publiek, maar ook voor de makers. Iedereen moet gelijke kansen hebben om zijn verhaal te vertellen, tekent ze op.
Dat is een mooie ambitie, maar ook een zwaar karwei. De cultuurparticipatie van mensen met een niet-West-Europese origine ligt beduidend lager. Zij beleven cultuur ook vaak in eigen gemeenschap.
© Foksal Gallery Foundation, Warschau, Frith Street Gallery, Londen en Karma International, Zürich. Foto: Bartek Solik
Zo is over de cultuur en de gebruiken van Roma bij de algemene bevolking weinig bekend. Naar aanleiding van het boek Wij,Roma van Margot Vanderstraeten schreef journalist Sjereno Cörvers een verhaal over de positie van Roma in Vlaanderen en Nederland. Het biedt een weinig vrolijk stemmend beeld van een groep die zucht onder discriminatie en armoede, maar is tegelijkertijd een uitnodiging aan de lezer om zich in de Roma-cultuur te verdiepen.
Diepe wortels
Bij het versterken van de banden tussen Vlaanderen en Nederland kan Gennez wellicht moed putten uit de gedachte dat onverschilligheid nog altijd makkelijker is te overwinnen dan vijandigheid. Kort na de Eerste Wereldoorlog stonden de verhoudingen pas echt op scherp. In Den Haag vonden ze dat België wel wat dankbaarheid mocht vertonen voor de opvang van honderdduizenden vluchtelingen. Maar in Brussel en andere Europese hoofdsteden heerste wrevel over de toeschietelijke wijze waarop het neutrale Nederland zich tegenover agressor Duitsland had opgesteld en handel had gedreven met de oosterburen.
© Nationaal Archief
De Belgische grieven hadden diepe wortels, betoogt historicus Hans Zijlstra in zijn nieuwe boek Symbool van tweedracht. Het Belgenmonument en het Belgisch-Nederlands conflict 1914-1938 waaruit wij een passage publiceren. Het scheidingsverdrag uit 1839 had België de greep op de Schelde ontnomen. Zijlstra laat zien hoe moeilijk het bleek een oplossing voor die kwestie te vinden. “Politieke kortzichtigheid en economische belangen zaten toenadering tussen de Lage Landen in de naoorlogse jaren lange tijd in de weg”, concludeert hij.
Als de politieke en economische verhoudingen wél goed zijn, volgt de culturele uitwisseling niet zelden in dat voetspoor. Vanuit dat oogpunt kan het gunstig zijn dat onlangs een belangrijke politieke twistappel is doorgeslikt. De Nederlandse provincies Noord-Brabant en Zeeland voerden een juridische strijd tegen de komst van een ethaankraker van Ineos in de haven van Antwerpen. Nu slaan ze met de Vlaamse regering de handen ineen bij het terugdringen van de stikstofneerslag. Wellicht biedt dat een sprankje hoop op een nieuw elan in de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking.
Met laaglandse groet,
Tomas Vanheste
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.