Niek Hendrix krijgt grip op beelden door ze opnieuw te schilderen
Of het nu om beroemde schilderijen of schijnbaar triviale afbeeldingen gaat, als ze indruk maken op de Nederlandse schilder Niek Hendrix (1985) wil hij ze opnieuw maken. Zo leert hij beter te begrijpen hoe het origineel in elkaar zit én kan hij ruimte maken voor een nieuwe blik op iets vertrouwds.
Spreek tien willekeurige mensen op straat of op de markt aan en vraag hen een kunstenaar te noemen. Waarschijnlijk krijg je minstens negen keer de naam van een schilder als antwoord; namen die zich laten raden. Zij worden als genieën gezien: kunstenaars die iets geheel nieuws hebben gemaakt, zo vanuit het niets.
Niek Hendrix heeft het niet op die verering van genieën. Het gebeurt wel eens bij wereldberoemde schilders dat ook hun middelmatige werk opgehemeld wordt. De naam is dan zo groot, zo doordringend dat hij de blik van de toeschouwer stuurt of zelfs vertroebelt. In die context is het logisch en zelfs grappig dat Hendrix als kunstacademiestudent ooit begon met ter lering een schilderij na te maken omdat hij zichzelf geen goede schilder vond. Dat is hij blijven doen, al is “namaken” toch een te ongenuanceerd woord.
Hij maakt geen kopieën in de traditionele zin, maar nieuwe beelden van oudere. Dat doet hij vanuit de wil om te begrijpen hoe dat beeld in elkaar zit en welk effect het heeft – die twee zijn volgens hem onlosmakelijk met elkaar verbonden. De afbeelding is de kern van zijn werk, niet het genie of de persoon.
Alledaags en wereldberoemd
Hendrix maakt de ondertekeningen altijd met potlood en gebruikt verf voor de uitvoering. Hij schildert soms vrij alledaagse onderwerpen zoals een gipsafdruk van een gebit, of een effectpedaal voor een elektrische gitaar. Maar tot zijn bronnen behoren ook bekende of zelfs wereldberoemde schilderijen, zoals René Magrittes La réproduction interdite (“Verboden af te beelden”), van een man die in de spiegel naar zijn eigen achterhoofd kijkt – de reflectie klopt niet.
© Niek Hendrix
Hendrix maakt zijn nieuwe beelden onder meer door andere verf, ondergrond of penselen te gebruiken. Dergelijke praktische factoren lijken misschien triviaal, maar ze kunnen het schilderij sterk in een andere richting sturen. Je zou dat herscheppingsproces kunnen vergelijken met het vertalen van een gedicht: er zijn nu eenmaal taalverschillen en woorden die in beide talen niet geheel elkaars equivalent zijn, waardoor er onopzettelijke verschillen ontstaan.
Naast verf en potloden werkt Hendrix overigens zelf ook met woorden: hij heeft een veelgelezen blog over beeldende kunst, onder de titel Lost Painters, waar hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen: van eindexamenexposities tot de recente schilderijen van René Daniëls. Over afbeeldingen schrijven is voor hem een belangrijke manier om grip te proberen krijgen op hun werking, juist ook omdat dit een heel andere benadering vraagt.
Een nieuwe blik
Hendrix’ “herschepping” van Magrittes La réproduction interdite is een goed voorbeeld van een nieuwe blik. Het origineel is zo uitentreuren gereproduceerd dat de werking van het origineel is veranderd. Toen ikzelf het kunstwerk voor het eerst zag, had ik er al zoveel afbeeldingen van gezien op internet, in tijdschriften en in boeken dat ik al snel uitgekeken was op het origineel – na de kortstondige kick van eindelijk dat wereldberoemde schilderij in het echt te zien. Het was gewoonweg te bekend om nog verrast te worden.
In weerwil van die titel maakte Hendrix in 2017 een vijfluik, Sisyphus (no copy), met vier zwart-witte varianten op het origineel, en één middelste paneel waarop het tafereel is teruggebracht tot de weinigzeggende achtergrond die in de spiegel gereflecteerd wordt.
© Niek Hendrix
Hendrix’ versie is zowel vertrouwd als vreemd. Je gaat het als vanzelf vergelijken met het origineel dat zo ingesleten is, waardoor nieuwe dingen opvallen. Door het “lege” paneel viel mij bijvoorbeeld pas op dat Magritte de achtergrond in de spiegel zo kaal heeft gelaten.
Een ander belangrijk verschil ten opzichte van de originele afbeeldingen is dat Hendrix’ schilderijen over het algemeen zwart-wit zijn. Tot 2015 maakte hij weliswaar óók regelmatig schilderijen met kleur (en niet zozeer “een schilderij in kleur”) en inmiddels werkt hij er weer weleens mee, maar in ingehouden mate. Kleur heeft vaak de neiging om alle aandacht op te eisen; veel fotografen kiezen bijvoorbeeld ook bewust voor zwart-wit om zo vormen en compositie te kunnen benadrukken.
Bij Hendrix heeft die ingreep nog een andere reden: zijn schilderijen kruipen zo veel dichter richting naar elkaar toe, hoewel de afbeeldingen – én hun bronnen natuurlijk – zoals gezegd heel erg kunnen verschillen. Het gebit en Magrittes achterhoofden bijvoorbeeld zijn beide in een vergelijkbaar sober palet geschilderd, waardoor de afstand tussen hen minder groot wordt.
Windows en het rariteitenkabinet
Je kunt die ingreep democratiserend noemen, maar Hendrix hoort te veel politieke connotatie in die term. Zelf spreekt hij weleens van open source, ook al vindt hij die omschrijving toch iets te sterk suggereren dat elke afbeelding geschikt is om opnieuw te maken. Hij is juist streng in wat hij selecteert, al zijn er geen harde criteria. De keuze voor een afbeelding gebeurt vaak gevoelsmatig, op basis van iets wat je een vonk zou kunnen noemen.
Hij combineert ook verschillende, soms overlappende afbeeldingen. The Vessel (Ombre Chinoise) uit 2016 bijvoorbeeld is één doek met onder meer een voedselstilleven, een zonsverduistering en de schedel van een ram.
© Niek Hendrix
Ze zijn elk als apart doek geschilderd, tegen een nogal anonieme achtergrond. Wanneer je een afbeelding van het geheel ziet, is het praktisch onmogelijk om te zien dat het om één kunstwerk gaat en niet om een deel van een wandje. Grip krijgen op één afbeelding is soms al lastig genoeg, maar met zulke combinaties daagt Hendrix zichzelf en de toeschouwer nog eens extra uit.
Hendrix noemt zulke beeldcombinaties constellaties, waar hij twee inspiratiebronnen voor noemt. Een daarvan is de computer, met een scherm waarop allerlei verschillende vensters naast elkaar kunnen staan – denk aan de veelzeggende naam van het besturingssysteem Windows. Die beeldencombinatie was destijds natuurlijk een hele verandering ten opzichte van hoe beelden vroeger gecombineerd konden worden: in films bijvoorbeeld volgden ze elkaar op, wat hoogstens de illusie van een nevenschikking opriep.
Hendrix erkent dat hij deel is van een generatie die eraan is gewend om met het grootste online gemak een enorm reservoir aan beeldmateriaal te kunnen zien. Maar zijn constellaties van kunstwerken kennen ook een andere belangrijke invloed: het rariteitenkabinet, of Wunderkammer. Wat Hendrix daarin aantrekt, is het holistische wereldbeeld dat eruit spreekt: het idee dat alles met elkaar verbonden was, of dat nu munten waren uit de Klassieke Oudheid of een Siamese tweeling op sterk water. Ze konden gewoon naast elkaar getoond worden.
© Niek Hendrix
Die fascinatie voor het rariteitenkabinet is goed te zien in een kunstwerk als Cabinet (The Nightingale Sings in the Bronze Green Oaken Wood) uit 2016. Dat is een houten muurconstructie met een aantal schilderijen die bij elkaar geplaatst zijn, soms overlappend.
Hoewel de oude Wunderkammer
vaak onlogisch en met weinig zorg gevuld werden, moet de combinatie van afbeeldingen voor Hendrix’ gevoel wel echt kloppen. Dat maakt zijn onderzoek naar de werking ervan natuurlijk ook complexer.
Hij lijkt zichzelf daarin ook echt uit te dagen, zoals in de recente installatie The Golden Record (2019), gemaakt op uitnodiging van de Vrije Universiteit Amsterdam.
© Niek Hendrix / VU
Dat is een vitrinekast waarin zijn schilderijen zijn gecombineerd met objecten uit de VU-collectie, waaronder een dierskeletje en atoommodellen. Het is een verzameling die op het eerste oog willekeurig is, maar als je blijft kijken zie je steeds meer overeenkomsten – én verschillen. Uit de combinaties spreekt zowel zorg als enthousiasme. Hendrix blijft voortdurend onderzoek doen naar afbeeldingen, en maakt de kijker daarin telkens deelgenoot.
Nog tot en met 19 april is er werk te zien van Hendrix in de groepstentoonstelling Animalia (Garage Rotterdam).