Deel artikel

Lees de hele reeks
VL ⇄ NL

Nee, het succes en de beloning van kunstenaars zijn geen weerspiegeling van hun verdienste

16 oktober 2024 5 min. leestijd Met laaglandse groet

In deze VL⮂NL-nieuwsbrief aandacht voor het belang van een stevig cultuurbudget en de zin van onafhankelijke cultuurkritiek, een dieptepunt in de Vlaams-Nederlandse verhoudingen en de zielsverwantschap tussen een Vlaamse en een Nederlandse kunstenaar.  

Beste lezer,

Op een doordeweekse dag in een verlaten Museum voor Schone Kunsten in Charleroi werd ik onlangs getroffen door een werk van de mij nog onbekende kunstenares Gilberte Dumont (1910-1989). In de catalogus van het museum staat een tekstje over haar na een passage over de veel beroemdere Paul Delvaux (1897-1994). Ze heeft, lezen we, een bescheiden aantal werken nagelaten doordat ze altijd op zoek was naar perfectie, nooit tevreden was en maanden, zelfs jaren aan haar schilderijen werkte.

Online is er weinig over haar te vinden. Grote monografieën zijn er niet aan haar gewijd en overzichtstentoonstellingen zijn er in de jongste jaren niet geweest. In 2019 kon je nog op een veiling een waterverfschilderij van haar kopen voor een tussen 180 en 220 euro geschatte prijs.

Waarom is Dumont in de vergetelheid geraakt en wordt Delvaux keer op keer geëerd met grote overzichtstentoonstellingen, zoals nu in museum La Boverie in Luik? Ik ben geen kunstkenner, maar ik koester de overtuiging dat haar werk niet van mindere kwaliteit is. Is het omdat ze een klein oeuvre heeft? Niet in de juiste netwerken verkeerde? Vrouw is? Toeval?

We houden er de romantische notie op na dat kwaliteit altijd boven komt drijven en dat succes een weerspiegeling is van verdienste. Maar een blik op de bestsellerlijsten en hitparades is voldoende om te zien dat applaus geen bewijs van kwaliteit is. Veel schrijvers, schilders, acteurs en musici maken in de luwte schitterend werk, maar weten nimmer faam te verwerven en gaan sappelend door het leven.

Zelfs als ze wel kunnen proeven van publieke roem is dat geen garantie voor financiële zekerheid. Topacteur Koen De Bouw, die nu speelt in de op het festival van Cannes bekroonde film Julie zwijgt, zei recentelijk in een interview: “De enige zekerheid in mijn werk is de onzekerheid.” Hij wees erop dat maar acht procent van de acteurs in Vlaanderen van zijn job kan leven.

Rechtvaardige kritiek

Wie geen nagel heeft om zijn gat te krabben, zit wellicht niet te wachten op negatieve kritiek. Maar wie daar bang voor is, overschat de macht van de recensent en miskent de rol die deze heeft te spelen. Bij een recent debat over theaterkritiek schrok Evelyne Coussens van de vijandige bejegening in Nederland van recensenten die zich niet willen beperken tot dienstverlening aan het publiek en de theatermakers. Ze ervoer dat de theaterkritiek in Nederland nog sterker onder druk staat dan in Vlaanderen. In een vlammend opiniestuk betoogt ze dat makers geïnformeerde, empathische en kritische reflectie niet als een aanval maar als een cadeau moeten zien.

Een scherm tussen Nederland en Vlaanderen

Aan de wankele financiële positie van kunstenaars zou de overheid natuurlijk meer kunnen doen. Zij kan de onrechtvaardigheid van de markt corrigeren en kunstenaars die waardevol werk maken maar daar niet of nauwelijks van kunnen leven een helpende hand bieden. “Elk onderzoek toont opnieuw aan dat het gros van de kunstenaars precair leeft, onder de armoedegrens bijna”, zei cultuurexpert en musicus Bart Caron onlangs in een interview dat ik met hem had. Het is een van de redenen die hij schetste om verhoging van het cultuurbudget te bepleiten.

De contrabassist sprak niet alleen zijn zorgen uit over de trend om cultuur in te zetten voor een identitair verhaal maar ook over de staat van de Vlaams-Nederlandse samenwerking: “Het is alsof er plotseling een soort van scherm gezet is op de grens en men niet meer ziet wat er gebeurt aan de andere kant. Het is een artistieke meerwaarde die we verliezen, doodjammer.”

Nog meer souplesse en finesse

Ook aan andere fronten zijn de Vlaams-Nederlandse verhoudingen niet altijd even hartelijk. Oud-diplomaat Axel Buyse maakte van dichtbij een periode mee waarin politici uit noord en zuid met de koppen tegen elkaar stonden. Het grote strijdpunt: de ontpoldering van de Hedwigepolder. Buyse vertelt er smakelijk over in de passage uit zijn onlangs verschenen boek Klein Vlaanderen, groot buitenland die wij publiceerden.

Na die troebelen circa vijftien jaar geleden wisten de buren dankzij diplomatiek massagewerk weer minzamer met elkaar om te gaan. Maar recentelijk zit het er opnieuw bovenhands op, onder meer door de twisten rond de geplande ethaankraker in Antwerpen en de mislukte sneltramverbinding tussen Hasselt en Maastricht.

Vlaanderen heeft geen andere keus dan “met nog meer subtiliteit en souplesse” aandacht te besteden aan zijn relaties met Nederland, betoogt Buyse. Alleen zal dat niet de allereenvoudigste zaak zijn, nu in de Nederlandse regering een extremistische partij zetelt die niet meteen het toonbeeld van finesse en soepelheid is.

Zielsverwantschap

Wellicht kunnen de politici van vandaag een voorbeeld nemen aan de kunstenaars die tijdens de Eerste Wereldoorlog warme banden smeedden. Met de stroom vluchtelingen belandden toen ook enkele Belgische kunstenaars in Nederland, onder wie de uit Gent afkomstige Gustave De Smet (1877-1943). Hij maakte al gauw kennis met de Nederlandse schilder Leo Gestel (1888-1941). Ondanks de verschillen tussen de vlotte Nederlander van protestantse huize en de nerveuze Vlaming uit een katholiek gezin groeide er een sterke vriendschapsband. Aan de wisselwerking tussen de twee is een boeiende tentoonstelling in Woerden gewijd waarover kunstjournalist Eric Bracke een mooi stuk schreef.

Ook de inmiddels gecanoniseerde De Smet mocht overigens tijdens zijn leven niet volop van succes en financiële voorspoed genieten. In een door het Gemeentelijk Museum Gust De Smet in Deurle uitgegeven boekje over de kunstenaar is te lezen dat hij in 1935 zijn huis moest verkopen omdat “zijn geldbuidel inmiddels vol spinnenwebben zat”. Zijn werk hing weliswaar in verschillende musea maar hij wachtte zijn leven lang “in arren moede op erkenning door zijn geboortestad”.

Met laaglandse groet,

Tomas Vanheste

P.S. In deze nieuwsbrief tracht ik telkens de VL⮂NL-stukken via een rode draad met elkaar te verbinden. Bij de prikkelende column van Anouk van Kampen over de rol van de jeugdbeweging in Vlaanderen en Nederland zag ik daar niet meteen kans toe. Maar dat neemt natuurlijk allerminst weg dat ik die van harte ter lezing aanbeveel.

Tomas

Tomas Vanheste

is adjunct-hoofdredacteur Ons Erfdeel vzw, coördinator van VL⇄NL en journalist.

Geef een reactie

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000002a850000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)