Van zwarte pokken tot kleurloosheid: pandemiefictie in het Nederlands
Thomas Pierrart, doctoraatsstudent literatuur aan de KU Leuven, selecteerde voor ons een paar staaltjes van pandemiefictie in het Nederlands.
Warden Oom – De zwarte pokken (1919)
Het boerendorpje Leeglande is in deze Vlaamse volksroman het toneel voor de onmogelijke liefde tussen Baudewijn en Ida, en de (anti)klerikale strijd tussen een dokter en een onderpastoor. Wanneer de zwartenpokkenepidemie uitbreekt, lijkt de situatie in het dorp alleen maar te verslechteren. Of biedt ze de personages net onverhoopt een uitweg?
A. Den Doolaard – De goden gaan naar huis (1966)
In een nabije toekomst brengen astronauten een onbekend virus vanop Mars mee naar de aarde. Plots beginnen wereldwijd autobestuurders tegen elkaar aan te rijden en verzaken overwegwachters en verkeersleiders hun controleplichten – met alle gevolgen van dien. Onder impuls van de viroloog Tsatsos wordt koortsachtig gezocht naar een vaccin.
Hugo Claus – De geruchten (1996)
Het dorpje Alegem wordt getroffen door een merkwaardige epidemie. Besmette burgers worden hysterisch en koortsig, en hun lichamen, haren en speeksel krijgen een blauwe kleur. In Café De Doofpot duiden de dorpelingen algauw de mysterieuze René Catrijsse aan als zondebok. Is het niet toevallig dat de start van de epidemie samenviel met Renés terugkeer uit Afrika?
Lees hier onze recensie.
Peter Verhelst – Zwerm (2005)
In deze postmoderne, chaotische roman schetst Verhelst naar eigen zeggen een ‘geschiedenis’ van onze wereld – een wereld waarin de mens op allerlei manieren ‘besmet’ is. Niet toevallig koestert een geheime organisatie in deze roman de droom van een ‘Virutopia’. Onder het motto ‘De nieuwe mens zal Viraal zijn of zal niet zijn’ wil ze met behulp van een virus de wereld Veranderen en de mens transformeren tot ‘Homo Invictus Viralis’…
Lees hier onze recensie.
Jacqueline Zirkzee – Reimer (2013)
Aan het begin van de 17de eeuw komt de Zeeuwse apothekerszoon Reimer direct in aanraking met de pestepidemie, wanneer enkele familieleden aan de ziekte sterven. Hij beslist daarom resoluut op zoek te gaan naar een behandeling voor de pest – of beter nog: naar een panacee, een geneesmiddel dat voor alle ziektes bruikbaar kan zijn. Zijn queeste begint hij als geneeskundestudent in Leiden, maar al snel belandt hij op een VOC-schip richting Indië. Ook daar wordt hij nadrukkelijk geconfronteerd met de Zwarte Dood.
Jeroen Schrama – De bevroren belofte (2014)
In het Amerika van 2035 lijkt het dertig jaar na de ecologische revolutie niet alleen duurzaam, maar ook aangenaam leven te zijn. Dat geldt echter minder voor Bill Waters. Na drie decennia ingevroren te zijn geweest, ontdekt die bij ontdooiing dat hij verantwoordelijk wordt geacht voor een epidemie uit 2024. Daarbij waren miljoenen zwarte mensen omgekomen. Samen met zijn persoonlijke beschermengel Laura Flint slaat hij op de vlucht voor zijn belagers.
Wytske Versteeg – Quarantaine (2015)
Een dodelijke ziekte is vanuit Afrika komen overwaaien naar Nederland. Plastisch chirurg Tomas Augustus, een van de weinigen overlevenden, heeft zich daarom teruggetrokken in zijn huis. Daar doet hij verslag van de gebeurtenissen en overdenkt hij zijn leven. Niet alleen zijn problematische jeugd en zijn liefdeloze huwelijk komen daarbij aan bod. Hij denkt ook (en vooral) aan de jonge kunstenares Maria, op wie hij vlak voor de uitbraak verliefd was geworden en die hij waarschijnlijk nooit meer zal zien.
Lees hier onze recensie.
Ignace Pollet – Lichaamsvreemd (2017)
De wereld wordt geteisterd door een besmettelijk virus. Vooral vluchtelingen blijken de ziekte (die ‘SAD’ wordt genoemd) te verspreiden. Het bedrijf Pathogenics zou een vaccin hebben ontwikkeld, maar onderzoeker Anton Trio krijgt van een anonieme bron te horen dat dat vaccin fake zou zijn. Op zijn zoektocht naar de waarheid raakt hij alsmaar meer verstrikt in een farmaceutisch web van intriges.
Joost Devriesere – Pest (2017)
In een nabije toekomst valt 90 procent van de wereldbevolking op onverklaarbare wijze in slaap. In de fictieve stad Pest volgen we een aantal personages die zelf niet ten prooi zijn gevallen aan The Big Sleep, maar die elk op hun eigen manier op de slaappandemie reageren. Velen van hen zien hun kans schoon om in tijden van crisis eigen idealen te verwezenlijken…
Erik Betten – Quarantaine (2018)
In Groningen weet een oude, erg besmettelijke bacterie zich via een gaswinningspunt aan de oppervlakte te verspreiden. Het virus verandert mensen in zombieachtige wezens, die met verminkte lichamen over de noordelijke landerijen rondzwerven. De regering besluit dan ook Noord-Nederland hermetisch af te sluiten. Toch verlaat het Gronings-Friese kamerlid Homme Olivier Den Haag, om in het besmette gebied zijn vrouw te gaan zoeken.
Aafke Romeijn – Concept M (2018)
Sinds de jaren 50 van de vorige eeuw wordt de maatschappij geteisterd door een epidemie van ‘kleurloosheid’: baby’s worden geboren met een witgrijze huid en sterven in principe na enkele dagen. In 2020 zijn er gelukkig medicijnen die de levensduur van kleurlozen verlengen. Desalniettemin is de grijze bevolkingsgroep onderwerp van verhitte politieke discussies. Kosten de kleurlozen, die alsmaar in aantal stijgen, de maatschappij niet te veel geld? En zouden ze daarom niet beter verdwijnen?
Lees hier onze recensie.