Nederlandse en Vlaamse emigranten houden vast aan hun taal en cultuur
Voor geëmigreerde Nederlanders en Vlamingen speelt de eigen taal en cultuur nog altijd een belangrijke rol in het dagelijkse leven. Dat blijkt uit Vertrokken Nederlands, het eerste wereldwijde onderzoek naar het behoud of verlies van de Nederlandse taal, cultuur en identiteit bij emigranten. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Meertens Instituut in opdracht van de Taalunie.
Er wonen momenteel naar schatting 700.000 tot ruim één miljoen Nederlanders in het buitenland en ongeveer 440.000 Belgen (Vlamingen en Walen). Maar liefst 7.000 emigranten uit 130 landen namen deel aan het onderzoek Vertrokken Nederlands. Dat is een aanvulling op het onderzoek naar de Staat van het Nederlands, dat zich richt op de taalkeuze in Nederland en Vlaanderen en dat, ook in opdracht van de Taalunie, in 2017 door het Meertens Instituut en de Universiteit van Gent is verricht.
Veel emigranten zien het Nederlands als een kernwaarde van hun identiteit
De resultaten van Vertrokken Nederlands wijzen uit dat veel emigranten het Nederlands als een kernwaarde van hun identiteit zien. Ze willen de taal en hun cultuur graag doorgeven aan hun kinderen en hebben grote behoefte aan informatie over hoe ze bijvoorbeeld kinderen in hun vestigingsland tweetalig kunnen opvoeden.
Dat is een verrassende vaststelling, omdat uit eerder onderzoek was gebleken dat Nederlanders en Vlamingen die in de vorige eeuw naar de Verenigde Staten, Canada of Australië waren vertrokken, vaak hun taal snel opgaven.
De belangrijkste conclusies van Vertrokken Nederlands op een rij:
- Voor de meerderheid van de deelnemers in dit onderzoek is het Nederlands nog steeds een van de meest gebruikte talen in het vestigingsland: 97% van de deelnemers spreekt wekelijks Nederlands, waarvan 64,6% meer dan acht uur per week, vooral in privésituaties en op sociale media.
- Meer dan 85 procent van de deelnemers ervaart de Nederlandse taal als een kernwaarde van de eigen identiteit.
- Emigranten lezen nog vaak Nederlandse boeken, lezen veelal nog dagelijks nieuws in het Nederlands, en kijken – al dan niet online – naar Nederlandstalige televisie en films.
- Behalve aan de taal houden vrijwel alle emigranten ook vast aan het eten of maken van Nederlandse en Vlaamse lekkernijen, met als favorieten stroopwafels, drop, hagelslag, kroketten, Nederlandse kazen, speculaas, friet of patat, pindakaas, mayonaise en appeltaart. Deze lekkernijen worden onder andere via speciale ‘heimweewinkels’ aangeschaft.
- Twee derde van de emigranten viert Nederlandse en Vlaamse feest- en gedenkdagen, zoals Sinterklaas, Koningsdag of het Feest van de Vlaamse Gemeenschap.
- Ongeveer 60% van de emigranten is lid van een Nederlandse of Vlaamse vereniging in hun woonplaats of van een Nederlandse of Vlaamse online community, zoals een Facebookgroep.
- Geëmigreerde Nederlanders en Vlamingen onderhouden de band met het thuisland vooral dankzij communicatiemiddelen in het Nederlands, zoals sociale media en Skype, online kranten, digitale televisie en Nederlandstalig onderwijs.
Behoeften
Aan de uitgeweken Nederlanders en Vlamingen is gevraagd of zij behoefte hebben aan talige ondersteuning vanuit de Lage Landen. Uit de antwoorden blijkt dat inderdaad het geval, al is de nood in sommige landen hoger dan in andere. De meeste behoefte hebben emigranten aan:
- informatie over Nederlandstalig onderwijs en tweetalig opvoeden;
- betere en gratis toegang tot Nederlandstalige televisie, film en radio;
- toegang tot Nederlandstalige media, zoals nieuwssites, (digitale) kranten en tijdschriften;
- Nederlandstalige boeken, zoals studieboeken, audioboeken, kinderboeken en literatuur, en informatie over nieuwe publicaties;
- informatie over culturele evenementen, zoals aankondigingen van bezoekende Nederlandse of Vlaamse podiumkunstenaars, musici, schrijvers en academici;
- Nederlandstalige zorg, met name in verzorgingstehuizen;
- (online) winkels voor Nederlandse en Vlaamse producten (drop, hagelslag, etc.).
- hulp bij papierwerk of praktische zaken.
Op grond hiervan is de belangrijkste aanbeveling van Vertrokken Nederlands om te onderzoeken of het mogelijk is een digitaal of fysiek informatiecentrum over de Nederlandse taal, cultuur en onderwijs op te zetten dat specifiek gericht is op geëmigreerde Nederlanders en Vlamingen.
Zo’n informatiecentrum kan volgens de onderzoekers de betrokkenheid van deze emigranten met het geboorteland verstevigen en bestendigen. Het centrum kan een samenwerkingsverband zijn tussen instellingen als de Taalunie, de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN), de Stichting NOB voor het Nederlandse onderwijs wereldwijd, consulaten en op emigranten gerichte organisaties als de Stichting GOED (Grenzeloos Onder Een Dak), de Stichting Nederlanders Buiten Nederland (SNBN) en Vlamingen in de Wereld (VIW).
Instellingen of personen die belangstelling hebben om mee te werken of mee te denken over een dergelijk informatiecentrum of een vervolg op het pilotonderzoek kunnen zich melden bij projectleider Nicoline van der Sijs, Meertens Instituut, post@nicolinevdsijs.nl. Ze worden dan uitgenodigd voor een discussiebijeenkomst begin 2020.