Nederlands en Afrikaans: een win-winsituatie
(Renée Marais) Ons Erfdeel - 2005, nr 3, pp. 332-340
In Zuid-Afrika maakte de neerlandistiek tot ca. 1990 integraal deel uit van de studie Afrikaans. Het ging toen goed met het Nederlands in Zuid-Afrika omdat het goed ging met het Afrikaans. Na de eerste democratische verkiezing in Zuid-Afrika in 1994 veranderde de situatie. Naast Engels en Afrikaans werden nog negen andere talen tot ambtstalen aangewezen. Sindsdien is de positie van het Afrikaans achteruitgegaan. Dat heeft volgens Renée Marais twee redenen: de regering bevoordeelt het Engels, wat vooral duidelijk wordt in het onderwijsbeleid, en mensen met een andere moedertaal schakelen vaak over op Engels spreken omdat dat een internationale taal is. Als de studie Afrikaans aan belang verliest, geldt dat ook voor de neerlandistiek. Gelukkig zijn er verenigingen die de universitaire neerlandistiek in Zuid-Afrika stimuleren: de Suider-Afrikaanse Vereniging vir Neerlandistiek (SAVN), het Noordelike Kennisnetwerk vir Neerlandistiek (NKN) en het Kaapse Forum (KF). Zij worden alle gesteund door de Nederlandse Taalunie. Zij moeten er mede voor zorgen dat de het Afrikaans in stand wordt gehouden en dat de positie ervan wordt versterkt. Pas dan zal ook de positie van de universitaire neerlandistiek versterkt kunnen worden.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden